Toegangseisen
Geschiedenisstudenten: Beide BA-werkcolleges behaald, waarvan één in dezelfde afstudeerrichting als het BA-seminar.
GLTC studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Methodenblok behaald.
OCMW studenten: propedeusecollege Oude Geschiedenis en Seminar OCMW (1e jaar) behaald.
Voor overigen: propedeusecollege Oude Geschiedenis.
Beschrijving
Religie en tekst zijn ook in de oudheid onlosmakelijk met elkaar verbonden: bidden, vervloeken en danken gingen door middel van tekst. Zowel gesproken als geschreven teksten dienden om de goden te bereiken maar ook om rituelen correct uit te kunnen voeren. Wij bekijken de rol van teksten binnen religieuze rituelen. Orakelteksten, magische papyri, vervloekingstabletten, de gouden Orfische tabletten, votieven en ‘Hemelsbrieven’ zijn maar enkele van de bronnen die we bestuderen. Hoe werkt tekst binnen deze rituelen?
De relatie tussen gesproken en geschreven tekst is maar één van de vragen die aan bod zullen komen. De nadruk zal bij dit college liggen op de functie van tekst binnen het religieus ritueel, en de status van de tekst. Die status loopt van mensenwerk tot tekst die als het geopenbaarde woord van de bovennatuur zelf wordt beschouwd. Wie spreekt of schrijft ‘het woord van god’? De nalatenschap van de oudheid op dit vlak is nog steeds zeer actueel.
Leerdoelen
A Collegespecifieke leerdoelen:
1 verwerven van inhoudelijke kennis over tekstualiteit (en oraliteit) binnen de antieke religie;
2 het analyseren van het grotere historische debat over antiek tekstgebruik en geletterdheid (maar specfiek in de context van religie) aan de hand van een selectie van een aantal sleutelpublicaties;
3 het verwerven van globaal inzicht in de verschillende wetenschappelijke paradigma’s waarin het religie/tekst debat zich beweegt.
B De student kan:
1 een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij;
- relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
- vakliteratuur zoeken, beredeneerd selecteren en ordenen;
- een wetenschappelijk debat analyseren;
- het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
2 een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges;
3 reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
4 bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek;
5 bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren.
C De student heeft:
- 1 kennis van een hoofdonderdeel, meer specifiek van de Griekse-Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 400 v.C. – 400 n.C; sociaal-economische structuren; de antieke stad; mentaliteitsgeschiedenis; antieke religie; cultuurcontact.
Dit specifieke college draagt bij aan kennis van de Griekse-Romeinse oudheid, met nadruk op de periode 600 v.C. – 400 n.C; mentaliteitsgeschiedenis; antieke religie; cultuurcontact.
2 kennis van en inzicht in kernbegrippen, onderzoeksmethoden en –technieken van een hoofdonderdeel, meer specifiek voor antieke teksten en archeologische bronnen; bronnenkritiek en contextualisering; acculturatietheorie;
3 kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de methodiek en de methodologie van de geschiedwetenschap.
Rooster
Zie Rooster Geschiedenis.
Onderwijsvorm
Werkcollege.
Studielast
Totale studielast 10 ec x 28 uur = 280 uur:
college: 2u per week x 13 weken = 26 uur;
gezamenlijk te lezen literatuur: 250 pagina’s: 35 uur;
opdracht 1 (bronstudie): 10 uur;
opdracht 2 (referaat): 20 uur;
opdracht 3 (peer review): 4 uur;
schrijven werkstuk (inclusief verzamelen bibliografie/inlezen/onderzoek) 185 uur.
Toetsing
Bij het college hoort een drietal opdrachten die in direct verband staan met het werkstuk. Precieze details van de opdrachten worden tijdens het college uitgelegd.
opdracht 1: bronstudie naar voorgeschreven bronnen en mondelinge verslaglegging aan de groep (10%) (leerdoel A.1; B.3-5);
opdracht 2: mondelinge presentatie (10%) (leerdoel A.1-2, B.2);
opdracht 3: peer review van het werk van medestudenten, en ontvangen van kritiek in de peer review. (10%) (leerdoel B.2);
werkstuk gebaseerd op primair bronnenonderzoek van 7200 woorden, inclusief noten en bibliografie (60%) (leerdoelen A.1-3, B.1-5, C.1-3);
verder wordt participatie met een deelcijfer beoordeeld (10%).
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door (i) bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers in combinatie met (ii) aanvullende eisen. Aanvullende eis: het werkstuk moet voldoende gemaakt zijn.
Herkansing
Tussentijdse opdrachten en referaten kunnen alleen in uitzonderlijke omstandigheden herkanst worden. Het werkstuk kan herkanst worden, de deadlines staan vermeld in het Overzicht deadlines van de Opleiding Geschiedenis.
Blackboard
Bij dit college wordt gebruik gemaakt van Blackboard voor:
het ter beschikking stellen van studiemateriaal;
discussiefora;
het stellen van tussentijdse vragen aan docent of medestudenten;
selectie primaire bronnen ter discussie.
Literatuur
De literatuur wordt op college bekend gemaakt.
Aanmelden
Via uSis.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing.
Opmerkingen
Studenten van de bachelor Griekse en Latijnse taal en cultuur hebben toegang tot dit werkcollege. In overleg met de docent kunnen ze dit werkcollege volgen voor 5 of 10 ECTS.