Toegangseisen
Beschrijving
Omschrijving:
In dit verplichte vak van vijf weken wordt het personen- en familierecht bestudeerd, bezien vanuit de positie van de minderjarige, waarbij specifieke aandacht is voor de in de praktijk van het jeugdrecht extra relevante deelgebieden van het personen- en familierecht en tevens aandacht wordt besteed aan internationaal privaatrecht, aangezien dit in de rechtspraktijk van het personen- en familierecht in toenemende mate voorkomt en steeds belangrijker wordt.
In de eerste twee weken staan het afstammings- en adoptierecht (met bijzondere aandacht voor moderne voortplantingstechnieken en draagmoederschap), het naamrecht, gezag, voogdij en minderjarigheid en het thema ‘kind en scheiding’ centraal, waarbij een inhoudelijke verdieping van de reeds door studenten in de bachelor (beperkt) opgedane kennis van het personen- en familierecht wordt beoogd, juist vanuit het perspectief van de minderjarige. Ook wordt aandacht besteed aan de rechtspositie van de minderjarige op grond van het familieprocesrecht Tevens biedt dit vak een aanvulling op het personen- en familierecht (boek 1 BW) door een tweetal weken vanuit een internationale dimensie verschillende familierechtelijke onderdelen van het internationaal privaatrecht centraal te stellen die relevant zijn bij de bestudering van het jeugdrecht. Gedurende de laatste week zal het thema ‘kind en erfrecht’ worden behandeld, waarbij zowel kennis van het personen- en familierecht (boek 1 BW) als van het erfrecht (boek 4 BW) zal worden opgedaan en toegepast. Bij het thema kind en erfrecht komen o.a. de volgende aspecten aan de orde: het kind als erfgenaam volgens de wet of op grond van een testament, bescherming van de minderjarige erfgenaam volgens de wet, beschermingsconstructies ten behoeve van het kind als erfgenaam (bewind, voogdij, voorwaardelijke verkrijgingen), de rol van de kantonrechter bij nalatenschappen waarbij een minderjarige betrokken is en het kind als erflater.
Zoveel landen, zoveel rechtsstelsels en zoveel rechters.
In onze wereld van meer dan 200 staten rijzen voortdurend drie vragen: (a) Welk van de 200 rechtsstelsels is van toepassing op een privaatrechtelijke rechtsverhouding die met twee of meer staten is verbonden? (b) Zijn de rechters van de ene of de andere staat bevoegd om van een grensoverschrijdend geschil in een privaatrechtelijke zaak kennis te nemen? © Heeft de uitspraak die de rechter van de ene staat doet, ook betekenis in een andere staat?
Deze drie vragen staan centraal in de bijeenkomsten internationaal privaatrecht (“ipr”; week 3 en 4), dit toegespitst op een aantal familierechtelijke onderdelen van het internationaal privaatrecht die relevant zijn bij bestudering van jeugdrecht (met name: minderjarigheid, handelingsbekwaamheid, kinderalimentatie, gezag, ouderlijke verantwoordelijkheid, kinderbescherming, adoptie, naamrecht, afstamming).
Studenten leren tijdens de ipr-bijeenkomsten hoe zij vorenstaande vragen van ipr systematisch kunnen analyseren en beantwoorden, met behulp van diverse (deels Engelstalige) rechtsbronnen, zoals verdragen, verordeningen, wetgeving, rechtspraak en literatuur. Zij zijn in staat het geldende ipr toe te passen op reële casusposities. Daarnaast worden studenten uitgedaagd na te denken over mogelijke kritiek op gangbare oplossingen en over richtingen waarin het ipr zich verder zou kunnen ontwikkelen.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Doel van het vak is via een probleemgerichte benadering inzicht verschaffen in de positie van het kind in het familierecht, waarbij specifieke aandacht is voor de in de praktijk van het jeugdrecht extra relevante deelgebieden van het personen- en familierecht en tevens aandacht wordt besteed aan internationaal privaatrecht, aangezien dit in de rechtspraktijk van het personen- en familierecht in toenemende mate voorkomt en steeds belangrijker wordt.Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:
Kennis en inzicht
De student heeft kennis van en inzicht in het personen- en familie(proces)recht alsmede de systematiek (waaronder de grondslagen en dragende beginselen) ervan;
De student heeft inzicht verworven in het Nederlandse en Europese internationaal privaatrecht in de voor bestudering van het jeugdrecht relevante familierechtelijke materie;
De student heeft inzicht verworven in de positie van het kind in erfrechtelijke kwesties.
