Prospectus

nl en

Europeanization of Administrative Law

Course
2019-2020

Toegangseisen

Bachelor Rechtsgeleerdheid (zie OER).

Beschrijving

Introductie
Het Europese recht (EVRM en EU-recht) heeft grote invloed op het nationaal bestuursrecht. Deze invloed doet zich niet alleen gevoelen in het algemeen deel van het bestuursrecht, maar geldt ook voor de bijzondere delen, zoals het mededingingsrecht (het optreden van de NMa tegen bouwbedrijven i.v.m. verboden prijsafspraken), en het financieel bestuursrecht (Nederlandse subsidies moeten van de Europese Commissie worden teruggevorderd omdat zij verboden staatssteun opleveren). Waar u straks ook als bestuursrechtjurist gaat werken: grondige kennis van de doorwerking van EVRM- en EU-recht in het nationale bestuursrecht is onmisbaar. Terwijl het belang van het Europeanisering in de juridische praktijk almaar toeneemt, laten Europeaniseringsprocessen nog veel praktische en juridische vragen onbeantwoord.

Opzet van het vak
Het vak bestuursrecht in de Europese rechtsorde bestaat uit twee delen. Het eerste (privatissimum) deel bespreekt de theorie van de Europeanisering van het nationaal bestuursrecht. Het tweede (practicum) deel bestudeert de Europeanisering van het Nederlandse bestuursrecht in de praktijk.

1) Europeanisering van het bestuursrecht: de theorie
Het eerste, theoretische deel, bespreekt de verschillende leerstukken die de Europeanisering van het nationale bestuursrecht beheersen. Tijdens dit deel zal aandacht worden besteed aan verschillende thema’s die de Europeanisering van het nationale bestuursrecht beheersen. Zo komen de algemene doorwerkingsbeginselen en -mechanismen aan de orde en wordt aandacht besteed aan de wijzen het Unierecht het bestuurs(proces)recht beïnvloedt en inkadert. Aan de orde komen de beginselen van institutionele en procedurele autonomie, de beginselen van gelijkwaardigheid, doeltreffendheid en effectieve rechtsbescherming. Daarnaast zal worden ingegaan op de doorwerking van Europese grondrechten in de nationale rechtsorde, alsmede op de invloed van het Unierecht op nationale rechtsbeginselen. Tot slot zal ook de invloed van het Unierecht worden besproken op het terrein van handhaving.

2) Europeanisering in de praktijk
Het tweede deel van het vak staat in het teken van ‘Europeanisering in de praktijk’. Tijdens deze drie weken zullen docenten met kennis en expertise op deze drie terreinen Europeaniseringsprocessen en de gevolgen daarvan in de praktijk bespreken. Het onderwijs vindt plaats in de vorm van werkgroepen en wordt een actieve participatie van de studenten aangemoedigd. Tijdens die de laatste drie of vier weken kunnen de studenten kiezen uit twee tot vier verschillende cursussen. De thema’s van deze deelcursussen zullen nog worden bekend gemaakt.

Opdrachten
Naast de wekelijkse hoorcolleges leveren de studenten drie schriftelijke opdrachten in waarin zij reflecteren op de voorgeschreven literatuur en jurisprudentie. De schriftelijke opdrachten bestaan uit:

  1. Het schrijven van een beschouwing (opdracht 1). De beschouwing telt voor 15% mee voor uw eindcijfer
  2. Het uitwerken van een casus (opdracht 2). Deze casus telt voor 30% mee voor uw eindcijfer.
  3. Het schrijven van een annotatie (opdracht 3). De annotatie wordt geschreven over een recente uitspraak die betrekking heeft op één van de onderwerpen van de verdiepingscursus. De annotatie telt voor 25% mee voor uw eindcijfer.

Naast het inleveren van de schriftelijke opdrachten dient u eveneens éénmaal een vlog te maken en éénmaal een vlog van uw medestudenten te becommentariëren (een ‘peer-review’). De presentatie van de vlogs en de peer-reviews zullen plaatsvinden in het derde uur van ieder hoorcollege. Deelname aan dit laatste gedeelte van het hoorcollege is facultatief voor de studenten die in de betreffende week géén vlog moeten inleveren of een vlog moeten peer-reviewen. Deelname aan dit laatste gedeelte van het college is wél verplicht wanneer u een vlog inlevert of optreedt als peer-reviewer. Beide onderdelen afzonderlijk (de vlog en de peer review van de vlog) tellen voor 15% mee voor uw eindcijfer.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Dit vak is zowel theoretisch-verdiepend als praktisch van aard. In de eerste plaats beoogt het vak u grondig kennis te laten nemen van het Europese recht (EVRM- en EU-recht) en (vooral) de wijze van doorwerking in het nationale bestuursrecht en de consequenties daarvan. Daarnaast is veel plaats ingeruimd voor het bediscussiëren van uitspraken, waarbij begrip en kennis van de Europese invloeden centraal staan. Daardoor, maar vooral ook door het Europese perspectief van waaruit het nationale bestuursrecht wordt benaderd, vormt het vak een belangrijke verdieping van de bestuursrechtelijke kennis die in de Bachelorfase is opgedaan en bereidt het u voor op de praktijk van het moderne bestuursrecht, mede via training van analytische en schriftelijke vaardigheden.

