Toegangseisen
Bachelor rechtsgeleerdheid (zie OER)
Beschrijving
In het vak Arbeid en Onderneming wordt het onderwijs op geïntegreerde wijze aangeboden. Er vindt inhoudelijke kennisontwikkeling plaats op een belangrijk en actueel juridisch thema op het grensvlak van het arbeids- en ondernemingsrecht tegen de achtergrond van Europeesrechtelijke ontwikkelingen. Daarnaast wordt de inhoudelijke kennisontwikkeling gekoppeld aan onderzoeksvaardigheden, waarmee een versterking van deze beide kernelementen van het vak wordt nagestreefd.
Kennisontwikkeling: zeggenschap en participatie van werknemers
Werknemers vormen een kritieke succesfactor voor duurzame groei van ondernemingen. In de politiek en in de wetenschap, worden fundamentele debatten gevoerd over de positie van de werknemer in een snel veranderende internationaliserende economie. Door internationalisering van het bedrijfsleven, verschuift de zeggenschap over Nederlandse vennootschappen naar onder meer internationale concerns en is het eenvoudiger om grensoverschrijdend te herstructureren. Daarnaast heeft de ontwikkeling van de Nederlandse en Europese wet- en regelgeving (waaronder de Nederlandse Corporate Governance Code (2003, 2008, 2016) de herziende structuurregeling (2004) en de gewijzigde richtlijn aandeelhoudersrechten (2017) de positie van aandeelhouders duidelijk versterkt. Er lijkt op dit moment rechtspolitieke ruimte te bestaan om de invloed van werknemers op het bestuur van de onderneming kritisch te bezien. Deze invloed krijgt vorm door informatie- en consultatierechten en daarnaast door participatiemogelijkheden. In Arbeid en Onderneming, staat de positie van de werknemer binnen de vennootschap centraal. U kunt hierbij denken aan de wijze waarop werknemers (in lokale en Europese ondernemingsraden of vertegenwoordigd door de vakbond) inhoud geven aan deze rechten. Steeds vaker komen deze rechten aan bod in procedures, bijvoorbeeld voor de Ondernemingskamer in kader van een enquêteprocedure of voor het Europese Hof van Justitie. Daarnaast kunt u denken aan de rol van werknemer als aandeelhouder.
Ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden
In een academische omgeving gaan onderzoek en onderwijs samen. In het onderwijsaanbod wordt aandacht besteed aan de ontwikkeling van uw onderzoeksvaardigheden. Tijdens het onderwijs wordt van u academische reflectie gevraagd. In het vak wordt u in staat gesteld om u onderzoeksvaardigheden eigen te maken. U krijgt inzicht in onderzoeksmethoden en u krijgt de mogelijkheid te oefenen met deze methoden. De nadruk ligt op het opstellen van een onderzoeksplan op het thema zeggenschap en participatie van werknemers.
U identificeert en formuleert een juridisch-maatschappelijk probleem (de probleemstelling) binnen het thema. U werkt deze probleemstelling uit en formuleert een daarop gebaseerde onderzoeksvraag en deelvragen. Vervolgens kiest u een gepast onderzoeksmethode (of afhankelijk van uw vraag meerdere methoden). U legt verantwoording af van uw methodologische keuze. Uit de uitwerking van uw onderzoeksmethode moet blijken dat de gekozen methode u in staat stelt om uw onderzoeksvraag te beantwoorden. U motiveert waarom uw onderzoeksvoorstel relevant is, academisch en/of maatschappelijk. Wij vragen u niet om het onderzoeksplan uit te voeren.
U ontvangt op uw opdrachten peer review en feedback van docenten. Daarmee ontwikkelt u de voor de wetenschap en de praktijk noodzakelijke academische vaardigheden.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het doel van het vak is de studenten inzicht te geven in de interactie tussen het arbeids- en het ondernemingsrecht op het terrein van zeggenschap en participatie van werknemers vanuit nationaal, rechtsvergelijkend en Europees perspectief. Door de combinatie van kennisontwikkeling en training van onderzoeksvaardigheden in de context werkt de student actief met de opgedane kennis. Zodoende leert de student hoe verschillende onderzoeksmethoden gebruikt kunnen worden om juridische vragen te beantwoorden: studenten verkrijgen de vaardigheid een goed afgebakende onderzoeksvraag op te stellen en een uitvoerbaar onderzoeksplan op te zetten. Zodoende ontwikkelt de student de voor de wetenschap en praktijk belangrijke academische vaardigheden. In het vervolg van de masteropleiding wordt op deze vaardigheden voortgebouwd.
