Italian Language and Culture
Bachelor
Course | EC | Semester 1 | Semester 2 |
---|---|---|---|
First semester |
|||
Italiaans: Taalvaardigheid IIa | 5 | ||
Italiaans: Taalvaardigheid IIb | 5 | ||
Grammatica storica e storia della lingua italiana | 5 | ||
La tradizione poetica | 5 | ||
Letteratura e cinema (dal 1950 ad oggi) | 5 | ||
Kerncurriculum: Wetenschapsfilosofie | 5 | ||
Second semester |
|||
Italiaans: Taalvaardigheid IIc | 5 | ||
Italiaans: Taalvaardigheid IId | 5 | ||
Linguistica italiana: sintassi e dialettologia | 5 | ||
La tradizione novellistica | 5 | ||
Dante poeta del mondo medievale | 5 | ||
L’Italia oggi | 5 |
Course | EC | Semester 1 | Semester 2 |
---|---|---|---|
Eerste semester |
|||
Traduzione italiano - olandese (Corso monografico) | 5 | ||
L'italiano in musica: la canzone italiana contemporanea (Corso monografico) | 5 | ||
Keuzeruimte (invulling eerste en tweede semester Italiaans) | 30 | ||
BA eindwerkstuk Italiaanse taal en cultuur | 10 | ||
Tweede semester |
|||
Linguistica italiana: sintassi e dialettologia | 5 | ||
Keuzeruimte (invulling eerste en tweede semester Italiaans) | 30 | ||
BA eindwerkstuk Italiaanse taal en cultuur | 10 | ||
Kies een van de volgende twee: |
|||
La tradizione epica e cavalleresca (Corso monografico) | 5 | ||
L'italiano per gli insegnanti (Corso monografico) | 5 |
Keuzevakken voor niet-hoofdvakstudenten Italiaans (meer informatie)
N.B.: De taalvaardigheidsvakken voor hoofd- en keuzevakstudenten zijn verschillend: keuzevakstudenten dienen zich in te schrijven voor de vakken Italiano I, Italiano II en Italiano III.
Voor studenten binnen de Leidse faculteit der Geesteswetenschappen die een individueel vakkenpakket (zoals het keuzepakket Italiaanse taal en cultuur) samenstelllen gelden de volgende voorwaarden: de vakken, met een totaal van 30 ec, moeten met elkaar samenhangen, een opbouw vertonen en minimaal één cursus van 5 ec op niveau 300 bevatten.
Om een keuzepakket samen te stellen volgens deze voorwaarden kun je 5 vakken kiezen uit het onderstaande aanbod, waarbij in begeleide zelfstudie het keuzepakket verplicht dient te worden afgerond met een paper, het lavoro scritto.
In individuele gevallen en om inhoudelijke redenen kan van de samenstelling van dit pakket worden afgeweken: neem hierover in ieder geval contact op met de studiecoördinator.
Het studieprogramma Italiaanse taal en cultuur bestaat uit twee delen: het bachelorprogramma en een daarop aansluitend masterprogramma. Deze gids beschrijft vanaf de volgende paragraaf het driejarige bachelorprogramma. De masterprogramma’s van de Faculteit der Geesteswetenschappen zijn begonnen in 2005, toen de eerste lichting studenten de bachelorprogramma’s had afgerond. Elke student die een BA-diploma in een Leidse studie geesteswetenschappen behaalt, krijgt zonder verdere selectie toegang tot minstens één MA-programma. In het algemeen zal dat de ‘doorstroommasteropleiding’ zijn, dat wil zeggen een meestal eenjarig MA-programma op het gebied van de afgesloten BA-studie. Naast deze doorstroommasteropleiding zijn er een tweejarige ‘onderzoeksmasteropleiding’ Voorts ontwikkelt de faculteit enkele eenjarige ‘beroepsvoorbereidende masteropleidingen’ en ten slotte zullen studenten een keuze kunnen maken uit een aantal een- of tweejarige ‘internationale masteropleidingen’. Voor meer informatie over de verschillende masteropleidingen en de inschrijvingsprocedure, zie mastersinleiden.nl.
Het eerste jaar van het bachelorprogramma bestaat uitsluitend uit onderdelen van het hoofdvak. In het tweede en derde studiejaar worden deze hoofvakonderdelen verder uitgebouwd en in het derde jaar is er tevens een vrije keuzeruimte van in totaal 30 ec voorzien.
Bachelors Italiaanse taal en cultuur beschikken over:
algemene kennis van en inzicht in de Italiaanse taal en de Italiaanse letterkunde, neerkomend op de systematiek en de globale historische ontwikkeling van de Italiaanse taal; de belangrijkste schrijvers en stromingen uit de Italiaanse letterkunde; de grote lijnen van de Italiaanse (cultuur)geschiedenis; de belangrijkste aspecten van de hedendaagse Italiaanse maatschappij en cultuur.
algemene kennis van en inzicht in kernbegrippen, apparaat, onderzoeksmethoden en technieken (met verwijzing naar desbetreffende theorieën) e.d. van de Italiaanse taal en letterkunde;
taalvaardigheid op het gebied van luisteren, lezen, gesproken interactie, gesproken productie en schrijven van en in het Italiaans.
algemene academische vaardigheden op het gebied van ict, schriftelijke en mondelinge presentatie, elementair onderzoek en samenwerking.
