Toegangseisen
Voor dit vak gelden geen toegangseisen.
Beschrijving
Stel een willekeurige neerlandicus de vraag wat literatuur is en hij zal direct enkele auteurs noemen: Hadewijch, Vondel, Couperus, Hermans, Mulisch, Reve, Grunberg. Door deze vraag te stellen gaat men ervan uit dat literatuur een vaststaand verschijnsel is. Dat is echter niet het geval. In iedere tijd en op iedere plaats bestaan er verschillende opvattingen over wat we literatuur kunnen noemen. Bovendien kunnen literaire teksten vele verschillende functies vervullen. Ze kunnen bijvoorbeeld onderwijzen, troost bieden, tot politieke activiteit aanzetten, verwarren, uiting geven aan de gevoelens van de kunstenaar of de schoonheid bezingen. Aan de hand van de indeling van de Amerikaanse literatuurcriticus M.H. Abrams, auteur van de klassieke studie The Mirror and the Lamp, worden tijdens het 1e uur van het hoorcollege (‘Hoe werkt literatuur?’) vier verschillende functies van literatuur besproken, aan de hand van voorbeelden uit de historische en moderne Nederlandse letterkunde: de mimetische, pragmatische, expressieve en objectieve functie.
Tijdens het 2e uur van het hoorcollege wordt de student bekend gemaakt met het ‘Basisapparaat’ van de neerlandistiek (Taalkunde, Letterkunde, Taalbeheersing). In aansluiting op het hoorcollege Basisapparaat is er ook een werkcollege, dat het karakter heeft van een workshop. Er zijn excursies voorzien naar de Leidse Universiteitsbibliotheek, de afdeling Bijzondere Collecties (UB Leiden), de Koninklijke Bibliotheek en het Letterkundig Museum (beide Den Haag). Daarnaast leert de student de mogelijkheden van de voornaamste bibliografische hulpmiddelen (bibliografieën, handboeken, catalogi, vaktijdschriften) van de neerlandistiek kennen en gebruiken. Via oefeningen traint de student zijn vaardigheden in het zoeken en vinden van relevante informatie in zowel digitale als gedrukte bronnen. Tevens wordt geleerd om de gevonden informatie volgens vastgestelde regels te beschrijven, en om verwijzingen te maken.
Leerdoelen
De student is vertrouwd met de door Abrams onderscheiden functies van literatuur en is in staat deze te herkennen in primaire teksten.
De student kan zelfstandig literatuurstudie verrichten, bronnen beschrijven en is op de hoogte van de belangrijkste digitale en gedrukte hulpmiddelen op het terein van de neerlandistiek voor het doen van systematisch-bibliografisch onderzoek.
De student leert wat noten zijn, waar en waarom ze gebruikt worden, en krijgt inzicht in de noodzakelijkheid van een deugdelijke verantwoording van de gebruikte bronnen in verband met plagiaat en de maatschappelijke discussie die daaromtrent bestaat.
Tijdens het college worden onderzoeksvaardigheden getraind.
Rooster
Het rooster is vanaf 1 juni 2014 beschikbaar via http://www.hum.leidenuniv.nl/nederlands/roosters.
Onderwijsvorm
Hoorcollege (2 uur per week, gedurende 10 weken)
Werkcollege (1 uur per week, gedurende 10 weken)
Excursie (3 uur per keer, gedurende 3 weken)
Studielast
De totale studielast voor deze cursus bedraagt 140 uur;
20 uur hc, 10 uur wc en 9 uur excursie, samen 39 uur;
50 uur voor het bestuderen van primaire en secundaire literatuur (‘Hoe werkt literatuur?’), waarvan ongeveer 25 uur ná week 13;
49 uur voor kennisname en verwerking (via kleine opdrachten) van het bibliografisch apparaat en bijbehorende hulpmiddelen (waarvan ongeveer 25 uur na week 13);
Tentamen 2 uur.
Toetsing
De stof van het onderdeel ‘Hoe werkt literatuur?’ wordt getoetst met een schriftelijk tentamen met essayvragen (50% van het eindcijfer). Het onderdeel ‘Basisapparaat’ wordt getoetst met een schriftelijk tentamen met multiple choice-vragen en open vragen op de pc (50% van het eindcijfer). Beide tentamens vinden direct na elkaar plaats aan het einde van de cursus. Ze bepalen ieder voor de helft het eindcijfer, waarbij een deelcijfer niet lager mag zijn dan een 5.5. Als het eindcijfer van de cursus na de herkansing nog altijd onvoldoende is, moet het college in het daaropvolgende jaar opnieuw worden gevolgd en beide tentamens opnieuw afgelegd.
