Toegangseisen
De deelnemer dient bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid van de Universiteit Leiden als student te zijn ingeschreven voor één van de navolgende bacheloropleidingen: Fiscaal recht, Notarieel recht, Rechtsgeleerdheid en Economie, Rechtsgeleerdheid en Bedrijfswetenschappen, Rechtsgeleerdheid en International Business Law.
De deelnemer dient het vak ‘Inleiding strafrecht’ (Ba1) te hebben behaald.
Beschrijving
Dit vak is specifiek bedoeld voor studenten die een studierichting volgen waarvan strafprocesrecht geen verplicht onderdeel uitmaakt (Fiscaal recht, Notarieel recht, Rechtsgeleerdheid - Economie, Rechtsgeleerdheid - Entrepreneurship and Management en Rechtsgeleerdheid - International Business Law), maar die met het oog op de vereisten voor het behalen van het civiel effect het vak Formeel strafrecht wensen te volgen. Voor het behalen van het civiel effect is het volgen van het bachelorvak Strafprocesrecht (10 EC, Ba3) uit de bachelor Rechtsgeleerdheid derhalve niet noodzakelijk.
In het vak ‘Formeel strafrecht voor civiel effect’ staat het formele strafrecht, ofwel het strafprocesrecht, centraal. Het strafprocesrecht biedt het kader waarbinnen het strafrechtelijk onderzoek geschiedt en strafrechtelijke aansprakelijkheid kan worden vastgesteld. In het onderwijs komen de doelstellingen, dragende beginselen en systematiek van het strafproces(recht) aan de orde. Daarbij wordt voortgebouwd op in het eerste en tweede jaar opgedane kennis. Studenten leren vanuit die grondslagen en beginselen ontwikkelingen binnen het strafproces(recht) te problematiseren. Tevens worden in het vak de belangrijkste strafprocesrechtelijke thema’s besproken en wordt in de werkcolleges geoefend met de toepassing daarvan op concrete casus. In het vak wordt ook stilgestaan bij de betekenis van de jurisprudentie van het EHRM voor de gangbare wijze van procederen.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het doel van het vak is het verkrijgen van inzicht in de doelstellingen, dragende beginselen en systematiek van het strafprocesrecht, alsmede – aan de hand van wetgeving en jurisprudentie – het kunnen identificeren en oplossen van strafprocesrechtelijke vraagstukken zoals die zich voordoen in concrete casus.
Leerdoelen
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
De student kan reflecteren op de verschillende fasen in het strafproces alsmede de bij die verschillende fasen behorende en werkzame actoren vanuit het perspectief van de fundamentele beginselen en doelstellingen van het strafproces(recht).
De student kan actuele ontwikkelingen problematiseren door deze in verband te brengen met fundamentele beginselen en de doelstellingen van het strafproces(recht).
De student kan in een gemiddeld complexe casus, met gebruikmaking van wetgeving en jurisprudentie, het gebruik van toezichtbevoegdheden, opsporingsbevoegdheden en dwangmiddelen toetsen.
De student kan in een gemiddeld complexe casus de rechtmatigheid en opportuniteit van de vervolgingsbeslissing beoordelen.
De student kan in een gemiddeld complexe casus voor het strafproces relevante aspecten identificeren en naar aanleiding daarvan een verweer formuleren.
De student kan in een gemiddeld complexe casus de wettelijke bewijsregels toepassen en gemotiveerd beslissingen nemen op de meest gangbare strafprocesrechtelijke verweren.
De student kan uitleggen hoe de artikelen 5, 6 en 8 EVRM doorwerken in het Nederlandse strafprocesrecht.
Rooster
Zie MyTimetable
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 5
Naam docent: mr. Mr.dr. M. Samadi
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de in het werkboek en op Brightspace per week aangegeven verplichte studiestof.
Werkcolleges (aansluitend aan de hoorcolleges)
Aantal à 2 uur: 5
Naam docent: D.B. Sander
Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de in het werkboek en op Brightspace per week aangegeven verplichte studiestof en het maken van de opdrachten uit het werkboek. Bij inschrijving voor het werkcollege verplichten studenten zich dan ook nadrukkelijk tot schriftelijke voorbereiding van en (inter)actieve deelname aan deze vorm van onderwijs.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Schriftelijk tentamen van 2 uur met open vragen.
Schriftelijk hertentamen van 2 uur met open vragen.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens de hoor- en werkcolleges.
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen op het reguliere herkansingsmoment. Om een voldoende te kunnen herkansen, dienen studenten eerst om toestemming te vragen bij het OIC. Kijk voor meer informatie op de studentensite onder ‘Inschrijven voor vakken en tentamens’ > ‘Toestemming voldoende herkansen’.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
B.F. Keulen & G. Knigge, Strafprocesrecht (Ons strafrecht, deel 2), Deventer: Wolters Kluwer (laatste druk).
Jurisprudentie kan online worden geraadpleegd (bijv. via Legal Intelligence). Het is ook mogelijk om alle voorgeschreven uitspraken zelf online te raadplegen.
Werkboek:
- Werkboek Formeel strafrecht civiel effect 2021-2022 (wordt via Brightspace beschikbaar gesteld).
Aanmelden
Zie voor informatie over aanmelding de website onder het kopje “aanmelding onderwijs en tentamens”.
Contact
Vakcoördinator: D.B. Sander
E-mail: d.b.sander@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Strafrecht en Criminologie
Afdeling: Straf- en strafprocesrecht
Kamernummer secretariaat: B3.11
-Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 08.30-17.00 uur
-Telefoon secretariaat: 071 527 7529
-E-mail: strafrechtalgemeen@law.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Indien er van overheidswege (corona-)beperkingen worden opgelegd, is deze vakbeschrijving onderhevig aan wijzigingen.