Toegangseisen
Het succesvol hebben afgerond van de bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving
Kan de Nederlandse Staat aansprakelijk worden gehouden voor schade door gasboringen in Groningen? Kan de overheid aansprakelijk zijn voor schade die ontstaat door een appellabel besluit dat wegens een motiveringsgebrek wordt vernietigd? En waarom zal de wetgever (naar verwachting) overgegaan tot een volledig forfaitaire wijze van afbakening van het ‘normaal maatschappelijk risico’ bij schade in de vorm van waardedaling van onroerende zaken door rechtmatig overheidshandelen op grond van de Omgevingswet? Dit zijn slechts enkele vragen die recent aan de orde waren in de omvangrijke en veel besproken jurisprudentie en wetgeving op het gebied van de overheidsaansprakelijkheid.
In dit vak worden de belangrijkste deelgebieden van het overheidsaansprakelijkheidsrecht behandeld, waaronder rechtsmachtverdeling en de aansprakelijkheid voor onrechtmatige besluiten, onrechtmatige rechtspraak, schending van EU-recht, én rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie en planschadevergoeding). Zo verwerft u grondige kennis van de bijzondere regels die gelden in — en zijn toegesneden op — de verhouding burger-overheid, zoals die inzake de leer van de formele rechtskracht. Die regels zijn primair nationaalrechtelijk van aard, en krijgen soms een bijzondere inkleuring omdat de overheid partij is. Dat leidt dan tot niet altijd eenvoudig te begrijpen of te voorspellen rechtspraak over bijvoorbeeld causaliteit en relativiteit. Naast de nationaalrechtelijke regels speelt de invloed van Europeesrechtelijke ontwikkelingen een belangrijke rol. De EVRM-rechten (denk alleen al aan artikel 1 EP EVRM — het recht op ongestoord genot van eigendom) worden steeds vaker ingeroepen, terwijl op EU-gebied vooral de Köbler- en Kühne & Heitz-rechtspraak veel aandacht heeft getrokken. Dat de aansprakelijkheid van de overheid mede wordt beïnvloed door rechtspolitieke overwegingen wordt ondertussen niet uit het oog verloren. In dat kader komen onder andere de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten, en de (Invoeringswet) Omgevingswet aan bod. Deze wetten zullen belangrijke materiële en procedurele consequenties hebben voor de overheidsaansprakelijkheid. Eveneens zal blijken dat duurzaamheid en overheidsaansprakelijkheid nauw samenhangen. Kan een verbod energiecentrales op steenkool te laten draaien bijvoorbeeld enkel rechtmatig worden afgekondigd als de eigenaren van deze centrales financieel worden gecompenseerd?
U krijgt les van docenten die werkzaam zijn in de praktijk, bijvoorbeeld als rechter of advocaat. Hun ervaring komt in het onderwijs naar voren. Ook de praktische oefeningen die u in het kader van dit vak moet afleggen (zie hierna onder ‘Toetsing’) bekwamen u in de (schrijf)vaardigheden die u in de beroepspraktijk nodig zult hebben. Indien organisatorisch mogelijk, woont u gedurende het vak een zitting van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State bij in een schadegeschil. Daarbij komt ook aan bod wat de rol is van de verschillende actoren in het overheidsaansprakelijkheidsrecht (de procesvertegenwoordigers, de juristen bij de Raad van State, de staatsraden en de vertegenwoordigers van de overheid).
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het vak stelt zich primair ten doel studenten intensief te trainen in de beantwoording van complexe vragen ten aanzien van de aansprakelijkheid van de overheid, veelal op het grensgebied van het bestuursrecht en het burgerlijk recht.
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende vaardigheden verworven:
Inhoudelijk:
1. De student heeft diepgaande juridische kennis van het recht inzake overheidsaansprakelijkheid en is in staat kritisch op dat recht te reflecteren.
2. De student kan de belangrijkste regels van het overheidsaansprakelijkheidsrecht toepassen op een complexe onbekende casus.
3. De student is in staat vanuit verschillende perspectieven (zoals het perspectief van de overheid, burger, wetgever of rechter) op een complexe stelling te reageren.
4. De student kan duiden wat de toegevoegde waarde is van internationaal recht (zowel EVRM- als EU-recht) voor het overheidsaansprakelijkheidsrecht.
Vaardigheden:
5. De student is in staat in een praktische oefening tot de kern van de stof te komen, onder andere door hoofd- van bijzaken te onderscheiden.
6. De student kan een juridische casus op het terrein van het overheidsaansprakelijkheidsrecht snel analyseren en de verworven theoretische kennis op deze casus toepassen.
7. De student is in staat verantwoord gebruik te maken van relevante bronnen.
Rooster
Zie MyTimetable.
