Studiegids

nl en

Het leven duurt maar kort: ziekte, moord en dood in de antieke wereld

Vak
2014-2015

Toegangseisen

Er zijn geen specifieke toegangseisen.
Kennisname van F.G. Naerebout & H.W. Singor, De Oudheid, Amsterdam 2008 of later (11de druk en verder), wordt ten zeerste aanbevolen.

Beschrijving

De Griekse tragedieschrijver Euripides laat een van zijn karakters zeggen “het leven duurt maar kort”. In de oudheid was dit zeker het geval: de kindersterfte was zeer groot; gebrekkige gezondheidszorg maakte dat een longontsteking al fataal kon zijn; Romeinse keizers en hun opvolgers werden vergiftigd; en dan hebben we het nog niet eens over onverlichte straten waar je altijd het gevaar liep overvallen te worden (en in het ergste geval daarbij gedood te worden). De dood was deel van het dagelijks leven.

De centrale vraag van dit hoorcollege is dan ook: hoe ging men om met de dood in de Oudheid? We benaderen deze vraag in brede zin door te spreken over veel voorkomende doodsoorzaken maar ook over begrafenisrituelen, ideeën over het hiernamaals en natuurlijk over de achterblijvers: rouw.

Griekenland en Rome staan centraal, maar ook voor vergelijkende elementen uit andere culturen is aandacht. Ook onze eigen ‘dodencultuur’ zal ter sprake komen.

Leerdoelen

A. Collegespecifieke Leerdoelen:
1. Verwerven van inzicht in antieke teksten en archeologische bronnen die het onderwerp betreffen.
2. Het verwerven van kennis over hoofdthema’s betreffende de antieke geschiedenis van ziekte, moord, dood, rouw
3. De student kan in Grieks-Romeinse dodentradities herkennen en hun herkomst verklaren
4. De student vergelijkt onze eigen ‘dodencultuur’ met die van de antieke wereld

B. De student heeft
1. kennis van een hoofdonderdeel, meer specifiek van de Griekse-Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 800 v.C. – 400 n.C; sociaal-economische structuren; de antieke stad; mentaliteitsgeschiedenis; antieke religie; cultuurcontact.

C. De student kan
1. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken
2. kritisch reflecteren op kennis en inzichten neergelegd in vakwetenschappelijke literatuur

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege

  • Zelfstandige literatuurstudie

Studielast

Studielast 5 ec x 28 uur = 140 uur:

  • 28 contacturen

  • 108 uur zelfstudie

  • Tentamens: 4 uur

Toetsing

De eerste deeltoets is een schriftelijk tentamen met gesloten vragen (bijvoorbeeld multiple choice) en korte open (invul)vragen (leerdoelen B1, A2, C1) over de stof (colleges en powerpoints plus literatuur) van blok 3.
De tweede deeltoets is een schriftelijk tentamen met enkele essayvragen (leerdoelen A1, A2, B1, C1, C2) over de stof (colleges en powerpoints plus literatuur) van blok 3 en 4

Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door 1) de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers; het eerste deelcijfer telt mee voor 30 procent, het tweede voor 70 procent van het eindresultaat.
Hierbij geldt tevens de aanvullende eis dat de tweede deeltoets altijd voldoende moet zijn.

Herkansing
De deeltoetsen kunnen, indien onvoldoende, allebei worden herkanst op eenzelfde tentamenmoment.

Blackboard

Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor:

  • rooster;

  • literatuuropgave;

  • bevorderen van interactie tussen docent en student.

Literatuur

V. Hope, Roman death: the dying and the dead in Ancient Rome (Londen 2009)
M.S. Mirto, Death in the Greek World: from Homer to the Classical Age (Norman 2012)
M. Erasmo, Death: antiquity and its legacy (Londen 2012)

NB: De aanschaf van het boek van Hope is niet verplicht: dat staat ook op ons collegeplankje in de UB. Je kunt een kopie maken.

Aanmelden

Via uSis

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Studeren à la carte willen volgen (zonder tentamen), oa. over kosten, inschrijving en voorwaarden.

Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), oa. over kosten, inschrijving en voorwaarden.

Contact

mw. Dr. K. Beerden

Opmerkingen

.