Na afronding van het vak hebben studenten de volgende vaardigheden verworven:

  • U heeft grondige juridische kennis over het Europese (bestuurs)recht en de invloed daarvan op het Nederlandse bestuursrecht.

  • U bent in staat ten aanzien van een Europeesrechtelijk onderwerp dat van invloed is op het Nederlandse bestuursrecht een standpunt in te nemen en dat uit te leggen en te verdedigen.

  • Uw onderzoeksvaardigheden zijn verbeterd door middel van de zelfstandige voorbereiding van casus en andere opdrachten. Daarvoor is literatuur- en jurisprudentieonderzoek en analyse van de gevonden resultaten nodig.

  • Uw schriftelijke vaardigheden zijn verbeterd door het maken van tussentijdse opdrachten in de vorm van een casus, een stelling en een betoog.

  • Uw mondeling vaardigheden zijn verbeterd door het maken van een ‘vlog’ en door het presenteren van feedback op een ‘vlog’ van uw medestudent (peer review).

  • U bent in staat om zelfstandig ten aanzien van uitspraken waarin juridische vragen aan de orde zijn die zien op de Europese beïnvloeding van het bestuursrecht een standpunt in te nemen.

Rooster

Beschikbaar via de website.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 10

  • Namen docenten: prof. mr. dr. W. den Ouden, mr. J.C.A. van Dam MA. en eventuele (gast)docenten

  • Vereiste voorbereiding door studenten: zie Blackboard, rubriek Rooster

Bespreking van vlogs en peer-review van vlogs

  • Aantal à 1 uur: 10

  • Namen docenten: prof. mr. dr. W. den Ouden, mr. J.C.A. van Dam MA en eventuele gastdocenten.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: zie Blackboard.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 3

  • Namen docenten: prof. mr. dr. W. den Ouden, mr. J.C.A. van Dam MA en eventuele gastdocenten.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: zie Blackboard.

Toetsing

Toetsvorm(en)

  • Praktische oefening 1: het, samen met een medestudent, opnemen van een ‘vlog’ waarin een analyse wordt gegeven van een vooraf bepaalde rechterlijke uitspraak.

  • Praktische oefening 2: het, samen met een medestudent, beoordelen van een ‘vlog’ van medestudenten en daarover mondeling verslag uitbrengen in de werkgroepbijeenkomst.

  • Deeltoetsen: het maken van drie tussentijdse schrijfopdrachten (het uitwerken van een betoog, het oplossen van een casus, het schrijven van een annotatie) over de studiestof van de voorafgaande onderwijsweken.

  • De cijfers van de deeltoetsen (de schriftelijke opdrachten en de praktische oefeningen) zijn alleen geldig tijdens het lopende studiejaar. Indien het vak na afloop van het studiejaar nog niet is behaald, komen de behaalde deelcijfers te vervallen.

Alle onderdelen (incl. praktische oefeningen) worden beoordeeld met een cijfer. Het eindcijfer is als volgt opgebouwd:

  • Het schrijven van een beschouwing (15% van het eindcijfer)

  • Het uitwerken van een casus (30% van het eindcijfer)

  • Het schrijven van een annotatie (25% van het eindcijfer)

  • Twee praktische oefeningen (vlog en peer-review) van elk 15% (samen 30%).

Deelname aan de schriftelijke eindopdracht is alleen mogelijk, wanneer de student aan de praktische oefeningen (vlog en presentatie peer-review) met goed gevolg heeft deelgenomen.
Let op: Herkansing van de deelopdrachten en de praktische oefening is niet mogelijk.

Inleverprocedures
Via Blackboard.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, zoals nader aangegeven op Blackboard, en hetgeen behandeld is tijdens de colleges en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

  • T. Barkhuysen en M.L. van Emmerik, Europese grondrechten en het Nederlandse bestuursrecht, Deventer: Wolters Kluwer 2017;

  • S. Prechal en R.J.G.M. Widdershoven, Inleiding tot het Europees bestuursrecht, Nijmegen: Ars Aequi Libri 2017;

  • Nog nader op Blackboard aan te geven literatuur en jurisprudentie.

Werkboek:

  • Geen (werkgroepopdrachten worden gepubliceerd op Blackboard)

Reader:

  • Geen.

Aanbevolen studiemateriaal

  • Geen.

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis.

Contact

  • Vakcoördinator: mr. J.C.A. van Dam MA

  • Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, kamer B1.38

  • Bereikbaarheid: via secretariaat

  • Telefoon: 071 527 7760

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Publiekrecht

  • Afdeling: Staats- en bestuursrecht

  • Kamernummer secretariaat: B1.11

  • Openingstijden: 9.00 – 16.30 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 527 7760

  • E-mail: staatsenbestuursrecht@law.leidenuniv.nl

Opmerkingen

Geen.