Studiegids

nl en

Tekst en medium

Vak
2014-2015

Toegangseisen

Propedeuse Geesteswetenschappen

Beschrijving

Wat gebeurt er eigenlijk als je in Leiden een gedicht leest dat op de muur geschilderd is? Is het dan nog steeds dezelfde leeservaring als wanneer je hetzelfde gedicht in een bundel hebt gelezen? Ook als het regent, of als je haast hebt? We zijn gewend om bij ‘literatuur’ nog steeds vooral aan een specifiek medium te denken: het boek. Op papier gedrukte teksten zijn echter maar één mediale verschijningsvorm van literatuur. Andere vormen zijn bijvoorbeeld een muurschildering, maar ook een krantenfeuilleton of slam. Bovendien staat geschreven literatuur zelf weer op verschillende wijzen in verband met andere media als film, televisie en internet.
In deze cursus leer je om deze verbanden te analyseren. We kijken naar de manieren waarop de ‘dragers’ van informatie, zoals een handschrift of een iPad, de betekenis bepalen die we aan teksten geven (McLuhans beroemde ‘the medium is the message’). Verder bestuderen we de culturele en sociale functies van verschillende media in relatie tot elkaar en onderzoeken we de esthetische en technologische gevolgen van adaptaties van literaire teksten. Daarbij staan steeds andere media centraal: van het gedrukte boek naar film en theater, fotografie, literaire teksten op internet en ten slotte literatuur in de publieke ruimte. Het gaat daarbij om vragen als: wat verandert er aan onze interpretatie van een gedicht als we aandacht hebben voor de typografie? Hoe kun je de ‘verstripping’ van De avonden analyseren zonder in het ultieme cliché van de verstokte letterkundige te blijven hangen: ‘Het boek was beter’? In plaats van dit fidelity discourse te voeren zullen we kijken wat de gevolgen zijn van de adaptatie voor de tekst. Hoe verhoudt de tekst van Eline Vere, oorspronkelijk afgedrukt in een dagblad, zich tot die mediale omgeving? Hoe kun je het feit verklaren dat nieuwe media regelmatig op nostalgische wijze de vormen en esthetiek van hun oudere voorgangers overnemen, van ‘desktop’ tot ‘e-book’? En welke invloed heeft de specifieke materialiteit van media zoals de fysieke aanwezigheid van een boek of het reliëf van een monument op de zintuiglijke ervaring en interpretatie van teksten?
Om een indruk te krijgen van het soort materiaal dat aan de orde zal komen, kan je vast een kijkje nemen op http://tekstenmedia.blogspot.nl

Leerdoelen

  • In dit vak verwerf je kennis van en inzicht in de beginselen en basisconcepten van de mediatheorie, en de betrekking van deze concepten op de literatuur.

  • Je kan de concepten en methodes uit de mediatheorie en de literatuurtheorie inzetten bij de analyse van mediale aspecten van Nederlandse literatuur. Je beheerst het instrumentarium en de vaardigheid om mediale transformaties van en in literatuur te analyseren en te interpreteren, net als de culturele en tekstuele effecten van deze transformaties.

Rooster

Zie het rooster van de opleiding Nederlandse taal en cultuur

Onderwijsvorm

Werkcollege 3 uur

Studielast

Totale studielast voor de cursus: 140 uur.

  • uren die aan het volgen van college worden besteed: 42 uur.

  • tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur; 42 uur

  • voorbereiden referaat: 16 uur

  • tijd voor het schrijven van een werkstuk: 40 uur (inclusief inlezen / onderzoek)

Toetsing

Tweewekelijkse opdrachten: 40%
Referaat: 20%
Werkstuk: 40 %

Herkansing: alleen het werkstuk kan worden herkanst.

Blackboard

Voor studiehandleiding, voor mededelingen, voor het inleveren van opdrachten en werkstukken

Literatuur

  • Dijk, Y. van: ‘ Medium’, in: F.M. Essink, G.E.H.I. Franssen & J.A.T. Rock (red.), Literatuur in de wereld: handboek moderne letterkunde (Nijmegen: Vantilt 2013).

  • Walter Benjamin: Das Kunstwerk im Zeitalter seiner technischen `Reproduzierbarkeit (1936). Selectie uit The Cultural Studies Reader.

  • Marshall McLuhan: Understanding Media. The extensions of man, 1964.

  • Kittler, ‘Typewriter’, in: Kittler , F.A. Gramophone, Film, Typewriter. Trans. Geoffrey Winthrop-Young and Michael Wutz. Stanford 1999. Preface, introduction and chapter typewriter (xxxix-19, 183-266).

  • L. Bornstein, Material Modernism. The Politics of the Page. Cambridge: Cambridge University Press, 2001. Introduction and chapter I: 1-32

  • G. Genette & Marie Maclean, ‘Introduction to the Paratext’, in: New Literary History, 22 (1991), nr. 2, 261-272

  • Seymour Chatman. “What Novels Can Do That Films Can’t (And Vice Versa).” Critical Inquiry 7.1 (1980): 121-40.

  • Peter Verstraten. “Is cinema per definitie verhalend?” Handboek filmnarratologie. By Verstraten. Rev. ed. Nijmegen: Vantilt, 2008.

  • Marie-Laure Ryan, “Introduction”. Narrative Across Media: The Languages of Storytelling.

  • Marianne Hirsch, Family Frames. Selection.

  • Robert Stam, ‘Introduction: The Theory and Practice of Adaptation.’ In: Literature and Film. A Guide to the Theory and Practice of Film Adapatation (2005), 1-51. [Fragmenten]

  • Linda Hutcheon, A Theory of Adaptation (2006). Hoofdstuk 1 en 2, hoofdstuk 3 , pp. 85-95, 105-111.

  • Reader: Bolter, J.D. and R. Grusin, Remediation. Understanding New Media. Cambridge 1999. Selection of chapters.

  • Bruno Latour, Wij zijn nooit modern geweest. Pleidooi voor een symmetrische antropologie (Kennis, openbare mening, politiek) (Amsterdam: Van Gennep, 1994).

  • A. Rigney, ‘Portable Monuments. Literature, Cultural Memory, and the Case of Jeanie Deans’. Poetics Today 25 (2004) 361-396. Online raadpleegbaar via de UBA.

  • De avonden (Gerard Reve, 1947)

  • Art Spiegelman: Maus, deel 1 en 2. (In welke taal je het maar kan krijgen).

  • Louis Couperus: Eline Vere

Aanmelden

Inschrijven voor dit vak via uSis

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Aanmelden voor Contractonderwijs via: http://www.hum.leidenuniv.nl/onderwijs/contractonderwijs/
Dit college is niet beschikbaar voor à la carte onderwijs

Contact

Prof. dr. Y. van Dijk