Toegangseisen
BSA-norm en beide propedeuse Themacolleges behaald.
Beschrijving
Als heersers over land waren de grote monarchieën van middeleeuws Europa slechts in geringe mate betrokken bij de zee. De Noormannen vormden hierop een uitzondering. De Noorse expansie van de negende en tiende eeuw was vooral over zee gericht en reikte van de oostkust van Noord-Amerika tot Sicilië. In de marge van de grote koninkrijken, waarvan de grenzen rond 1200 voorlopig getrokken waren, bleven dynamische, verstedelijkte kustgebieden over, die handelsnetwerken opbouwden van uiteenlopende omvang: Amalfi, Pisa, Genua, Venetië en Catalonië aan de Middellandse zee, de Hanze aan de Oostzee, de Nederlanden aan de Noordzee en Normandië en Bretagne aan de Atlantische Oceaan. Vervolgens begon in de vijftiende en zestiende eeuw de koloniale of overzeese expansie, waarbij Portugal en Spanje het voortouw namen. Al deze gebieden alsook het Noormannenrijk kunnen worden aangeduid als ‘maritieme imperia’. In het college zullen de algemene en bijzondere kenmerken van deze maritieme imperia in vergelijkend perspectief worden onderzocht. Naast politieke, economische en militaire factoren waren technologische en scheepsbouwkundige ontwikkelingen bepalend voor de opkomst en ondergang van de maritieme imperia.
Leerdoelen
De student kan:
- een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
- reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
- een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij:
a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
c. een wetenschappelijk debat analyseren;
d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
- een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij:
- een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, daarbij;
a. een realistische planning hanteren;
b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
d. feedback geven en ontvangen;
e. aanwijzingen van de docent verwerken.
- een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, daarbij;
- participeren in de discussies tijdens colleges.
De student heeft:
- kennis van een hoofdonderdeel, meer specifiek van de Middeleeuwse grondslagen van de Europese geschiedenis en de internationale handel en scheepvaart en contacten met de buiten-Europese wereld.
- kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken met betrekking tot het onderwerp.
- kennis van en inzicht in de historiografie en relevante debatten met betrekking tot de maritieme imperia van middeleeuws Europa.
Rooster
Zie Rooster Geschiedenis.
Onderwijsvorm
Werkcollege.
Studielast
Totale studielast 10 ec x 28 uur = 280 uur:
college 2 uur per week x 13 weken (26 uur);
tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur en tijd voor het maken van opdrachten, al dan niet ter voorbereiding op het college (114 uur);
tijd voor het schrijven van een werkstuk (inclusief inlezen/onderzoek) (140 uur).
Toetsing
Werkstuk (6000 woorden, inclusief noten en bibliografie)
Getoetste leerdoelen: 2, 3a-d, 4a-e, 6-8Opdrachten en participatie
Getoetste leerdoelen: 1, 3a, 4d, 5Referaat
Getoetste leerdoelen: 2, 3a-d, 4a-d, 6-8
Weging
Werkstuk: 50%
Opdrachten en participatie: 25%
Referaat: 25%
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers in combinatie met de aanvullende eis dat het cijfer op het werkstuk altijd voldoende moet zijn.
Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline.
Blackboard
Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor:
het beschikbaarstellen studiemateriaal;
het uitwisselen resultaten bibliografisch onderzoek.
Literatuur
- De literatuur zal worden gereserveerd in de UB Leiden.
Aanmelden
Via uSis.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing.
Opmerkingen
Geen.