Toegangseisen
Geen.
Beschrijving
Zuid-Afrika. Land van de grote vijf (leeuw, luipaard, olifant, eenhoring en buffel). Land van Tafelberg, excotische wildparken, glanzende stranden. Van Nelson Mandela en Jerusalema. Maar ook een land met een bewogen en soms bloedige geschiedenis die in zijn letterkunde weerspiegeld wordt.
Dit college is een inleiding in de (Zuid-)Afrikaanse literatuur, de literatuur van de taal die ontstaan is uit het koloniale vermenging van zeventiende-eeuwse Nederlands, Oosterse en Afrikatalen en gesproken wordt in Zuid-Afrika en Namibië. De Afrikaanse literatuur is ook een postkoloniale hybride van Europese en ander tradities met locale geschiedenis, spraakgewoonten en verteltradities. Dat is het uitgangspunt van dit college.
Tijdens het college wordt aandacht besteed aan de problemen waarvoor het Afrikaans de Nederlandse lezer stelt. Op een historische en literair-historische introductie volgen hoorcolleges over onderwerpen als: Afrikaanse literatuur en Westerse tradities, zoals Realisme, Symbolisme, Modernisme of Postmodernisme; Afrikaans literatuur en inheemse orale tradities; creolisering in inhoud, taal en vorm in het werk van dichters en dichteressen; Kaaps in het werk van Ronelda Kamfer, Chase Rhys en andere als een uitzonderlijke soort creolisering. Daarna werkcolleges over een half dozijn literaire werken. De studenten houden een mondelinge presentatie en schrijven leesverslagen en een collegescriptie. Naast de hoorcolleges verschaft ook het steunboek een kader waarbinnen deze literatuur geplaatst kan worden.
Leerdoelen
Het verwerven van kennis van en inzicht in de Afrikaanse literatuur. De student situeert de Afrikaanse teksten in historisch en literairhistorisch verband en krijgt een open oog voor wat nog geschreven gaat worden. De student kan overwegen om zijn BA-scriptie te schrijven over een Afrikaans onderwerp en/of een semester te gaan studeren aan een universiteit in Zuid-Afrika.
Rooster
Kijk op MyTimetable.
Onderwijsvorm
Werkcollege
Toetsing en Weging
De collegescriptie weegt het zwaarst (70%). Daarnaast de mondelinge presentatie (20%), de leesverslagen (10%) en andere bijdragen aan de werkgroep. Alle bijdragen moeten als voldoende worden beoordeeld. Als het eindcijfer onvoldoende is moet het werkstuk herkanst worden.
Literatuurlijst
- Het steunboek is Eep Francken en Luc Renders: Skrywers in die strydperk. Krachtlijnen in de Zuid-Afrikaanse letterkunde. Amsterdam, Bert Bakker 2005.
Inschrijven
Via uSis.
Contact
Prof.dr. H.M. Viljoen