Studiegids

nl en

Inleiding straf- en strafprocesrecht

Vak
2012-2013

Toegangseisen

Dit vak is geen keuzevak. Bijvakstudenten en gaststudenten mogen hier niet aan deelnemen.
Alleen studenten, voor wie dit vak verplicht is, kunnen dit vak volgen:

  • rechtsgeleerdheid (alle afstudeerrichtingen)

  • notarieel recht

  • fiscaal recht

  • criminologie

Beschrijving

De rol van het straf(proces)recht in onze democratische rechtsstaat staat in het vak centraal. Dit betekent dat studenten kennis krijgen van en inzicht verwerven in thema’s als het concept van de rechtsstaat, het evenwicht tussen de staatsmachten, de bevoegdheden van de justitiële overheidsfunctionarissen en -organen en de grondrechten en vrijheden van burgers (in het bijzonder verdachten). Hierdoor ontstaat ook kennis van en inzicht in de grondslagen, de dragende beginselen en de systematiek van het straf(proces)recht. De strafrechtelijke thema’s worden geplaatst in de maatschappelijke en ethische context waarin het recht zich ontwikkelt en manifesteert, waardoor de studenten inzicht krijgen in de wijze waarop het systeem van het recht en het recht met elkaar verbonden zijn. Strafrecht is publiekrecht: de overheid treedt op ter bescherming van de rechtsorde, hetgeen impliceert dat de overheid ook treedt in de plaats van de getroffen burger, het slachtoffer. Bescherming betekent echter ook dat de overheid hiertoe vergaand in het leven van burgers kan ingrijpen. Strafrecht vraagt daarom uitdrukkelijk om legitimerende theorieën en brengt steeds rechtspolitieke keuzes met zich.
De nadruk ligt in het eerste jaar op het formele strafrecht. Het materiële strafrecht wordt in enkele onderwijsweken geïntroduceerd maar krijgt meer nadruk in het derde jaar.

Leerdoelen

Doel van het vak:
Doel van het vak is het bieden van een introductie in het strafrecht en strafprocesrecht met de nadruk op het strafprocesrecht.

Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende kwalificaties verworven:

  1. Cognitieve vaardigheden, zoals het aanleren en stimuleren van zelfstudie, het aanleren van synthetisch notuleren van hetgeen in de hoorcolleges aan bod komt en het leren onderscheiden van feiten en meningen, van hoofdzaken en bijzaken.
  2. Onderzoeksvaardigheden, waarbij studenten basisvaardigheden aanleren die hen in staat stellen zelfstandig juridisch materiaal (in het bijzonder jurisprudentie) op te zoeken. Met het trainen van deze onderzoeksvaardigheden worden de studenten de basisbeginselen bijgebracht die noodzakelijk zijn als basiskennis om strafrechtelijk onderzoek te kunnen doen.
  3. Juridische vaardigheden: de studenten leren juridische teksten zoals wetgeving en rechtspraak begrijpen en analyseren, mede aan de hand van juridische literatuur en overige documentatie. Het vak is erop gericht het analytisch vermogen en het (“technisch juridisch” en creatief) oplossend denken te ontwikkelen en de studenten te leren een en ander ook toegankelijk te maken voor niet-juristen.
  4. Communicatieve vaardigheden: schriftelijke en mondelinge uitdrukkingsvaardigheid in de Nederlandse taal. Studenten dienen tijdens het onderwijs en ten overstaan van de docent en hun medestudenten hun antwoorden te verwoorden in een duidelijk opgebouwd betoog, waarin een probleemstelling wordt geformuleerd en juridische argumenten worden besproken op grond waarvan een goed onderbouwde conclusie getrokken kan worden. Studenten leren een beargumenteerde positie in te nemen in een juridisch debat. Passieve kennis van de Engelse taal is vereist voor het lezen van Europese rechtspraak.

Rooster

Kies voor propedeuse of bachelor en master.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 10, gedurende 10 onderwijsweken

  • Namen docent: mr.dr. G.K. Schoep.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de in het werkboek en op Blackboard per onderwijsweek aangegeven verplichte stof. De stof van de hoorcolleges wordt op het tentamen bekend verondersteld; deze stof valt niet altijd samen met de stof uit de verplichte literatuur.

  • Inzet Blackboard: De in de hoorcolleges gebruikte sheets worden op Blackboard geplaatst, waar nodig worden ook actuele wetgeving, jurisprudentie en andere teksten waaraan op de hoorcolleges wordt gerefereerd op Blackboard geplaatst.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 10, verspreid over 10 onderwijsweken

  • Namen docenten: mr.dr. J.H. Crijns, mw. mr. M.J. Dubelaar, mw. mr.dr. F.P. Ölçer, mw. mr. K. Oosterhof en anderen

  • Vereiste voorbereiding door studenten: Bestudering van de in het werkboek (en op Blackboard) per onderwijsweek aangegeven verplichte werkgroepstof alsmede voorbereiding van de per onderwijsweek voorgeschreven werkgroepopdrachten.

In de werkgroepen staat de bevordering van het juridisch vakmanschap van de student door middel van een analyse en praktische toepassing van delen van de voorgeschreven stof (wetgeving, jurisprudentie en literatuur) centraal. Deelname aan de werkgroepen is verplicht. Dit betekent voor studenten dat van hen wordt verwacht dat zij zich voorbereiden op het onderwijs en daaraan (inter)actief deelnemen, waaronder zou kunnen worden begrepen bespreking van een of meerdere opdrachten ten overstaan van de werkgroepdocent en de andere deelnemers aan de werkgroep. Bovendien mag de student gedurende de tien weken waarin onderwijs wordt gegeven maximaal twee keer afwezig zijn. De studenten krijgen in het werkboek wekelijks afgebakende opdrachten met bijbehorende studeeraanwijzing die aangeeft wat ter voorbereiding van de werkgroep van hen wordt verwacht. Alle studenten krijgen toegang tot een algemene Blackboard omgeving voor extra onderwijsmateriaal en sheets.