Aan het behalen van een voldoende eindcijfer voor de cursus zijn bovendien de volgende voorwaarden verbonden:
Aanwezigheid tijdens de werkcolleges en excursies is verplicht. Studenten mogen maximaal 2 van de 13 keer missen.
Studenten hebben deelgenomen aan de cursussen onderdelen ‘Studeren’ (1e semester, blok 1) en ‘Lezen’ (1e semester, blok 2). Ook voor deze cursussen geldt dat aanwezigheid tijdens de cursusbijeenkomsten verplicht is.
De herkansing vindt plaats onder dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven. Herkansen is toegestaan wanneer het cijfer een 5.4 of lager is.
Blackboard
Er is een Blackboardcursus aanwezig. Via Blackboard worden studenten op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontvangen ze specifieke informatie over onderdelen van de cursus. Zie Blackboard
Literatuur
M.H. Abrams, The Mirror and the Lamp. Romantic Theory and the Critical Tradition. London/Oxford/New York, 1971, pp. 3-29.
De overige primaire en secundaire literatuur wordt nader bekend gemaakt via Blackboard aan het begin van het college.
Aanmelden
Eerstejaars studenten worden aan het begin van het jaar in werkgroepen ingedeeld. Voor reguliere hogerejaars bachelor- en masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via ‘uSis’: https://usis.leidenuniv.nl voor de hoorcolleges en de werkgroepen. Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator: b.p.m.dongelmans@hum.leidenuniv.nl.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
n.v.t.
Contact
Voor inhoudelijk vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Prof.dr. W. van Anrooij, Nederlandse Taal en Cultuur, P.N. van Eyckhof 1, kamer 101A. Tel. 071-5272121. Het e-mailadres is w.van.anrooij@hum.leidenuniv.nl.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur/Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 5272 2604. Het e-mail adres is ndd@hum.leidenuniv.nl.
Opmerkingen
Globale opzet hoorcollege ‘Hoe werk literatuur’ (1e uur van 2 uur hoorcollege per week). Docenten: Prof. dr. W. van Anrooij, Prof. Dr. Y. van Dijk, Dr. O. van Marion en N.N.
- Inleiding (uitgangspunten) – Van Anrooij
- De mimetische functie van literatuur
- Onderdeel OL: Middeleeuwen – Van Anrooij
- Onderdeel OL: Vroegmoderne Tijd – Van Marion
- Onderdeel ML: 18e-19e eeuw – Op de Beek
- Onderdeel ML: 20e-21e eeuw – Van Dijk
- De pragmatische functie van literatuur
- Onderdeel OL: Middeleeuwen – Van Anrooij
- Onderdeel OL: Vroegmoderne Tijd – Van Marion
- Onderdeel ML: 18e-19e eeuw – Op de Beek
- Onderdeel ML: 20e-21e eeuw – Van Dijk
- De expressieve/objectieve functie van literatuur
- Onderdeel OL: Middeleeuwen – Van Anrooij
- Onderdeel OL: Vroegmoderne Tijd – Van Marion
- Onderdeel ML: 18e-19e eeuw – Op de Beek
- Onderdeel ML: 20e-21e eeuw – Van Dijk
Globale opzet hoor- en werkcollege ‘Basisapparaat’ (2e uur van 2 uur hoorcollege per week + 1 uur werkcollege). Docenten: Prof. dr. W. van Anrooij en dr. E. Op de Beek
- Inleiding – Van Anrooij
- Titelbeschrijven 1 – Van Anrooij
- Excursie 1 (UB Leiden) – Op de Beek
- Vaktijdschriften 1 – Op de Beek
- Titelbeschrijven 2 – Van Anrooij
- Catalogi – Op de Beek
- Andere digitale bronnen – Van Anrooij
- Excursie 2 (Bijzondere Collecties UB Leiden) – Van Anrooij
- Titelbeschrijven 3 – Van Anrooij
- Vaktijdschriften 2 – Op de Beek
- Handboeken – Op de Beek
- Excursie 3 (KB + Letterkundig Museum) – Op de Beek
- Vakgeschiedenis – Van Anrooij