Toegangseisen
Let op: Deze pagina is voor de reguliere variant van dit vak, en heeft niveau 100. Er bestaat van dit vak ook een minor/keuzevak variant met niveau 200. Dit vak heeft een aparte studiegidscode/studiegidspagina.
Beschrijving
Hoe is het Nederlandse openbaar bestuur eigenlijk ontstaan en wat zijn haar fundamenten? Wat is de oorsprong van Nederlandse hedendaagse publieke instituties, organisaties en politiek-bestuurlijke cultuur? Welke invloed heeft het verleden op hedendaagse politiek en openbaar bestuur? Waar zit verandering, continuïteit en diversiteit? In het vak bestuursgeschiedenis geven wij de aanzet om op deze grote vragen een antwoord te geven. Enerzijds besteden wij in deze cursus aandacht aan ontstaan, groei en verandering van elementen van het Nederlandse openbaar bestuur van de vroegmoderne tijd (ca. 1650) tot nu om bestuurlijke ontwikkelingen in verleden en heden te doorgronden. Anderzijds hebben wij aandacht voor bestuursgeschiedenis als wetenschappelijke discipline in samenhang met de studie Bestuurskunde. De idee dat handelingen en gebeurtenissen in het verleden van invloed zijn op beslissingen en beleid in het heden wordt intuïtief veelal wel erkend. Het blijft echter vaak de vraag hoe, in welke mate en waarom dit dan het geval is. Door in te gaan op belangrijke bestuurshistorische vragen, theorieën, concepten en discussies worden studenten bestuurskunde in staat gesteld zelf antwoorden te bieden. De cursus laat zo zien dat kennis van het politiek-bestuurlijke verleden niet alleen leuk is om te weten maar dat het ook anderszins bijzonder nuttig kan zijn voor de bestuurskundige van de toekomst.
Leerdoelen
Kennis hebben van een historisch overzicht van het Nederlandse openbaar bestuur van de vroeg-moderne tijd tot nu.
Identificeren en herkennen van de historische achtergronden (continuïteit, verandering en diversiteit) van kenmerkende hedendaagse ontwikkelingen in politiek en openbaar bestuur.
Kennis nemen van verschillende thema’s van (actueel) bestuurshistorisch onderzoek
Belangrijke theorieën, vragen en concepten uit de bestuursgeschiedenis gebruiken voor de Bestuurskunde als wetenschappelijke discipline.
Ervaring opdoen met het verrichten van beschrijvend bestuurshistorisch onderzoek in groepjes op het thema “Staatscommissies en advies aan de regering 1814 - heden”.
Rooster
Op de openingspagina van de opleiding vind je aan de rechterzijde van de E-gids doorlinkmogelijkheden naar de website en de roosters, uSis en Brightspace.
Onderwijsvorm
Dit vak bestaat uit 7 hoorcolleges van ieder twee uur en een eenmalige werkgroep t.b.v. de werkgroepopdracht.
Hoorcollege
Op het eerste en laatste college na, hebben alle hoorcolleges feitelijk eenzelfde structuur. Ten eerste zal een nadere blik worden geboden op een chronologisch overzicht van de Nederlandse bestuursgeschiedenis, gekoppeld aan inzichten en vraagstukken met betrekking tot bestuursgeschiedenis als wetenschappelijke discipline. Ten tweede wordt in colleges aandacht besteed aan specifieke voorbeelden of thema’s van bestuurshistorisch onderzoek. Deze voorbeelden worden deels verzorgd door gastsprekers en zijn bedoeld om studenten een idee te geven van de breedte en mogelijkheden van bestuurshistorisch onderzoek en hen kennis te laten maken met verschillende (actuele) bestuurskundige onderwerpen en hun relatie met geschiedenis.
Werkcollege
In de cursus zullen studenten in het kader van een schrijfopdracht ook onderzoek- en schrijfervaring opdoen door het werken in groepjes aan een paper over het onderwerp “Staatscommissies en advies aan de regering 1814 - heden”. In een eenmalig afzonderlijk werkcollege zal hier aandacht aan worden besteed. Tijdens deze werkgroep gaat het over:
Uitleg van de opdracht en werkwijze
Het verrichten van historisch onderzoek naar dit onderwerp
Het opschrijven van informatie op een goed leesbare manier
Het documenteren van informatie met correcte bronvermeldingen
Deelname aan colleges/werkgroep:
Deelname aan de hoorcolleges is facultatief maar wordt uiteraard sterk aanbevolen.
