Studiegids

nl en

Een wonder op aarde, een schat in de hemel: Heilige mensen en plaatsen in de Late Oudheid

Vak
2022-2023

Toegangseisen

De propedeuse Geschiedenis is voltooid en beide BA2 Werkcolleges zijn met een voldoende afgerond, waarvan één in dezelfde richting als het BA3 Seminar. Met de keuze voor het BA3 Seminar leg je de afstudeerrichting Oude Geschiedenis definitief vast.

Beschrijving

De populariteit van heilige mensen en plaatsen was een essentieel onderdeel van de christelijke Romeinse samenleving in de Late Oudheid. Het concept ‘heiligheid’ was gebaseerd op christelijke ideeën over deugd, het hiernamaals en contact met God. Christenen die vanwege hun geloof waren vermoord, werden als heilige martelaars beschouwd. Toen het christendom een algemeen geaccepteerde religie werd in het Romeinse rijk, was een martelaarschap niet meer mogelijk. Door radicale onthouding en ascese probeerden monniken tijdens hun leven toch eenzelfde heilige status als de vroegere martelaars te bereiken. Sommige van hen werden tijdens hun leven zo beroemd dat mensen grote afstanden reisden om de zegen van een vaak arme, uitgemergelde monnik/heilige te ontvangen. Op vergelijkbare wijze werden pelgrimstochten naar heilige plaatsen populair. Het concept van Jerusalem en omgeving als het ‘Heilige land’ deed zijn intrede en men begon relieken van heiligen te verzamelen en vereren. Ten slotte bekijken we hoe het concept van heiligheid in de Late Oudheid ook buiten kerk en klooster tot uitdrukking kwam.

In dit college benaderen we heiligheid in de Late Oudheid als sociaal fenomeen. We bestuderen onder andere het otnstaan van de eerste monastieke gemeenschappen, de populariteit van ascese en liefdadigheid en de aantrekkingskracht van heilige plaatsen. Speciale aandacht zal daarbij gaan naar het heiligenleven dat in de Late Oudheid als invloedrijk genre ontstond.

Het college start met een entreetoets, waarbij de studenten enkele vragen beantwoorden aan de hand van de volgende voorgeschreven literatuur: P. Brown, ‘Holy men’, in: A. Cameron, B. Ward-Perkins en M. Whitby, The Cambridge Ancient History, volume 14: Late Antiquity: Empire and Successors, AD 425-600, (Cambridge 2001) 781-810.

Leerdoelen

Algemene leerdoelen

  • 1) een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    b. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.

  • 2) een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van de eerstejaars Themacolleges, en daarbij:
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.

  • 3) reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd.

  • 4) bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek.

  • 5) bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren.

  • 6) participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  • 7) De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Seminar behoort;

  • bij de afstudeerrichting Oude Geschiedenis: van de Griekse-Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 400 v.C. - 400 n.C.; sociaaleconomische structuren, de antieke stad, mentaliteitsgeschiedenis, antieke religie, cultuurcontact.

  • 8) De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht voor het begrippenapparaat van het Vroege Christendom:

  • bij de afstudeerrichting Oude Geschiedenis: voor antieke teksten en archeologische bronnen; bronnenkritiek en contextualisering; acculturatietheorie.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  • 9) kan de basiselementen van christelijke heiligheid selecteren en interpreteren in primaire bronnen uit de Late Oudheid over personen en plaatsen;

  • 10) verwerft inzicht in het wetenschappelijk debat rond heiligheid als maatschappelijk fenomeen in de Late Oudheid;

  • 11) leert relevante hagiografische informatie (tekstueel en materieel) te gebruiken bij onderzoeksvraagstukken en er zelf een bijdrage aan toe te voegen.

Rooster

De roosters zijn beschikbaar via MyTimetable.

Onderwijsvorm

  • Werkcollege met aanwezigheidsplicht

Dit houdt in dat studenten bij alle werkcolleges aanwezig moeten zijn. Indien je toch verhinderd bent dien je dit vooraf te melden aan de docent. De docent bepaalt vervolgens of, en zo ja, hoe het gemiste college door een vervangende opdracht kan worden ingehaald. Als er specifieke beperkingen zijn bij een college dan maakt de docent dat aan het begin kenbaar. Indien je niet voldoet aan voornoemde voorwaarden, word je uitgesloten van deelname.

Toetsing en weging

Toetsing

  • Werkstuk (6.000-7.000 woorden exclusief voorblad, inhoudsopgave, bibliografie en voetnoten; probleemgestuurd werkstuk op basis van primair bronnenonderzoek)
    getoetste leerdoelen: 1-5, 7-11

  • Entreetoets
    getoetste leerdoelen: 3-5, 7-10

  • Mondelinge presentatie
    getoetste leerdoelen: 3-5, 7-11

  • Participatie
    getoetste leerdoelen: 3, 5-11

  • Opdracht 1: Bronbespreking met groepsdiscussie
    getoetste leerdoelen: 3-11

Weging

  • Werkstuk: 60%

  • Entreetoets: 5%

  • Referaat: 15%

  • Participatie: 5%

  • Opdracht 1: Bronbespreking 15%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn;.

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de deadline zoals aangegeven het desbetreffende collegeschema op Brightspace.

Inzage en nabespreking werkstuk

Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het werkstuk wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de inzage en nabespreking van het werkstuk plaatsvindt.

Literatuurlijst

Het is raadzaam om voor dit college een overzicht te krijgen over de (religieuze) geschiedenis van de Late Oudheid. Een uitstekende en zeer leesbare inleiding is nog altijd het boek van Peter Brown, The World of Late Antiquity, From Marcus Aurelius to Muhammad (Londen 1971; meerdere herdrukken). Een goede (Nederlandse!) inleiding tot het onderwerp van het college is het boek van G.J.M. Bartelink, De bloeiende woestijn. De wereld van het vroege monachisme (Baarn 1993).

Tijdens het college zullen we ons regelmatig met het werk van Peter Brown bezighouden; de te lezen literatuur zal per college via Brightspace bekend worden gemaakt. Verder hoort bij het college een collegeplank, die in de UB ingericht zal worden.

Inschrijven

Inschrijven via My StudyMap is verplicht.

Contact

  • Voor inhoudelijke vragen, neem contact op met de docent (rechts in informatiebalk). De docent is in Leiden aanwezig op dinsdagen en vrijdagen.

  • Voor informatie over inschrijvingen, toelating, etc: Onderwijsadministratie Huizinga

Opmerkingen

geen