Studiegids

nl en

Migrantenliteratuur, koloniale en postkoloniale literatuur van de Molukken

Vak
2014-2015

Toegangseisen

BA Nederlandkunde / Dutch Studies; BA Nederlandse Taal en Cultuur; BA Literatuurwetenschap

Beschrijving

Migrantenliteratuur is een recent en belangrijk verschijnsel in de Nederlandse literatuur, dat zijn opkomst beleeft in de jaren tachtig en negentig van de twintigste eeuw. Maar al veel eerder was er een groep die in veel opzichten in een gelijksoortige positie verkeerde. Het gaat om Nederlandse schrijvers van Aziatische herkomst.
Het doel van dit college is om kennis te maken met deze bijzondere groep Nederlandse migrantenauteurs: de kinderen van de Molukkers die na de dekolonisatie van Nederlands-Indië (1945-1949) gedwongen hun land moesten verlaten en naar het land van de voormalige kolonisator vertrokken. Ook wordt in verband met de historische context het werk van twee (koloniale) auteurs van Nederlandse afkomst behandeld dat door hun verblijf in de Molukken geïnspireerd is. We zullen ons daarbij afvragen hoe hun werk gedefinieerd moet worden, en hoe het past in het bredere verband van de mondiale (post)koloniale literatuur. In hoeverre laat hun werk zich vergelijken met dat van koloniale en postkoloniale auteurs in het Engelse taalgebied? En welke plaats neemt hun werk in de Nederlandse letterkunde in.
De studenten verzamelen in de loop van de werkgroep voldoende gegevens om te komen tot een eigen antwoord op deze vraag. Het is niet de bedoeling dat de werkgroep tenslotte een unaniem standpunt vaststelt.

Leerdoelen

  • Kennis van en inzicht in de positie van de Nederlandse koloniale en postkoloniale literatuur.

  • Kennis van de kernbegrippen en de theorie van het onderzoek naar (post)koloniale literatuur

  • Bijdrage aan de geschiedschrijving van de Nederlandse letterkunde.

  • Plaatsing van deze werken in een internationale context.

  • Het zelfstandig vinden en kritisch beoordelen van relevante wetenschappelijke literatuur, en het toepassen ervan (analyseren en interpreteren) op de Nederlandse (post)koloniale literatuur.

  • De student leert welke vragen men aan zulk materiaal kan stellen en hoe men daarover op adequate wijze kan rapporteren.

  • Het houden van een referaat waarin bovengenoemde leerdoelen verwezenlijkt worden.

  • Het schrijven van een werkgroepsscriptie waarin bovengenoemde leerdoelen verwezenlijkt worden.

Rooster

Het rooster is vanaf 1 juni beschikbaar via de website.

Onderwijsvorm

Werkcollege

Studielast

Totale studielast voor de cursus: 280 uur.

  • uren die aan het volgen van college worden besteed: 28 uur.

  • tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur; theorie: 30 uur; primaire literatuur 60 uur; notities en referaten: 40 uur.

  • tijd voor het schrijven van een werkstuk: 122 uur (inclusief inlezen / onderzoek)

Toetsing

Notities: 10 %
Referaat: 25 %
Werkgroepscriptie: 65 %

Bij een onvoldoende voor de afsluitende werkgroepsscriptie (lager dan een 5,5) bestaat de mogelijkheid om binnen twee weken een herziene versie in te leveren.

Blackboard

Er is een Blackboardcursus aanwezig. Via Blackboard worden studenten op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontvangen ze specifieke informatie over onderdelen van de cursus.
Zie Blackboard

Literatuur

Met betrekking tot de theorie wordt bestudeerd:

  • Edward Said, ‘Introduction’, in: Orientalism, London, 1991 (Penguin Books), p. 1-28.

  • Edward Said, ‘Introduction’, in: Culture & Imperialism, London, 1994 (Vintage), p. XI-XXXII.

  • Douwe Fokkema, ‘Argumenten voor een nieuw kosmopolitisme, naar aanleiding van Chen Xiaomei’s “Occidentalisme”, Saids “Orientalisme” en Foucaults discours-begrip’, in: Tijdschrift voor Literatuurwetenschap, 1 (1996), p. 83-97.

  • Bill Ashcroft, Gareth Griffiths, Helen Tiffin, ‘Introduction’, in: The Empire writes back, theory and practice in post-colonial literatures, 2nd edition. London, 2002, p. 1-13.

  • Theo D’haen, ‘Inleiding’, in: Herinnering, herkomst, herschrijving, koloniale en postkoloniale literaturen, Leiden, 1990, p. 1-17.

  • Theo D’haen, ‘Inleiding’, in: Weer-werk, schrijven en terugschrijven in koloniale en postkoloniale literaturen, Leiden, 1996, p. 1-3.

  • Elleke Boehmer, ‘Independence’, in: Colonial and Postcolonial literature, 2nd edition. Oxford, 2005, p. 172-213.

  • Elleke Boehmer, ‘Postcolonialism’, in: Colonial and Postcolonial literature, 2nd edition. Oxford, 2005, p. 214-245.

  • F.W. Korsten, ‘Postmodernisme – representatie’, in: Lessen in literatuur, 2e herz. dr., Nijmegen, 2005, p. 251-274.

  • F.W. Korsten, ‘Transnationalisme en postkolonialisme – hybriditeit’, in: Lessen in literatuur, 2e herz. dr., Nijmegen, 2005, p. 275-297.

Het verdient aanbeveling de eerste drie teksten vooraf te lezen, maar het is niet verplicht.

Met betrekking tot de primaire literatuur wordt gelezen:

  • Q.M.R. Ver Huell, Christina Martha, ed. Hans Straver. Hilversum, 2013. [geschreven 1837]

  • Maria Dermoût, De tienduizend dingen. Amsterdam, 1955.

  • Frans Lopulalan, Onder de sneeuw een Indisch graf. Haarlem, 1985.

  • Wies van Groningen, Clara Hukom (verhalen uit Blangkedjerèn en Is militair, is militair). Utrecht, 2000.

  • Yvon Muskita, Snijden en stikken, Het verhaal van kleermaker Boeng. Haarlem, 2008.

  • Sylvia Pesseireron, De verzwegen soldaat. Vianen/Antwerpen, 2012.

  • Herman Keppy, Pendek. Amsterdam, 2013.

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Dit college is niet beschikbaar voor à la carte onderwijs en Contractonderwijs

Contact

Met inhoudelijke vragen over dit college kun je contact opnemen met de docent, Dhr Prof.dr. O.J. Praamstra

Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 527 2144. Het e-mail adres is ndd@hum.leidenuniv.nl