Toegangseisen
Dit vak is geen keuzevak. Bijvakstudenten en gaststudenten mogen hier niet aan deelnemen.
Alleen studenten, voor wie dit vak verplicht is, kunnen dit vak volgen:
rechtsgeleerdheid (alle afstudeerrichtingen)
notarieel recht
fiscaal recht
Beschrijving
Het vak theorie en praktijk van de rechtsvinding is zowel een vaardighedentraining voor de oplossing van juridische casus als een introductie in de leerstukken van de rechtsvindingstheorie. Beide kunnen niet los van elkaar worden gezien. Wie een casus op een bepaalde, juridische wijze oplost, moet weten waarom hij dat op die manier doet. Alleen door inzicht te hebben in het rechtsvindingsproces, leert de student bewust om te gaan met de moeilijkheden die zich in de verschillende fase van het casusoplossen kunnen voordoen, zoals het bewijs van feiten, de waardering van het bewijs, interpretatie van rechtsregels, hantering van open normen, belangenafweging en de motivering van de uiteindelijke beslissing.
Studenten leren het recht als een systeem van samenhangende regels en beginselen te zien, dat richtinggevend is voor de (schijnbaar) discretionaire vrijheid van de rechter in moeilijke gevallen. Studenten reflecteren op de rol van de levensbeschouwing van de rechter voor de oplossing van moeilijke geschillen en de betekenis die de motivering in dit opzicht heeft.
Deze kennis wordt vervolgens door studenten in praktijk gebracht bij de oplossing van juridische casus. De student is in staat om juridische teksten, zoals jurisprudentie, wetgeving en dogmatiek te begrijpen en te analyseren en heeft zich geoefend in het snel verzamelen en interpreteren van juridische informatie. De student kan onderscheiden tussen feiten en meningen en hij kan argumenteren pro of contra een bepaald standpunt. Ten slotte is de student in staat te komen tot een beredeneerde en juridisch relevante afweging in een juridische casus.
Het vak sluit aan bij het onderzoeksthema ‘Geschillenbeslechting’, in het bijzonder het gedeelte dat zich richt op de institutionele context van de rechtsvinding. Resultaten van lopend onderzoek, zoals van het onderdeel ‘belangenafweging’, worden verwerkt in het onderwijs.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Met dit vak krijgen studenten kennis van en inzicht in de staatkundige en procesrechtelijke positie van de rechter en de wijze waarop dit doorwerkt in de rechtsvinding. Met behulp van deze kennis en inzichten worden studenten getraind in het oplossen van casusposities.
Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
De student is in staat om juridische teksten, zoals jurisprudentie, wetgeving en dogmatiek te begrijpen en te analyseren en heeft zich geoefend in het snel verzamelen en interpreteren van juridische informatie.
De student kan onderscheiden tussen feiten en meningen en hij kan argumenteren pro of contra een bepaald standpunt.
De student is in staat te komen tot een beredeneerde en juridisch relevante afweging in een juridische casus.
Rooster
Kies voor propedeuse of bachelor en master.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal à 2 uur: 1 hoorcollege à 2 uur per week gedurende 5 weken
Namen docenten: Prof. Mr. P.B. Cliteur, Prof. Mr. A. Ellian, Mr. Dr. G. Molier
Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de in de reader/werkboek en op Blackboard per week aangegeven verplichte studiestof. Aangezien de stof van de hoorcolleges niet altijd samenvalt met die van de verplichte literatuur maar de hoorcolleges tot de verplichte tentamenstof hoort, wordt studenten dringend aangeraden de colleges goed voorbereid bij te wonen.
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: Gedurende vijf weken een werkgroep à 2 uur per week.
Namen docenten: staf afdeling Encyclopedie en piekdocenten.
Vereiste voorbereiding door studenten: Studenten krijgen in het werkboek wekelijks één of meer afgebakende opdrachten met bijbehorende studeeraanwijzing die aangeeft wat van hen bij de voorbereiding op de werkgroep wordt verwacht.