Inzet Blackboard: de verplichte studiestof wordt op Blackboard aangegeven, eventuele aanvullingen op of wijzigingen in studiestof en/of hoorcolleges/werkgroeponderwijs worden via Blackboard kenbaar gemaakt.

Andere onderwijsvorm(en)

  • Omschrijving: gestructureerde zelfstudie

  • Aantal à 2 uur: n.v.t.

  • Namen docenten: n.v.t.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: zelfstandig bestuderen van de in het werkboek en op Blackboard per onderwijsweek aangegeven verplichte gestructureerde zelfstudiestof. Voor de jurist levert zelfstandige verwerking van literatuur en rechtspraak de belangrijkste bagage. Gelet op de per definitie beperkte hoeveelheid contacturen tussen docent en studenten is het bovendien niet mogelijk alle onderdelen van de voorgeschreven stof gedurende die contacturen (volledig) te behandelen. Een en ander brengt met zich dat gestructureerde zelfstudie een wezenlijk onderdeel uitmaakt van dit vak. De stof die daarvoor wordt voorgeschreven dient door de student zelfstandig te worden verwerkt; deze onderdelen worden niet tijdens het hoorcollege- of werkgroeponderwijs behandeld of besproken. Studenten krijgen per week de beschikking over een selectie algemene vragen (inclusief de vindplaatsen) in het werkboek die als leidraad kan dienen bij de bestudering van de (gestructureerde zelfstudie)stof.

Toetsing

Toetsvorm(en)
Een schriftelijk eindtentamen.

Inleverprocedures
Geen.

Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, het werkboek en hetgeen behandeld is tijdens hoorcollege en werkgroepen.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal
Literatuur:

  • P.A.M. Mevis, Capita Strafrecht. Een thematische inleiding, Nijmegen: Ars Aequi Libri, laatste druk;\

  • F.A.J. Koopmans, Het beslissingsmodel van 348/350 Sv, Deventer: Kluwer, laatste druk;

  • Mr. M. Bosch, Arresten strafrecht/strafprocesrecht met annotaties, Deventer: Kluwer, laatste druk;

  • Wetteneditie 2012-2013, Kluwer, SDU of Ars Aequi;;

  • Evt. nader voorgeschreven jurisprudentie, zelfstandig op te zoeken via de Nederlandse Jurisprudentie of via www.rechtspraak.nl

  • Evt. nader bekend te maken literatuur.

Werkboek:

  • Werkboek Inleiding straf- en strafprocesrecht 2012-2013
    Bestellen via readeronline.
    <https://www.microwebedu.nl/bestellen/unileiden/?action=order>

Reader:
Geen.

Aanbevolen studiemateriaal
Geen.

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis. Voltijd eerstejaars studenten, die gestart zijn vanaf september 2011, worden aangemeld door het Onderwijs Informatie Centrum.

Contact

  • Vakcoördinator: mr.dr. J.H. Crijns

  • Werkadres: Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, KOG kamer C1.14.

  • Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur; zie Blackboard en per e-mail.

  • E-mail: j.h.crijns@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Strafrecht & Criminologie

  • Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht

  • Kamernummer secretariaat: C1.01

  • Openingstijden: ma t/m do van 9.00 – 13.00 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 – 527 7529

  • E-mail: strafrechtalgemeen@law.leidenuniv.nl

Opmerkingen

Voor propedeuse voltijdstudenten die zich met ingang van 1 september 2012 voor de opleiding hebben ingeschreven, geldt als ingangseis voor het tentamen dat een student 80% (tachtig procent) van de werkgroepbijeenkomsten feitelijk moet hebben bijgewoond, hebben voorbereid en in die bijeenkomsten actief hebben deelgenomen. Propedeuse voltijdstudenten (die met ingang van 1 september 2012 de opleiding volgen) worden automatisch ingeschreven voor tentamens. Bovendien geldt dat de tweede tentamenkans aan voorwaarden is gebonden. Gelegenheid tot het afleggen van het tweede tentamen heeft alleen een student die heeft deelgenomen aan het eerste tentamen en daarvoor ten minste het cijfer vier heeft gehaald, behoudens de bevoegdheid van de examencommissie om in bijzondere gevallen anders te besluiten.
Voor zowel de propedeuse deeltijdstudenten als voor de voltijdstudenten die vóór 1 september 2012 zijn begonnen met de bacheloropleiding maar die nog niet het propedeutisch examen hebben afgelegd (de zogenoemde herkansers), geldt deze aanwezigheidsplicht niet. Propedeuse deeltijdstudenten en herkansers dienen zich zelf in te schrijven voor tentamens. Voor de (propedeuse) deeltijdstudenten en de herkansers geldt wel de conditionele herkansing. Deze studenten kunnen zelf kiezen om al dan niet deel te nemen aan het eerste tentamen. Als een student er echter voor kiest deel te nemen aan de eerste tentamenkans, dan mag hij/zij alleen deelnemen aan de tweede tentamenkans als voor het eerste tentamen het cijfer 4 of hoger is gehaald.