Toegangseisen
Propedeuse Kunstgeschiedenis. Afgeronde tweedejaars Werkcolleges (BA2) en Excursiewerkcollege (of het equivalent daarvan).
Beschrijving
De relatie tussen vrouwen en kunst wordt de afgelopen decennia intensief bestudeerd. Het thema kent uiteenlopende invalshoeken. In de eerste plaats wordt veel studie gedaan naar de manier waarop mannen vrouwen hebben uitgebeeld en naar wat dit zegt over de houding die mannen in het verleden hadden ten opzichte van vrouwen en over het indeaalbeeld van de vrouw dat in de maatschappij werd gekoesterd. Aan de andere kant richt het onderzoek zich op de rol die vrouwelijke kunstenaars in de kunstgeschiedenis hebben gespeeld en wat hun positie was in een door mannen gedomineerde wereld. Tijdens deze werkgroep zal, aan de hand van een aantal thema’s de rol van de vrouw in de kunst worden belicht. Onderwerpen die aan de orde zullen komen zijn: het vrouwbeeld van Lucas van Leyden, zoals dat tot uitdrukking komt in zijn prenten en schilderijen, de positie van kunstenaressen op de kunstmarkt in de 17e eeuw, de stillevenschilderes Clara Peeters als trendsetter in haar genre, zelfrepresentatie van vrouwen in zelfportretten in de 16e en 17e eeuw, gender en de 17e-eeuwse genreschilderkunst, Charley Toorop en de avant garde tijdens het interbellum en het zelfbeeld van vrouwen in de fotografie na 1970.
Leerdoelen
Zelfstandig kunsthistorisch onderzoek kunnen verrichten: een beredeneerd oordeel over wetenschappelijke literatuur kunnen formuleren en presenteren, zowel schriftelijk als mondeling. De eindtermen zijn:
Inzicht hebben in historische en actuele discussies over vrouwen en kunst.
Een thema kunnen selecteren voor eigen kunsthistorisch onderzoek en het daarbij formuleren van een relevante vraagstelling.
Het kiezen van een adequate methode om de vraagstelling te beantwoorden, het uitvoeren van literatuur- en bronnenonderzoek dat wordt uitwerkt in een literatuurlijst die aan de daarvoor gestelde eisen voldoet.
Een visueel ondersteund referaat van circa 20 minuten over de gekozen problematiek kunnen voorbereiden en presenteren, en daarbij effectief op vragen en opmerkingen van docent en medestudenten kunnen reageren.
Een gestructureerd betoog of catalogusteksten kunnen schrijven van 5000 woorden, exclusief noten en bibliografie, vanuit een relevante probleemstelling met een goed voorbereide conclusies.
Onderwijsvorm
Werkcollege
Zelfstandige literatuurstudie
Er is bij werkcolleges aanwezigheidsplicht. Verzuim door omstandigheden dient vooraf te worden gemeld, met opgaaf van redenen. Bovendien geldt dat deze cursus niet succesvol kan worden afgesloten wanneer de student meer dan 2x afwezig is geweest. Bij in gebreke blijven kan de toegang tot het college verder worden ontzegd. Alleen in uitzonderlijke gevallen zal de Examencommissie de mogelijkheid van een aanvullende of vervangende opdracht overwegen. Zie ook de [Onderwijs en Examen Regeling](http://www.hum.leidenuniv.nl/kunstgeschiedenis/reglementen/ "OER").
Studielast
totale studielast voor de cursus 10 ects: 280 uur. - bijeenkomsten werkcollege 12 × 2 = 24 uur
bestuderen van teksten voor de colleges: 20 uur
het bestuderen van de verplichte literatuur en bronnenonderzoek: 60 uur
het voorbereiding van presentaties en andere opdrachten: 16 uur
het schrijven van een catalogusteksten (inclusief inlezen / onderzoek en becommentariëren van werk van medestudenten): 160 uur
Toetsing
Deelname aan de groepsdiscussies en voorbereiding van colleges en opdrachten tellen als praktische oefening (verplicht onderdeel).
Portfolio (30%): studenten stellen een portfolio samen met daarin een analyse van de literatuur die voor de colleges moet worden gelezen. Als alle elementen met een voldoende zijn afgerond is 30% van het totale aantal ects behaald (daarvoor wordt dus geen cijfer gegeven).
Mondelinge presentatie (20%): referaat (ondersteund met PowerPoint-presentatie) over het eigen onderzoek.
Eindwerkstuk (50%): schriftelijk werkstuk van circa 5000 woorden excl. noten en literatuur (=9-10 pagina’s 1.5 regelafstand, excl noten en literatuur).
Compensatie: het gewogen gemiddelde over de toetsonderdelen moet minimaal 6.0 zijn (afronding op één decimaal achter de komma).
Herkansing: Een onvoldoende beoordeeld portfolio en/of eindwerkstuk kan eenmalig worden herkanst. Als herkansingsmogelijkheid voor de mondelinge presentatie kan een vervangende opdracht worden geformuleerd.
Blackboard
Er wordt gebruik gemaakt van Blackboard:
Voor literatuur
Power Points van colleges
Downloaden van werkstukken
Publiceren van de presentaties van de deelnemers aan de werkgroep
Algemene informatie
Aanmelden
Via uSis.
Contact
Drs. G.J. Nauta (studiecoördinator)
Dr. M.E.W. Boers (docent)