De student heeft inzicht in de maatschappelijke en ethische context waarin het personen- en familierecht zich ontwikkelt en manifesteert.
Academische, juridische en andere vaardigheden
De student is in staat een casus op te lossen op het gebied van grensoverschrijdende familierechtelijke geschillen;
De student is in staat de verworven kennis van het personen- en familierecht toe te passen op erfrechtelijke vraagstukken;
De student is in staat kritisch te reflecteren op gangbare oplossingen en (mogelijke) toekomstige ontwikkelingen ten aanzien van vraagstukken in het personen- en familierecht, het internationaal privaatrecht en het erfrecht;
De student is in staat om juridische teksten op het gebied van het personen- en familierecht, waaronder jurisprudentie en (ontwerp)wetgeving, te begrijpen en te analyseren, en voor niet-juridische lezers toegankelijk te maken;
Rooster
Kies voor bachelor en master.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Niet van toepassing.
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 10
Namen docenten: Mw.mr.dr. M.J. Vonk, Mw. Prof. mr. T.J. Mellema-Kranenborg, docent van sectie Internationaal privaatrecht
- Vereiste voorbereiding door de studenten: de in de reader opgegeven literatuur bestuderen en de op Blackboard geplaatste opdrachten maken.
Andere onderwijsvorm(en)
1 gastcollege, 1 excursie
Toetsing
Toetsvorm(en)
1 x schriftelijke opdracht (na week 4) (30% eindcijfer)
afsluitend schriftelijk tentamen. (70% eindcijfer), die alleen mag worden gemaakt als voldaan is aan de aanwezigheidsplicht tijdens de werkcolleges
Inleverprocedures
n.n.b.
Examenstof
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
Wortmann ea. Compendium personen- en familierecht, Kluwer 2012
De Boer, Ibili ea. Nederlands Internationaal personen- en familierecht Kluwer 2012
Reader:
- Reader met actuele artikelen en jurisprudentie
Aanbevolen studiemateriaal
Doek en Vlaardingerbroek, Jeugdrecht en jeugdzorg, Elsevier/Reed 2009
Asser/de Boer, Personen- en Familierecht, Kluwer 2010
Aanmelden
Contact
Vakcoördinator: Mw. Mr. Dr. M.J. Vonk
Werkadres: Steenschuur 25, kamer B 3 36
Bereikbaarheid: Per e-mail en tijdens het spreekuur (zie Blackboard)
Telefoon: 071 – 527 7593
E-mail: m.j.vonk@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Privaatrecht
Afdeling: Jeugdrecht
Kamernummer secretariaat: C2.02
Openingstijden: balie van maandag t.e.m. vrijdag van 09.00- 13.30 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 6056 / 7235
E-mail: jeugdrecht@law.leidenuniv.nl
Opmerkingen
Voor de werkcolleges geldt een aanwezigheidsplicht en wordt actieve deelname verwacht. Bij vooraf bij de docent aangemelde en onvermijdelijke afwezigheid zal een vervangende opdracht moeten worden gemaakt. Van de studenten wordt actieve participatie verwacht. Dit houdt in dat de daarvoor opgegeven literatuur vooraf grondig wordt bestudeerd.
Contractonderwijs
Belangstellenden die deze cursus in het kader van contractonderwijs willen volgen (met tentamen), kunnen meer informatie vinden over kosten, inschrijving, voorwaarden, etc. op de website van Juridisch PAO.