In de werkgroepen staat de bevordering van het juridisch vakmanschap van de student centraal. Dit geschiedt enerzijds door middel van een grondige analyse van de theorie die in het in de literatuur en op het college aan de orde is gekomen en anderzijds door de theoretische inzichten toe te passen op juridische casus. Bij het laatste wordt tevens gebruik gemaakt van doctrine en recente jurisprudentie van zowel lagere rechter als Hoge Raad.
Andere onderwijsvorm(en)
Geen.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Schriftelijk tentamen: Het tentamen bestaat uit twee onderdelen: een theoretisch en een practicum gedeelte. Beide delen bestaan uit open vragen. Het theoretische deel bestaat uit vragen over het hoorcollege en de Reader. In het practicumgedeelte dient de student naar aanleiding van een juridisch geschil een argumentatie pro en contra op te stellen volgens het model zoals uiteengezet en geoefend tijdens de werkgroepen.
Inleverprocedures
Geen.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege, werkgroep en tijdens eventuele andere onderwijsvormen.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
Geen.
Werkboek:
- Syllabus Rechtsvinding in Theorie en Praktijk
Reader:
- Reader Rechtsvinding in Theorie en Praktijk
Bestellen via readeronline.
<https://www.microwebedu.nl/bestellen/unileiden/?action=order>
Aanbevolen studiemateriaal
Aanmelden
De aanmelding verloopt via“uSis”:https://usis.leidenuniv.nl. Voltijd eerstejaars studenten, die gestart zijn vanaf september 2011, worden aangemeld door het Onderwijs Informatie Centrum.
Contact
Vakcoördinator: Mr. Dr. G. Molier
Werkadres: Kamerlingh Onnes Gebouw, kamer A 329
Bereikbaarheid: Na afspraak via secretariaat (mevr. P. Breddels)
Telefoon: 071 – 527 7548
E-mail: encyclopedie@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Metajuridica
Afdeling: Encyclopedie van de rechtswetenschap
Kamernummer secretariaat: A 3.28
Openingstijden: Maandag t/m vrijdag, van 9.00 – 17.00 uur
Telefoon secretariaat: 071-527 7548
E-mail: encyclopedie@law.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Voor propedeuse voltijdstudenten die zich met ingang van 1 september 2012 voor de opleiding hebben ingeschreven, geldt als ingangseis voor het tentamen dat een student 80% (tachtig procent) van de werkgroepbijeenkomsten feitelijk moet hebben bijgewoond, hebben voorbereid en in die bijeenkomsten actief hebben deelgenomen. Propedeuse voltijdstudenten (die met ingang van 1 september 2012 de opleiding volgen) worden automatisch ingeschreven voor tentamens. Bovendien geldt dat de tweede tentamenkans aan voorwaarden is gebonden. Gelegenheid tot het afleggen van het tweede tentamen heeft alleen een student die heeft deelgenomen aan het eerste tentamen en daarvoor ten minste het cijfer vier heeft gehaald, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie om in bijzondere gevallen anders te besluiten.
Voor zowel de propedeuse deeltijdstudenten als voor de voltijdstudenten die vóór 1 september 2012 zijn begonnen met de bacheloropleiding maar die nog niet het propedeutisch examen hebben afgelegd (de zogenoemde herkansers), geldt deze aanwezigheidsplicht niet. Propedeuse deeltijdstudenten en herkansers dienen zichzelf in te schrijven voor tentamens. Voor de (propedeuse) deeltijdstudenten en de zogenoemde herkansers geldt wel de conditionele herkansing. Deze studenten kunnen zelf kiezen om wel of niet deel te nemen aan het eerste tentamen. Als een student ervoor kiest deel te nemen aan de eerste tentamenkans, dan mag hij/zij alleen deelnemen aan de tweede tentamenkans als voor het eerste tentamen het cijfer 4 of hoger is gehaald.