Toegangseisen
Beide BA-werkcolleges behaald, waarvan één in dezelfde afstudeerrichting als het BA-seminar.
Beschrijving
Een kenmerk van de late middeleeuwen is de enorme toename in de productie van kronieken en andere historiografische werken. Priesters, stadsklerken en talloze andere, meer en minder aanzienlijke figuren begonnen het verleden van hun stad, streek of vorstendom op schrift te stellen. Vaak borduurden zij voort op al bestaande werken, die zij samenvatten, uitbreidden of van commentaar voorzagen. Maar soms schreven zij geheel nieuwe geschiedwerken, gebruikmakend van archieven, ooggetuigen of eigen waarnemingen. Hoe gingen deze auteurs te werk? Waarom vonden ze het belangrijk om het verleden op schrift te stellen? Hoe stelden zij zich het verleden voor? Wie lazen hun geschiedwerken? En: veranderde in de late middeleeuwen de omgang met het verleden, de voorstelling van het verleden, en de manier waarop mensen geschiedschrijving bedreven? Dergelijke vragen staan in deze cursus centraal, waarin we met behulp van secundaire literatuur en primaire bronnen proberen inzicht te krijgen in de historische cultuur van de veertiende, vijftiende en zestiende eeuw. Met de verkregen inzichten zullen we bovendien een poging ondernemen om antwoord te krijgen op de achterliggende vraag: waarin verschilde de late middeleeuwen in dit opzicht van andere perioden?
Leerdoelen
De student kan:
een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij
- relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken
- vakliteratuur zoeken, beredeneerd selecteren en ordenen
- een wetenschappelijk debat analyseren
- het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen
een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges
reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd
bronnen selecteren en gebruiken voor eigen onderzoek
bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren
De student heeft:
kennis van de historische praktijk, de omgang en de verbeelding van het verleden in laatmiddeleeuwse Europa
kennis van en inzicht in kernbegrippen, onderzoeksmethoden en –technieken van de middeleeuwse geschiedenis; het gebruik van laatmiddeleeuwse narratieve bronnen
kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de methodiek en de methodologie van de geschiedwetenschap
Onderwijsvorm
Werkcollege
Studielast
De totale studielast van de cursus is 280 uur: - bijeenkomsten werkgroep: 28 uur
inlezen in onderwerp, voorbereiden opdrachten en oriënteren op primaire bronnen: 102 uur
analyse primaire bronnen: 50 uur
voorbereiden referaat: 12 uur
schrijven werkstuk: 88 uur
Toetsing
Werkstuk (7200 woorden incl. noten en bibliografie, gebaseerd op primair bronnenonderzoek)
_Getoetste leerdoelen: 1-5, _Mondelinge presentatie
_Getoetste leerdoelen: 1, 2a-d, _Schriftelijke opdrachten
Getoetste leerdoelen: 1, 3-5, 7-9Participatie
Getoetste leerdoelen: 6
Weging
Werkstuk: 60%
Mondelinge presentatie:10 %
Schriftelijke opdrachten: 20%
Participatie: 10In%
Wat betreft de weging verder het volgende:
het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers;
het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door (i) bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers in combinatie met (ii) aanvullende eisen. Deze aanvullende eisen betreffen in de regel dat een of meer van de deeltoetsen altijd voldoende moeten zijn.
Herkansing
Het werkstuk kan worden herkanst. Hiervoor geldt de aangegeven deadline
Blackboard
In deze cursus wordt gebruik gemaakt van Blackboard
Literatuur
Voorgeschreven literatuur:
Anrooij, Wim van, ‘Werner Rolevincks Fasciculus temporum. Variatie in handschrift en druk’ in: Paul Hoftijzer e.a. (ed.), Bronnen van kennis. Wetenschap, kunst en cultuur in de collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek (Leiden 2006) 56-63.
Bagge, Sverre, ‘Medieval and renaissance historiography. Break or continuity?’, The European Legacy 8,2 (1997) 1336-1371.
Carasso-Kok, Marijke, ‘Het woud zonder genade’, BMGN 107,2 (1992) 241-263.
Classen, Albrecht, ‘Werner Rolevinck’s Fasciculus temporum. The history of a late-medieval bestseller, or the first hypertext’, Gutenberg Jahrbuch 81 (2006) 225-230.
Dunphy, Graeme, ‘Chronicles (terminology)’ in: idem (ed.), EMC I (Leiden 2010) 274-282.
Dunphy, Graeme, ‘World chronicles’ in: idem (ed.), EMC II (Leiden 2010) 1527-1532. 5
Ebels-Hoving, Bunna, ‘Nederlandse geschiedschrijving 1350-1550. Een poging tot karakterisering’ in: idem e.a. (ed.), Genoechlike ende lustige historien. Laatmiddeleeuwse geschiedschrijving in Nederland (Hilversum 1987) 217-242.
Falkenburg, Reindert, ‘Het verband met andere vijftiende-eeuwse reeksen’ in: Wim van Anrooij (ed.), De Haarlemse gravenportretten. Hollandse geschiedenis in woord en beeld (Hilversum 1997) 59-68.
Goetz, Hans-Werner, ‘On the universality of universal history’ in Jean-Philippe Genet (ed.), L’Historiographie médiévale en Europe (Parijs 1991) 247-261.
Goetz, Hans-Werner, ‘The concept of time in the historiography of the eleventh and twelfth centuries’ in: G. Althoff e.a. (ed), Medieval concepts of the past. Ritual, memory, historiography (Washington DC 2002) 139-165.
Hage, Tom, ‘Van zwanen en Trojanen. Laatmiddeleeuwse origografie in Noord-Brabant’ in: A.J.A. Bijsterveld, e.a. (ed.), Cultuur in het laatmiddeleeuwse Noord-Brabant. Literatuur – boekproductie – historiografie (Den Bosch 1998) 75-88.
Janse, Antheun, ‘De gelaagdheid van een laatmiddeleeuwse kroniek. De ontstaansgeschiedenis van het zogenaamde Gouds kroniekje’, Queeste 8 (2001) 134-159.
Janse, Antheun, ‘De historie van Holland. Een nieuw begin in de Hollandse geschiedschrijving in de 15de eeuw’, Millennium. Tijdschrift voor Middeleeuwse Studies 21 (2007) 19-38.
Lettinck, N., ‘Het karakter van laatmiddeleeuwse wereldkronieken in Nederland’, Theoretische Geschiedenis 16 (1989) 393-401.
Levelt, Sjoerd, ‘Renaissance historiography’ in: Graeme Dunphy (ed.), EMC II (Leiden 2010), 1269-1273.
Noordzij, Aart, ‘Geschiedschrijving in de late middeleeuwen’ in: A. Knotter e.a. (ed.), Limburg. Een geschiedenis (Maastricht 2015) 445-462.
Schneidmüller, Bernd, ‘Constructing the past by means of the present. Historiographical foundations of medieval institutions, dynasties, peoples and communities’ in: G. Althoff e.a. (ed), Medieval concepts of the past. Ritual, memory, historiography (Washington DC 2002) 167-192.
Tigelaar, Jaap, Brabants historie ontvouwd. Die alder excellenste cronyke van Brabant en het Brabantse geschiedbeeld anno 1500 (Hilversum 2006) 36-56.