Toegangseisen
Niet van toepassing
Beschrijving
Als je een taaluiting interpreteert, maak je gebruik van verschillende soorten informatie: de betekenis van de morfemen/woorden (lexicale informatie), de betekenis van grammaticale constructies en woordvolgorde, intonatie en je kennis van de context en taalgebruiksregels. Je gebruikt al die informatie om te begrijpen welke bedoeling de spreker met zijn/haar taaluiting heeft, dus welke conclusies je aan zijn/haar uiting kan verbinden. In dit college onderzoeken we met name de bijdrage van de semantiek, dus de betekenis van woorden en grammaticale constructies, aan de interpretatie van taaluitingen. Hoe ‘stuurt’ de spreker de hoorder in de richting van een bepaalde interpretatie? Wat is de retorische dimensie van specifieke woorden en grammaticale constructies?
Het is duidelijk dat taalgebruikers door hun woordkeus de gedachten van gesprekspartners of lezers een bepaalde kant op sturen. Het maakt uit of je een beperking van de hypotheekrente-aftrek “verhoging van de woonlasten” noemt of “afschaffing van de villa-subsidie” – bij het eerste denk je eerder aan een overheid die onterecht je geld afpakt, bij het tweede eerder aan het onterecht uitdelen van geld. Maar ook grammaticale keuzes, die meestal onbewust worden gemaakt en minder opvallen, hebben zo’n retorische dimensie. Waarom koos Mabel Wisse Smit voor de formulering ‘Er werd overnacht op de boot’ toen ze sprak over haar verblijf op de boot van crimineel Klaas Bruinsma? Waarom is Toen ik je zag zo’n goede titel? Wat is er strategisch aan de manier waarop Matthijs van Nieuwkerk zijn vragen formuleert? Het is die sturende kracht van grammatica die in dit college centraal staat, waarbij allerlei grammaticale verschijnselen van het Nederlands aan bod komen, in elk geval ontkenning, modale werkwoorden, de gebiedende wijs, insubordinatie, conditionele constructies en partikels. Alle deelnemers voeren ook zelf onderzoek uit naar een specifieke constructie in het hedendaagse Nederlands.
Leerdoelen
Na afronding van dit college kun je:
wetenschappelijke artikelen over de semantiek en pragmatiek van Nederlandse constructies lezen en begrijpen
de theorie over argumentatieve semantiek samenvatten en illustreren
reflecteren op de relatie tussen taalysteem en taalgebruik, tussen semantiek en pragmatiek
de theorie toepassen in een analyse van een zelf gekozen verschijnsel uit de Nederlandse grammatica en daarover inzichtelijk rapporteren in een nota die voldoet aan de eisen van een wetenschappelijke tekst
Rooster
Kijk op MyTimetable.
Onderwijsvorm
Werkcollege
Toetsing en weging
Toetsing
Schriftelijk tentamen met invul- en essay-vragen: 50%
Werkstuk (uitgewerkte case study): 50%
Tentamen en werkstuk moeten allebei minimaal 5.5 zijn.
Deelname aan discussieforum en presentaties op college zijn verplicht en moeten voldoende zijn.
Weging
Zie hierboven.
Herkansing
Schriftelijk tentamen en werkstuk mogen beide één keer worden herkanst.
Nabespreking tentamen/werkstuk
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het tentamen plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.
Literatuurlijst
De meeste literatuur is on-line beschikbaar via Brightspace.
Aanschaffen:
Ronny Boogaart, Een stoptrein is een sprinter zonder wc. De sturende kracht van taal. Amsterdam University Press (2015).
Inschrijven
Inschrijven via uSis is verplicht.
Algemene informatie over uSis vind je op de website
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing
Contact
Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Dr. R. Boogaart
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek.Reuvensplaats
Opmerkingen
n.v.t.