Toegangseisen
De vakken van het eerste en het tweede jaar moeten afgerond zijn.
Beschrijving
Ter afsluiting van het BA-programma Nederlandkunde schrijft de student zelfstandig een werkstuk dat aansluit bij een van de werkcolleges in de gekozen specialisatie. Er zijn in het BA-programma Nederlandkunde vier specialisaties: Nederlandse letterkunde, taalkunde, geschiedenis en kunstgeschiedenis. De student wordt bij het schrijven van het werkstuk begeleid door een van de docenten. Wie dat is, hangt af van de specialisatie en het onderwerp. Studenten wordt aangeraden om tijdig, bij voorkeur in het eerste semester van het derde jaar, te beginnen aan het werkstuk.
Leerdoelen
Het werkstuk wordt geschreven naar aanleiding van een of meer derdejaars werkcolleges. De studenten wordt met klem aangeraden om tenminste 20 EC aan keuzevakken te kiezen op het gebied van de specialisaties Geschiedenis, Kunstgeschiedenis, Letterkunde of Taalkunde. Omdat de studenten afstuderen als BA Nederlandkunde/Dutch Studies moeten zij een ‘Nederlandkundig’ onderwerp kiezen, en daarvoor is het nodig dat zij hun werkstuk schrijven in het verlengde van een of meer keuzevakken gevolgd in hun specialisatieruimte.
De student leert tijdens het schrijven van het werkstuk een probleemstelling / onderzoeksvraag te laten aansluiten bij een of meer van de in het specialisatie gekozen colleges.
In het BA-werkstuk leert de student verslag doen van een zelfstandig uitgevoerd onderzoek van beperkte omvang en reikwijdte.
Daarnaast geeft het schrijven van het werkstuk de student gelegenheid om verdere expertise te verkrijgen in het:
afbakenen van het onderwerp van het onderzoek
bepalen van de probleemstelling en werkopzet
verzamelen van data
trekken van conclusies
bepalen van aanbevelingen
Student moet voorts in staat zijn om:
een goed geformuleerde, samenhangende en degelijk geargumenteerde tekst te schrijven waarbij het ERK-niveau van schrijfvaardigheid van het niveau B2 of hoger getuigt
correct, helder, wetenschappelijk taalgebruik te hanteren,volgens de conventies van het genre
het onderwerp van het werkstuk theoretisch te onderbouwen
verantwoord om te gaan met gebruik van literatuur- en empirische bronnen
te kiezen voor relevante bronnen en data
degelijk te argumenteren, met interne logica van het betoog, onderscheid makend tussen empirisch gefundeerde uitspraken en meningen, veronderstellingen en vooroordelen
Rooster
N.v.t.
Voor andere vakken van het bachelorprogramma Nederlandkunde/Dutch Studies zie het rooster
Onderwijsvorm
Zelfstudie
Toetsing
Het eindwerkstuk van de bacheloropleiding heeft een studielast van minimaal 10 ECTS, als richtlijn geldt een omvang van maximaal 1000 woorden per ec inclusief noten, bibliografie en bijlagen. De toetsing van het eindwerkstuk vindt plaats met behulp van een beoordelingsformulier dat bij de begeleiders of de studiecoördinator
ter inzage is. Zie ook de Facultaire regeling BA-werkstuk
Aanmelden
Bij de werkstukbegeleider, zie onder Contact.
Contact
Specialisatie moderne letterkunde en geschiedenis: Prof. dr. O.J. Praamstra
Specialisatie taalkunde: mw. dr. J.Caspers
Specialisatie kunstgeschiedenis: mw. dr. M.E.W.Boers
Algemene informatie: studiecoördinator, mw. drs. I. Zagar