Ingangsvoorwaarden
Om deel te mogen nemen aan het Bachelorproject moeten alle vakken uit het eerste jaar en Onderzoekspracticum 2 en Oefenonderzoek uit het tweede jaar zijn behaald.
Beschrijving
Het Bachelorproject heeft tot doel studenten ervaring te laten opdoen met wetenschappelijk onderzoek voor een organisatie uit het pedagogisch werkveld. Uitgangspunt is een vraag die speelt in de betrokken organisatie en betrekking heeft op een pedagogisch thema dat past binnen de opleiding. Studenten richten zich zowel individueel als in een team op de vertaling van de vraag in een wetenschappelijk onderzoekbare vraag, verrichten literatuuronderzoek, bezinnen zich op de methodologische, ethische en praktische implicaties van hun onderzoek, verzamelen en analyseren gegevens met betrekking tot de vraagstelling en trekken vanuit wetenschappelijke basis conclusies. Hierover rapporteren studenten vervolgens in een adviesrapport dat in teamverband wordt geschreven en in een wetenschappelijke discussie die door iedere student individueel wordt opgesteld.
Leerdoelen
In het Bachelorproject als sluitstuk van de Bacheloropleiding zetten studenten kennis opgedaan in de studie in, en ontwikkelen zij deze tegelijkertijd verder. Hetzelfde geldt voor hun vaardigheden: alle reeds ontwikkelde cognitieve en sociale vaardigheden en mate van zelfkennis zijn nodig in het proces en kunnen studenten middels de opzet van het vak een stevige impuls geven.
Specifieke leerdoelen zijn:
Het in een ondersteunende omgeving zelfstandig en in teamverband doorlopen van de empirische cyclus, waarbij analyseren voortdurend een hoofdrol speelt en, afhankelijk van de onderzoeksvraag en de behoefte van de organisatie uit het werkveld, meer de nadruk kan liggen op bepaalde verschillende fasen van het onderzoek;
Intensieve kennismaking met het onderzoeksterrein van pedagogen in maatschappelijke instellingen naar aanleiding van concrete vraagstukken op de werkvloer, mede ter versterking van het maatschappelijk bewustzijn;
Integratie van eerder in de opleiding geleerde kennis en vaardigheden, waaronder ook oplossingsgerichte en digitale vaardigheden, met de praktijk van het wetenschappelijk pedagogisch onderzoek;
Verdere ontwikkeling en uitbreiding van de in de Bacheloropleiding geleerde kennis van en vaardigheden in methoden en technieken van pedagogisch onderzoek;
Leren in zelfstandig en in teamverband samen te werken aan een project en te functioneren in een project (professionele houding), het ontdekken van de eigen rol in dat team, mede door constructieve feedback ontvangen en geven binnen het team (professionele houding);
Leren zelfstandig te werken, mede door reflectie op het eigen functioneren in contact met de begeleider (professionele houding);
Het in de context van een uitdagend onderzoek ervaren wat de eigen mogelijkheden en beperkingen zijn met betrekking tot vijf academische vaardigheden (onderzoeken, vertalen van kennis in een advies voor een organisatie in het pedagogisch werkveld, academisch schrijven, samenwerken, en communiceren, en presenteren) en daarmee op dusdanige wijze leren omgaan dat het project goed wordt afgerond.
Onderwijsvorm
Studenten voeren het onderzoek uit in werkgroepen met aanwezigheidsplicht en regelmatige begeleiding van een docent. Ook vinden er een aantal consulten plaats met methodologen en de Ethiek Commissie.
Toetsing
Studenten schrijven een individuele wetenschappelijke discussie waaruit blijkt dat zij in staat zijn tot het geven van een kritische wetenschappelijke reflectie op het uitgevoerde onderzoek en de resultaten daarvan op grond van theoretische inzichten. De groep waar de student deel van uitmaakt schrijft samen een adviesrapport voor de opdrachtgever en geeft daarover een presentatie. Uit het adviesrapport voor de opdrachtgever moet blijken dat de groep als team in staat is tot het systematisch uitwerken van een onderzoeksvraag uit de praktijk, het geven van een helder geformuleerd wetenschappelijk antwoord hierop en de vertaling daarvan in een wetenschappelijk verantwoord advies.
Iedere student krijgt een individueel eindcijfer dat bestaat uit de beoordeling van de individuele prestatie (individuele wetenschappelijke discussie en professioneel gedrag; dit is 60% van het eindcijfer) en de groepsprestatie (adviesrapport en professioneel gedrag; dit is 40% van het eindcijfer). Beide beoordelingen moeten minimaal voldoende (5,5) zijn. Studenten die een onvoldoende hebben, krijgen de kans binnen een door de begeleider gestelde termijn verbeteringen aan te brengen in hun individuele wetenschappelijke discussie en/of adviesrapport. Degenen die na deze herkansing nog steeds niet aan de beoordelingscriteria voldoen, moeten een nieuw Bachelorproject verrichten in het volgende collegejaar.
De definitieve verslagen van het Bachelorproject moeten worden ingeleverd bij de begeleider(s). Deze controleert de verslagen op plagiaat door deze te uploaden in Turnitin. In het geval van het vermoeden van plagiaat treedt het Protocol Fraude in werking (zie: Regels en Richtlijnen van de Examencommissie). Richtlijnen over de opdracht(en), ook over eventueel gebruik van AI, zijn te vinden op Brightspace.
Voor dit vak bestaat geen mogelijkheid tot vrijstelling.
Brightspace
Voor verdere informatie over het Bachelorproject zie Brightspace.
Literatuur
Afhankelijk van het gekozen project.
Inschrijven voor vakken
Onderwijs
Informatie over de inschrijving volgt in september.
Studenten die het eerste semester op exchange gaan, kunnen onder bepaalde voorwaarden starten met het Bachelorproject in blok 2. Neem hierover contact op met buitenlandcoördinator Jacquy Bouwer.
Tentamens
Dit vak wordt afgesloten met schriftelijke eindproducten in plaats van een tentamen. Voor vakken die niet afgesloten worden met een een tentamen hoef je je niet aan te melden via My Studymap.
Contact
Coördinator: Drs. Ingrid Ligtermoet