Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
(Ortho)pedagogen zijn gericht op het verbeteren van de mogelijkheden om langs opvoedende en onderwijzende weg, ontwikkelingsbelemmeringen bij kinderen op te lossen en de levenskwaliteit van kinderen en hun opvoeders te verbeteren. Hiervoor moeten pedagogen achterhalen welke hulpbehoefte bestaat bij cliënten. Ze dienen vervolgens na te gaan welke interventies beschikbaar zijn en hoe deze effectief kunnen worden gebruikt. Ook het ontwikkelen en valideren van diagnostiek, interventies en implementatiemodellen of -strategieën horen daarbij. Pedagogen dragen direct en indirect bij aan de ontwikkeling van kinderen, tegelijkertijd ondermijnen ze soms ook een onverstoorde ontwikkeling van kinderen of doen te weinig om een verstoorde ontwikkeling te vermijden of bij te sturen.
Autonomie en zelfbeschikking van de cliënt zijn belangrijke uitgangspunten van pedagogisch handelen, maar kunnen niet los worden gezien van vragen rond gezag en risico’s. Het doen gelden van (ortho)pedagogische verantwoordelijkheid kan gemakkelijk botsen met de wijze waarop en de mate waarin deze wordt gereguleerd binnen organisaties als de jeugdzorg. Het kiezen voor pedagogisch handelen, conform protocollen en regels van de organisatie, brengt soms risico’s met zich mee. Het alternatief, niet handelen, brengt ook risico’s met zich mee. Kortom, (ortho)pedagogisch handelen is risicovol. Een professional dient zich daarom altijd optimaal te wapenen tegen fouten door te streven naar verbetering van competenties en oordeelsvorming. Dit besef staat centraal in deze cursus.
In de cursus komen aan de orde:
de theorie-praktijk verhouding in verschillende velden van de pedagogiek
(ortho)pedagogisch handelen en de verzakelijkte zorg
protocollen, routine, en persoonlijke professionaliteit
diagnostische modellen en behandelingsmodellen in de pedagogiek
de principieel risicovolle aard van het werk van pedagogen
omgaan met gezag en autonomie van de cliënt
het optimaliseren van positieve en terugdringen van negatieve effecten van pedagogisch handelen; mogelijkheden en voorwaarden
theorieën die een belangrijke rol spelen in het pedagogisch handelen
Leerdoelen
Tijdens deze cursus worden verschillende opvattingen, theorieën en modellen van orthopedagogische diagnostiek en hulpverlening behandeld. Bij de theorieën gaat het om de vraag welke rol ze spelen in diagnostiek en hulpverlening of welke functie deze theorieën hebben voor diagnostiek en hulpverlening.
Bij de diagnostiek gaat het om verschillende modellen voor het systematiseren van het verzamelen van informatie over de opvoedingssituatie en het functioneren van kinderen. Ook gaat het om het optimaliseren van de kwaliteit van de informatie die wordt gebruikt in een diagnostisch proces door gebruik en verbetering van die modellen.
Studenten weten na afloop van de cursus welke modellen van diagnostiek worden gebruikt, wat de modellen inhouden en in welke situatie ze worden gebruikt. Ook weten ze hoe ze de kwaliteit van diagnostische processen kunnen analyseren, beoordelen en positief beïnvloeden.
Ze weten na afloop ook dat het verklaren van problemen van opvoeders en kinderen afhankelijk is van verklaringsmodellen waarin specifieke informatie over een kind, opvoeder of opvoedings- en ontwikkelingssituatie wordt gekoppeld aan theoretische kennis over de ontwikkeling van kinderen en hun leefsituatie.
Ze weten verder dat het werk van pedagogen en de cliënten van pedagogen gebaat zijn bij een systematische, wetenschappelijke benadering gericht op het gebruik en ontwikkelen van evidentie die toetsbaar is voor en gebruikt kan worden door anderen. Ze leren wat de systematiek van evidence based werken inhoudt. Studenten leren voor zowel diagnostiek als behandeling wat de functies, voordelen en risico’s zijn van het werken met protocollen in het pedagogische werk.
Tenslotte weten ze aan het eind van de cursus op welke wijze de kwaliteit van pedagogische hulpverlening afhankelijk is van verschillende theoretische oriëntaties of voorkeuren van pedagogen en van de kennis die pedagogen hebben van de theorieën die daarbij aan de orde zijn. Uiteraard hebben ze enige kennis van de evidentie die de onderbouwing vormt voor een aantal relevante theorieën.
Rooster
Onderwijsvorm
Hoorcolleges.
Toetsing
MC-tentamen.
Brightspace
Tijdens de cursus wordt gebruik gemaakt van Brightspace.
Literatuur (onder voorbehoud van wijzigingen)
Witteman, C., Van der Heijden, P., & Claes, L. (2014). Psychodiagnostiek: het onderzoeksproces in de praktijk. Utrecht: De Tijdstroom.
Reader Clinical Child and Adolescent Studies: Concepts, Theories, and Challenges_ (2020-2021).
Aanvullende artikelen (worden t.z.t. bekend gemaakt via Brightspace).
Aanmelden
Onderwijs
Het is verplicht om je voor de hoorcolleges in te schrijven via uSis. Zonder geldige inschrijving in uSis kun je niet deelnemen aan onderwijs.
Tentamens
Het is verplicht om je voor ieder tentamen in uSis apart aan te melden. Dat geldt ook voor deeltentamens van een vak. Dit kan tot uiterlijk 10 kalenderdagen voorafgaand aan het tentamen. Zonder geldige inschrijving in uSis kun je niet deelnemen aan het tentamen.
Lees zorgvuldig alle informatie over de procedures en deadlines voor het inschrijven voor vakken en tentamens
Contact
Coördinator van het vak is dr. S. van Berkel