Eerste jaar: propedeuse
Het doel van de propedeuse is dat de student zich een duidelijk beeld vormt dat representatief is voor de totale opleiding Italiaanse taal en cultuur in Leiden. Het propedeuseprogramma is daarom zo ingericht, dat de student niet alleen een begin maakt met een intensieve verwerving van de Italiaanse taal, maar ook kennismaakt met en enig inzicht verwerft in de wetenschappelijke bestudering van de taal- en de letterkunde in het algemeen en van de Italiaanse in het bijzonder. Zo legt de propedeuse de noodzakelijke basis waarop later in de studie wordt voortgebouwd.
Voor meer informatie overhet BSA en het bijbehorende studiebegeleidingsplan, zie
BSA-regeling
Wanneer je te maken hebt gehad met persoonlijke omstandigheden die de voortgang van je studie hebben belemmerd, moet de examencommissie daar rekening mee houden bij het uitbrengen van haar studieadvies als je die omstandigheden direct bij de opleiding hebt gemeld.
Als je in het eerste jaar van inschrijving voor 1 februari schriftelijk kenbaar maakt dat je je wilt uitschrijven en voor 1 maart daadwerkelijk bent uitgeschreven krijg je in dat studiejaar verder geen studieadvies. Een nieuwe inschrijving voor de betreffende opleiding, wordt voor deze regeling beschouwd als je eerste inschrijving.
Tweede en derde jaar
Tijdens het tweede en derde jaar van de studie Italiaans verdiept de student zich verder in de vakgebieden taalvaardigheid, taalkunde, letterkunde en cultuurkunde. Een enkel college taal- en letterkunde van het tweede en derde jaar wordt alternerend, dat wil zeggen om het jaar, aangeboden.
Studenten dienen in het derde jaar drie corsi monografici te kiezen.
Keuzeruimte
In het derde jaar van de bacheloropleiding is er een vrije keuzeruimte van 30 ec (15 ec per semester).
De vrije keuzeruimte kan worden ingevuld met:
een Minor
een door de student zelf samengesteld pakket cursussen
een buitenlandverblijf
een academische stage
Voor meer informatie over de keuzeruimte en de mogelijke invulling daarvan, zie Invulling van je keuzeruimte
Onder de naam ‘PraktijkStudies’ worden vijf beroepsgerichte minoren aangeboden:
Boek, boekandel en uitgeverij
Europese Unie Studies
Journalistiek en Nieuwe Media
Internationaal en intercultureel Management
Educatieve minor
Voor meer informatie zie de site van PraktijkStudies
De keuze van de studieonderdelen ter invulling van de keuzeruimte behoeft de goedkeuring van de examencommissie.
Om te kunnen afstuderen moeten studenten het programma van 180 ects hebben behaald, voldoen aan eisen die gelden voor de keuzeruimte en, als onderdeel van het programma, hun BA-eindwerkstuk met succes te hebben afgerond.
Alle studenten dienen ter afronding van hun bacheloropleiding een eindwerkstuk te schrijven. Dit werkstuk heeft een studielast van 10 ec.
Het BA-eindwerkstuk sluit aan bij één van de specialismen van de Opleiding Italiaanse taal en cultuur, te weten: de letterkunde van de Middeleeuwen en de Renaissance, moderne letterkunde, historische taalkunde en moderne taalkunde.
De propedeuse- en de bachelorstudie worden afgesloten met een examen. Deze examens zijn geformaliseerd, dat wil zeggen dat studenten aan de eisen voor de examens hebben voldaan, zodra zij het programma van de propedeuse, respectievelijk het bachelorprogramma met voldoende resultaat hebben doorlopen. Het diplomasupplement bevat nadere informatie over de gevolgde vakken en de behaalde resultaten.
Uitgangspunt is dat een student per studiejaar 42 weken aan de studie besteedt en dan veertig uur per week werkt. Een studiejaar telt zo 1680 studie-uren. De studiebelasting wordt uitgedrukt met behulp van het European Credit Transfer System. De 1680 studie-uren staan gelijk aan 60 ec-punten, dus 1 ec-punt (kortweg ‘ec’) staat voor 28 uur.
De onderwijstijd in uren (colleges, toetsen e.d.) wordt per vak in de egids aangegeven. Na elk tentamen is er de mogelijkheid op een afgesproken uur het tentamen in te zien en te bespreken.
Binnen de opleiding Italiaanse taal en cultuur bestaan voor het onderwijs verschillende werkvormen. In alle gevallen is actieve deelname van de student van groot belang.
Om de participatie van de student te stimuleren zijn steeds meer (elementen van) actieve werkvormen binnen het studiecurriculum ingevoerd. Ook maakt Blackboard, de digitale leeromgeving van de Faculteit der Geesteswetenschappen, steeds vaker deel uit van het onderwijsproces.
De werkvormen kunnen worden gecombineerd met diverse manieren van toetsing.
