Beschrijving
In dit blok worden diverse vraagstukken behandeld vanuit diverse disciplines: de oogheelkunde, de dermatologie en de interne geneeskunde, in het bijzonder de endocrinologie, de sociale geneeskunde, ethiek en recht. In de eerste fase van het blok worden de basisprincipes van de verschillende disciplines behandeld, die nodig zijn om de vraagstukken zoals in het raamplan verwoord te analyseren. In de tweede fase van het blok wordt aandacht besteed aan het sterk multidisciplinaire karakter van de verschillende disciplines waarbij de raakvlakken tussen de klinische vakken onderling, maar ook de raakvlakken met de sociale geneeskunde geïllustreerd worden. Klinisch redeneren komt aan uitgebreid aan de orde, waarbij in dit blok de juridische en ethische context van het medisch handelen een belangrijk onderdeel vormt.
Leerdoelen
1 Kan de klinische uiting van een bepaald aantal vraagstukken beschrijven en verklaren vanuit de verworven pathofysiologische, anatomische en / of biochemische basiskennis
2 Kan een diagnostisch plan maken voor een papieren patiëntencasus, inclusief de pathofysiologie en epidemiologie
3 Kan een behandelplan opstellen, inclusief farmacotherapie, pathofysiologisch onderbouwd, voor een papieren patiëntencasus volgens de 6-step methode
4 Kan een beeld geven van controverses in visie op lifestyle adviezen met betrekking tot verschillende vraagstukken
5 Heeft inzicht in de recente ontwikkelingen en inzichten en controverses over de pathofysiologie van veelvoorkomende vraagstukken en kan discussiëren over de voor- en nadelen van (preventieve) lifestyleadviezen en behandeladviezen
6 Een patiënt casus (van een veelvoorkomende aandoening) analyseren op het niveau van de individuele patiënt, rekening houdend met cultuur, sociale context en maatschappelijke gevolgen en relevante regelgeving
7 Kan de maatschappelijke, sociale, economische gevolgen van een bepaalde chronische aandoening/ beperking voor een individuele patiënt beschrijven, en heeft inzicht in de instanties die hulp kunnen bieden aan de chronische patiënt met een beperking.
8 Kan een beeld geven van inzicht in de gevolgen van een chronische ziekte voor het leven van een patiënt; kan een beeld geven van de maatschappelijke en economische gevolgen van een chronische ziekte
9 Kan op basis van de verworven kennis van sociaal geneeskundige principes de maatschappelijke en individuele gevolgen van (screening en preventie van) ziekte beredeneren en uitwerken in een patiënten casus
10 Kan deze inzichten concretiseren naar sociaal geneeskundige maatregelen op populatieniveau en dit verwerken tot op individueel patiënt niveau en dit formuleren als een advies voor de patiënt
11 Kan het werkterrein van de sociale geneeskunde en de taken en functies van een praktiserend sociale geneeskundige beschrijven
12 Kan en de verschillende perspectieven van de diverse disciplines binnen de geneeskunde rond de patiënt schetsen
13 Kan de verschillende maatschappelijke, juridische en ethische contexten en kaders benoemen van de geneeskunde en de invloed van deze kaders op het functioneren van de arts beschrijven; kan de invloed van deze kaders toepassen op patiëntencasus binnen de vraagstukken van dit blok
14 Kan de ethische en juridische afwegingen in het klinische redeneer- en besluitvormingsproces herkennen en benoemen
15 Kan de ethische en juridische afwegingen m.b.t. een maatschappelijk gezondheidszorg gerelateerd thema analyseren, beargumenteren en becommentariëren
Onderwijsvormen
E-learning
patiënt demonstraties
Responsiecolleges
Groepsopdrachten
Werkgroepen
Toetsing
Tussen –en eindtoetsen