Beschrijving
In dit blok staan zowel de psychosociale factoren die leiden tot somatische ziekten en/of klachten als de psychosociale gevolgen van ziekte centraal. De student leert hoe de individuele beleving van gezondheid en ziekte niet alleen bepaald wordt door somatische factoren, maar ook door de relaties tussen denken, voelen en handelen met ziekte en symptomen, en het gedrag, de cognities, en emoties van patiënten in reactie op ziekte.
Doel
De student is na het blok in staat het biopsychosociale model uit te leggen en kan de belangrijkste gedragspatronen die zijn geassocieerd met gezond blijven, lichamelijk ziek worden en chroniciteit in dit model inpassen.
De student kan na het volgen van het blok uiteenzetten wat de belangrijkste aspecten zijn in de normale ontwikkeling van de mens en heeft kennis en begrip van veelvoorkomende gezondheidsproblemen in de levensloop.
De student kan na deelname aan het blok aangeven welke psychologische processen mensen ziek maken en ziek houden, en heeft kennis van de onderliggende fysiologische mechanismen via welke de psychologische processen hun invloed uitoefenen.
De student kan na het blok een exposé geven over de psychosociale gevolgen van ziekte en over welke rol psychosociale interventies vervullen in het verminderen of voorkomen van ziekte en/of de gevolgen ervan.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges, patiëntdemonstraties, werkgroepen en een posterdiapresentatie door de studenten.
Toetsing
Toetsing vindt plaats middels een tentamen dat bestaat uit multiple choice vragen. De punten voor het multiple choice tentamen tellen voor 85% mee voor het eindcijfer. De overige 15% van het eindcijfer wordt bepaald door punten die de studenten kunnen behalen met het maken en presenteren van een posterdia.