Beschrijving
In het eerste deel van het blok wordt de anatomie, fysiologie en de pathologie van de nieren en urinewegen herhaald. Vervolgens komen de klinische presentaties nefrologische en urologische hematurie, proteïnurie en nefrotisch syndroom, acute en chronische nierinsufficiëntie, mictieklachten bij vrouwen en mannen, verhoogd PSA, flankpijn, scrotale zwelling en erectiestoornissen aan de orde. De stof wordt opgehangen aan kenmerkende ziektebeelden (kernaandoeningen) en veel gebruikte geneesmiddelen (kernmedicatie).
Het vier stappenplan van het geneeskundige proces (zie boven) wordt in hoorcolleges voorgedaan en in werkgroepen geoefend. Blackboard wordt intensief benut voor ZSO’s, discussieplatform en proeftentamen. Aan het einde van het blok worden responsiecolleges gegeven.
Leerdoelen
Het kunnen beschrijven wat de functies zijn van nieren en blaas en weten hoe dit gemeten kan worden.
Bij een patiënt kunnen herkennen van een klinische presentatie (stap 1) die wijst op een aandoening van de nieren of de urinewegen.
Bij elke presentatie een schema kennen met categorieën en kernaandoeningen, wat als leidraad fungeert voor het opstellen van een gerichte differentiaal diagnose (stap 2).
Voor elke categorie een diagnostisch actieplan (stap 3) kunnen opstellen.
Van de meest voorkomende nefrologische en urologische aandoeningen de epidemiologie, pathofysiologie, klachten en symptomen kunnen beschrijven.
Het kunnen opstellen van een therapeutisch actieplan (stap 4) voor deze aandoeningen met kennis over indicatie, werkingsmechanisme en bijwerkingen van leefregels en kernmedicatie.
Toetsing
Het tentamen bestaat uit 47 MC vragen en 2 ITEPs.