Voor werkcolleges, waarbij de eindwaardering ook op grond van de inbreng van de student tot stand komt, kan de verplichting van aanwezigheid worden gesteld. Werkcolleges die met een testimonium worden afgesloten, hebben in ieder geval het karakter van verplichte aanwezigheid.
De corsi monografici binnen de opleiding Italiaans hebben allemaal de vorm van werkcollege.
De scriptie komt op individuele basis, in overleg met een docent, tot stand.
Om de student snel tot studeren aan te zetten en al spoedig met de eerste studieresultaten te confronteren, zijn halverwege het eerste semester reeds tentamens gepland.
Bij verschillende studieonderdelen zijn, als ijkpunten voor de student, tussentijdse toetsen ingebouwd. De tentamenperiodes zijn gedurende de toetsweek in het eerste semester (21-25 oktober), aan het einde van het eerste semester, gedurende de toetsweek in het tweede semester (24-28 maart) na het tweede semester en voor een aantal vakken in de tweede helft van augustus (voor precieze data: zie Tentamenroosters).
Toetsvorm van hoor-/werkcolleges: tentamen.
Mogelijke toetsvormen van werkcolleges:
werkstuk(ken) eventueel gecombineerd met opdrachten
tentamen eventueel gecombineerd met opdrachten
opdrachten bekroond met testimonium.
Examinering geschiedt schriftelijk, in een enkel geval mondeling, of door middel van een werkstuk. Referentiepunten bij de examinering zijn kennis, inzicht en vaardigheden. Elk studieonderdeel heeft tenminste één herkansing in hetzelfde studiejaar.
Voor een tentamen dient men zich uiterlijk 10 dagen voor de tentamendatum aan te melden via uSis. De tentamenuitslagen worden binnen 15 werkdagen, ook via uSis, bekend gemaakt.
Het secretariaat verstrekt telefonisch geen inlichtingen over tentamenresultaten. De cijfers voor tentamens worden vastgesteld door de docenten en doorgegeven aan het secretariaat. Bij onvoldoendes (< 5,49) worden slechts hele cijfers genoteerd. Bij voldoendes worden hele en halve cijfers genoteerd, zoals bijvoorbeeld een 6 (= 5,5 t/m 6,25), een 6,5 (= 6,3 t/m 6,75) of een 7 (= 6,8 t/m 7,25). Bij een voldoende resultaat (minimaal 6,0) worden studiepunten toegekend. Dit betekent dat in principe het tentamen niet mag worden overgedaan.
De universiteit maakt gebruik van het studentadminstratiesysteenm uSis.
Het is voor àlle studenten verplicht zich in te schrijven voor colleges, werkgroepen en tentamens.
De resultaten van tentamens, werkgroepen en scripties worden door het secretariaat van de opleiding verwerkt in het geautomatiseerde administratiesysteem uSis. Daarvoor is het noodzakelijk dat er gebruik wordt gemaakt van vaste codes die overeenkomen met de afgelegde studieonderdelen, zoals ook vermeld in deze studiegids. Studenten kunnen via de self-service component van uSis hun onderwijsprogramma, tentamenresultaten, rooster etc. opvragen en zich aan- en afmelden voor tentamens en cursussen.
Mondelinge en schriftelijke tentamens worden gedateerd op de dag van aflegging. Werkstukken en scripties worden gedateerd op de dag dat de docenten of scriptiebegeleiders het cijfer toekennen. Studenten die in het kader van hun hoofdvakstudie cursussen volgen aan andere Nederlandse of buitenlandse universiteiten, dienen daar zelf om studiebewijzen te vragen en deze zo spoedig mogelijk te bezorgen bij de studiecoördinator van de eigen opleiding.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat de administraties van de universiteit en de opleiding steeds over zijn of haar juiste adres beschikken (dit is het adres waarop men het best en snelst wordt bereikt). Adreswijzigingen dient men onmiddellijk door te geven. Dat kan het best via uSis of bij de centrale informatiebalie, Studentencentrum Plexus, Kaiserstraat 25. De nieuwe gegevens zijn daarmee ook bereikbaar voor de eigen studieadministratie.
Eenieder die in het bezit is van een VWO- of HBO-diploma of een propedeuse- dan wel einddiploma WO kan het bachelorprogramma Italiaanse taal en cultuur volgen. Ook een met goed gevolg afgelegde propedeuse van een HBO-opleiding behaald in of na 1986 geeft toegang tot deze studie.
Voor toegang met een buitenlands diploma zijn geen vaste regels te geven. Een aanvraag moet in ieder geval zeer ruim (soms een jaar) vóór aanvang van de studie worden ingediend. Voor informatie en hulp kunt u zich wenden tot het International Office.
Studenten die niet één van de bovengenoemde vooropleidingen hebben gedaan, kunnen een colloquium doctum afleggen om toegang te krijgen tot de universiteit, mits zij 21 jaar worden voor het beoogde studiebegin.
Voor aanmelding en toelatingsprocedures zie Colloquium doctum.
Zie voor de Onderwijs- en Examenregeling (OER): Reglementen