Deelname aan de eenmalige werkgroep ten behoeve van de schrijfopdracht is verplicht
Studielast
Aantal te besteden uren voor dit vak is 140 uur waarvan:
Contacturen: 18 uur (14 uur college + 2 uur werkgroep + 2 uur tentamen inzage/feedback)
Toetsing: 3 uur
Zelfstudie en werken aan schrijfopdracht: 119 uur
Toetsing en weging
Toetsing voor dit vak bestaat uit twee onderdelen:
Een korte schrijfopdracht in een groep ten behoeve van een paper over Staatscommissies, in combinatie met een door elk groepslid ondertekend groepsdocument waarin eenieders bijdrage wordt weergegeven (25%, deelcijfer 1).
Een schriftelijk tentamen met open vragen over alle besproken stof uit literatuur en hoorcolleges (75%, deelcijfer 2).
Het eindcijfer van de cursus komt tot stand door middel van een gewogen gemiddelde van de twee deelcijfers. Het vak is behaald als zowel het gewogen gemiddelde als deelcijfer 2 (het tentamen) tenminste een 5,5 is. Een onvoldoende schrijfopdracht kan zodoende wel worden gecompenseerd met een voldoende tentamen maar andersom kan dit niet.
De vorm van de herkansing is gelijk aan de eerste kans. Het recht op het maken van herkansingen is aan regels gebonden. Zie de website van de examencommissie van de opleiding Bestuurskunde.
Deelcijfers behaald in het voorgaande academiejaar blijven geldig in het huidige academiejaar.
Meer informatie over deelname aan tentamens vind je in de Regels & Richtlijnen.
Literatuurlijst
Wagenaar F.P., Kerkhoff, A.D.N. & Rutgers M.R. (red.). (2011). Duizend jaar openbaar bestuur in Nederland. Van patrimoniaal bestuur naar waarborgstaat (Bussum: Coutinho).
Artikelen door studenten zelf te zoeken. De vakwijzer bij de cursus bevat een uitgebreide handleiding voor het zoeken naar en gebruiken van de opgegeven literatuur.
Inschrijven
Eerstejaars bachelor studenten worden door het Onderwijs Servicecentrum (OSC) ingeschreven en in augustus ingedeeld voor een werkgroep en ingeschreven in uSis.In uSis zie je je persoonlijk rooster en worden de cijfers ingevoerd.
Andere (ouderejaars) studenten die nog de werkgroepen van dit vak moeten volgen, moeten zich melden bij het OSC en worden geroosterd in een werkgroep waar nog plaats is.
Voor aanmelding minoren zie de Minoren web pagina. Minor- en Keuzevakstudenten volgen andere werkgroepen, zie de minor beschrijvingen en de keuzevakkenlijst.
Vanaf het academisch jaar 2020-2021 is Brightspace de digitale leeromgeving van de Universiteit Leiden. Na je inschrijving voor een vak in uSis ben je ook ingeschreven voor de Brightspace omgeving van het vak.
De docent maakt gebruik van Brightspace voor het verspreiden van alle essentiële informatie behorende bij het vak, zoals vakwijzers, uitleg van opdrachten en studiemateriaal. Brightspace zal ca. twee weken voor het begin van de cursus beschikbaar worden gemaakt.
Contact
Dr. A.D.N. (Toon) Kerkhoff
Turfmarkt 99 Den Haag, kamer 4.86
Spreekuur op afspraak
E-mail: a.d.n.kerkhoff@fgga.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Goede, leuke en effectieve colleges zijn gebaat bij actieve en betrokken docenten en studenten. Dit betekent dat studenten geacht worden de stof voorafgaand aan het college te bestuderen en vragen te stellen als zaken onduidelijk zijn. Dat laatste kan zowel voor, tijdens als na de colleges, mondeling of via e-mail.