Onderwijsvorm
Dit vak bestaat uit kennisclips en werkbijeenkomsten. U wordt geacht zich iedere week op hoog niveau de stof eigen te maken voorafgaand aan de werkbijeenkomst. U doet dat aan de hand van de kennisclips en literatuur (zoals boeken, bijdragen uit juridische bladen, Kamerstukken en jurisprudentie). Met behulp van de kennisclips raakt u in uw eigen tempo vertrouwd met de basistheorie. De literatuur wordt deels voorgeschreven en deels ook door uzelf vergaard. Het vergaren van literatuur betreft een vaardigheid die u gedurende het vak wordt aangeleerd. Dat bereidt u niet alleen goed voor op uw werkzaamheden na afloop van deze master, maar stelt u ook in staat om gedifferentieerd te studeren: u staat aan het roer van het schip en raadpleegt de bronnen die ú nodig heeft om de stof op hoog niveau eigen te maken. In de werkbijeenkomsten bespreekt u de stof en voorgeschreven opdrachten en stellingen eerst met uw collega-studenten. Vervolgens bespreekt u uw bevindingen met de docentspecialisten, teneinde de fijne kneepjes van het vak aan te leren.
Kennisclips
- Worden wekelijks ter beschikking gesteld.
Werkbijeenkomsten
Aantal à 3,5 uur: 5.
Docenten: Mr. dr. J.H.M Huijts en andere docenten, bekend te maken via Brightspace en/of de syllabus.
Vereiste voorbereiding door studenten: zie hierboven.
Voor alle werkbijeenkomsten is actieve participatie én uitgebreide literatuur- en jurisprudentiestudie vereist.
Andere onderwijsvorm(en)
Geen.
Toetsing en weging
Toetsvorm(en)
Praktische oefening bestaande uit het schrijven van een inleiding van een stuk waarin u reageert op een stelling die wordt bekendgemaakt via Brightspace en/of in de syllabus (10% van het eindcijfer);
Praktische oefening bestaande uit het schrijven van het volledige stuk waarin u reageert op de stelling ten aanzien waarvan u eerst enkel een inleiding schreef (20% van het eindcijfer);
Schriftelijk tentamen (70% van het eindcijfer), dat bij voorkeur digitaal wordt afgenomen (nadere details daarover worden bekendgemaakt via Brightspace en/of de syllabus).
Deelname aan het schriftelijk tentamen en de eventuele herkansing daarvan is alleen mogelijk wanneer de student de praktische oefeningen tijdig en op correcte wijze heeft afgerond.
Alleen het schriftelijk tentamen kan worden herkanst. Bij het hertentamen blijven de cijfers voor de praktische oefeningen staan. Indien een hertentamen wordt afgelegd, wordt het eindcijfer dus voor 30% bepaald door het resultaat voor de praktische oefeningen (inleiding 10% en volledige stuk 20%) en voor 70% door het resultaat voor het hertentamen. Het hertentamen kan mondeling worden afgenomen. Het resultaat voor de praktische oefeningen is slechts geldig gedurende het studiejaar waarin zij zijn afgelegd.
Examenstof
Gedurende het vak doet u in vijf weken diepgaande kennis op ten aanzien van vijf hoofdthema’s op het gebied van het overheidsaansprakelijkheidsrecht. Deze thema’s zullen worden bevraagd op het examen. U dient daartoe in ieder geval te beheersen het verplichte studiemateriaal (zie hierna onder ‘Literatuur’) en hetgeen is behandeld in de kennisclips en tijdens de werkbijeenkomsten.
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen op het reguliere herkansingsmoment. Om een voldoende te kunnen herkansen, dienen studenten eerst om toestemming te vragen bij het OIC. Kijk voor meer informatie op de studentensite onder ‘Inschrijven voor vakken en tentamens’ > ‘Toestemming voldoende herkansen’.
Literatuurlijst
Verplicht studiemateriaal
Geselecteerde hoofdstukken uit T. Barkhuysen, J.E.M. Polak, B.J. Schueler & R.J.G.M. Widdershoven (red.), AB Klassiek, Deventer: Wolters Kluwer 2022.
Per week voorgeschreven literatuur, Kamerstukken en jurisprudentie, die gedurende het vak via Brightspace en/of de syllabus worden bekendgemaakt.
Het zelfstandig te verzamelen materiaal dat nodig is voor een waardevolle deelname aan de werkbijeenkomsten en het succesvol afleggen van de praktische oefeningen.
Project flippen
Dit vak participeert aan het ‘project 'Flippen in de Master Rechtsgeleerdheid'. In zoverre dit noopt tot afwijking van hetgeen staat beschreven in deze e-studiegids, wordt dat tijdig kenbaar gemaakt via Brightspace.
Inschrijven
Inschrijving voor het onderwijs en het tentamen verloopt in principe via MyStudymap. Heb je geen toegang tot MyStudymap (gaststudent) of ben je propedeusestudent, kijk dan hier onder het tabblad Rechtsgeleerdheid voor meer uitleg over de inschrijfprocedure in jouw situatie.
Contact
Vakcoördinator: Mr. dr. J.H.M. (Jonathan) Huijts
Werkadres: Kamer C1.06
Telefoon: 071 527 5338
E-mail: j.h.m.huijts@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Publiekrecht
Afdeling: Staats- en bestuursrecht
Kamernummer secretariaat: B1.11
Openingstijden: 9.00 – 16.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 8917
Opmerkingen
Studenten die het vak als conversievak gaan volgen, dienen zich voorafgaand aan het onderwijs te melden bij de coördinator van het vak.