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
U kunt de interactie tussen het arbeids- en ondernemingsrecht op het terrein van zeggenschap en participatie van werknemers nauwkeurig benoemen en beschrijven;
U kunt de regelgeving, rechtspraak en literatuur over zeggenschap en participatie van werknemers waarderen en verklaren;
U kunt de systematiek in de regelgeving en rechtspraak over zeggenschap en participatie van werknemers toepassen op een concrete casus;
U kunt de implicaties van zeggenschap en participatie van werknemers plaatsen in een rechtsvergelijkend en/of Europees perspectief en/of sociaaleconomisch perspectief;
U kunt een juridisch onderwerp op het terrein van zeggenschap en participatie van werknemers problematiseren;
U kunt een goed afgebakende onderzoeksvraag op het terrein van zeggenschap en participatie van werknemers opstellen en een onderzoeksplan opzetten om deze vraag te beantwoorden;
U kunt de voor de juridische wetenschap relevante onderzoeksmethoden benoemen en waarderen;
U kunt op basis van uw kennis en inzicht over de voor de juridische wetenschap relevante onderzoeksmethoden beoordelen welke onderzoeksmethode voor het beantwoorden van uw onderzoeksvraag nodig is;
U kunt zelfstandig de voor de juridische wetenschap relevante onderzoeksbronnen kritisch beoordelen;
U kunt zelfstandig reflecteren op uw leerproces door peer review en feedback van docenten op opdrachten.
Rooster
Beschikbaar via de website.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 5
Namen docenten: prof.mr.drs. I.S. Wuisman, prof.mr. B. Barentsen, mr.dr. N.T. Pham
Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de voorgeschreven stof en het maken van opdrachten met het doel te kunnen deelnemen aan de discussie.
Seminars
Aantal à 2 uur: 2
Namen docenten: mr.dr. N.T. Pham, M.Y.H.G. Erkens
Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de voorgeschreven stof en het maken van opdrachten met het doel te kunnen deelnemen aan de discussie.
Werkgroepen
Aantal à 1 uur: 1
Namen docenten: prof.mr.drs. I.S. Wuisman, prof.mr. B. Barentsen, mr.dr. N.T. Pham, M.Y.H.G. Erkens
Vereiste voorbereiding door studenten: het maken van opdrachten met het doel te kunnen deelnemen aan de discussie.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Praktische oefening: het volledig maken en op tijd inleveren van de tussentijdse opdrachten en het volgen van het daaraan verbonden feedbacktraject is verplicht voor deelname aan de schriftelijke opdracht.
Schriftelijke opdracht: 50% van het eindcijfer
Schriftelijk tentamen: 50% van het eindcijfer
Het eindcijfer bestaat uit de gemiddelde score op de schriftelijke opdracht en het schriftelijke tentamen. Het vak is behaald als het eindcijfer voldoende is. Het vak kan worden herkanst als het eindcijfer onvoldoende is. De herkansing bepaalt voor 100% het eindcijfer. Indien het vak na afloop van het collegejaar niet met een voldoende is afgerond, verliezen resultaten voor de deeltoetsvormen (schriftelijke opdracht en/of schriftelijk tentamen) hun geldigheid en dient het vak in een nieuw studiejaar opnieuw te worden gevolgd.
Inleverprocedures
In het eerste hoorcollege wordt informatie gegeven over de geldende inleverprocedures.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
J. Winter & J.B. Wezeman, Van de BV en de NV, Kluwer: Deventer 2017.
Wetgevings- en jurisprudentiebundel 2017-2018, ILS Arbeid en Onderneming (verkrijgbaar via ReaderOnline).
Overige literatuur: wordt bekend gemaakt via Blackboard. De literatuur zal digitaal beschikbaar zijn en dient door studenten zelf te worden opgezocht.
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis.
Contact
Vakcoördinator: mr. dr. N.T. Pham
Werkadres: Steenschuur 25, 2311 ES Leiden
Bereikbaarheid: telefonisch en per e-mail
Telefoon: 071 – 527 7785, secretariaat 071 – 527 7235
E-mail: ILS-AO@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Privaatrecht
Afdeling: Ondernemingsrecht
Kamernummer secretariaat: KOG B2.43
Openingstijden: balie maandag t/m vrijdag 9.00-13.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7235