Toegangseisen
Er zijn geen specifieke toegangseisen.
Beschrijving
Een belangrijk thema in de geschiedenis van zowel de vroegmoderne als de moderne tijd is staats- en natievorming. In dit college worden de hoofdlijnen van de geschiedenis van dit thema besproken vanaf ongeveer 1500 tot heden, maar dan expliciet vanuit een vergelijkend wereldhistorisch perspectief. De natiestaat komt dan naar voren als een relatief jonge verschijning, als opvolger van dynastieke constellaties die meestal uit verschillende volkeren bestonden. Daarnaast leidt het wereldhistorische perspectief direct naar de vraag waarom de ontwikkelingen in Europa en Azië op den duur uit de pas gingen lopen. Hierdoor wordt de ogenschijnlijk vanzelfsprekende vorming van de moderne natiestaat in Europa sterk gerelativeerd.
In het college komen onder meer aan de orde: theorieën over staatsvorming en nationalisme, de Turko-Mongoolse Erfenis (1200-1600), het veelvolkerenbestel van de Chinese Qing-dynastie (1644-1912), de pre-koloniale, koloniale en post-koloniale staatsvorming in Afrika, etniciteit, nationalisme en kolonialisme in Azië in de 18e en 19e eeuw, de geleidelijke overgang van veelvolkerenstaten en rijken naar de natiestaat in Europa en Azië, de Jong-Turken (Ottomaanse moslims en Turkse nationalisten), het vraagstuk van staat en natie in Centraal-Europa en het probleem van de etnische minderheden (1914-1945), staatsvorming en nationalisme in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk tussen wereldrijk en multinationale staat en de Europese Unie als een bovenstatelijk instituut.
Als een rode draad loopt door het college de vraag, aansluitend bij de centrale stelling van het gebruikte boek van Azar Gat, in hoeverre naties gezien kunnen worden als ‘modern’ of als veel ouder, als een blijvende kern van groepsidentiteit.
Leerdoelen
De student heeft kennis van een hoofdonderdeel, meer specifiek van de plaatsing van de Europese geschiedenis van na 1500 in een mondiaal perspectief; in het bijzonder de ontwikkeling en rol van politieke instituties en van natie- en staatsvorming.
De student heeft kennis van en inzicht in de belangrijkste theoretische en historiografische discussies op het terrein van staats- en natievorming vanuit wereldhistorisch perspectief.
De student kan
relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
kritisch reflecteren op kennis en inzichten neergelegd in vakwetenschappelijke literatuur.
Rooster
Onderwijsvorm
- Hoorcollege
Studielast
totale studielast voor de cursus: 140 uur.
uren die aan het volgen van college worden besteed: 2 uur p.w. x 14 weken = 28 uur
tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur: ca. 106 uur.
Tentamen: 4 uur
Toetsing
take home-tentamen (30%): ter toetsing van de kennis van en inzicht in de belangrijkste theoretische en historiografische discussies op het terrein van staats- en natievorming vanuit wereldhistorisch perspectief
schriftelijk tentamen met enkele essayvragen (70%): ter toetsing van de plaatsing van de Europese geschiedenis van na 1500 in een mondiaal perspectief; in het bijzonder de ontwikkeling en rol van politieke instituties en van natie- en staatsvorming.
Wat betreft de weging: het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers.
Herkansing
Bij de herkansing worden de deeltoetsen gebundeld.
Blackboard
Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor weblinks en aanvullende literatuur.
Literatuur
Azar Gat, Nations: The Long History and Deep Roots of Political Ethnicity and Nationalism (Cambridge 2013) en aanvullende teksten op Blackboard.
Timothy Baycroft, Nationalism in Europe 1789-1945 (Cambridge 1998), 96 blz.
Aanmelden
Via uSis