Beschrijving
Het bachelorproject heeft tot doel de student ervaring te laten opdoen met de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek. Tijdens het bachelorproject verricht de student onderzoek naar een pedagogisch thema dat deel uitmaakt van de combinatiestudie Academische Pabo. De student richt zich op een vraagstelling, verricht literatuuronderzoek, bezint zich op de methodologische, ethische en praktische implicaties van zijn onderzoek, verzamelt en analyseert gegevens met betrekking tot de vraagstelling, trekt een conclusie, en legt deze stappen vast in een verslag. Raadpleeg voor meer informatie (o.a. over de verplichte Posterpresentatie en het uploaden van je Bachelorscriptie in het Scriptierepositorium) ook de website. Op deze site vind je ook de speciale Wegwijzer Bachelorproject. En vergeet niet de site van de het Bacheloratletier te bezoeken.
Leerdoelen
Het in een ondersteunende omgeving zelfstandig doorlopen van de empirische cyclus, waarbij, afhankelijk van het project waarin wordt geparticipeerd, de verschillende fasen meer of minder omvattend worden doorlopen;
Intensieve kennismaking met het onderzoeksterrein van de pedagoog;
Integratie van eerder in de opleiding aangeleerde kennis en vaardigheden met de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek op het terrein van de Pedagogische Wetenschappen;
De verdere ontwikkeling en uitbreiding van de in de Bacheloropleiding geleerde kennis van en vaardigheden in Methoden en Technieken van onderzoek;
Leren zelfstandig en verantwoordelijk mee te functioneren in een project (professionele houding);
Het in de context van een uitdagend onderzoek ervaren wat de eigen mogelijkheden en beperkingen zijn, zowel met betrekking tot vaardigheden als met betrekking tot het persoonlijk functioneren in een dergelijk project en daarmee op dusdanige wijze leren omgaan dat het project goed wordt afgerond.
Eindtermen
1 Vakinhoud
1.1 De bachelor heeft kennis van en inzicht in fundamentele begrippen en theorieën uit de pedagogische en aangrenzende wetenschappen.
1.2 De bachelor heeft kennis van de geschiedenis en ontwikkeling van de pedagogische wetenschappen.
1.3 De bachelor heeft kennis van modellen van diagnostiek, assessment en behandeling en interventie.
1.4 De bachelor heeft kennis van (beleid van en voor) het pedagogisch beroepsveld.
2 Methoden en technieken van onderzoek
2.1 De bachelor heeft basiskennis van en inzicht in de gangbare methoden en technieken van pedagogisch onderzoek, met inbegrip van de hoofdfases van wetenschappelijk onderzoek.
2.2 De bachelor kan onder begeleiding een eenvoudig wetenschappelijk onderzoek opzetten en uitvoeren, zowel individueel als in groepsverband.
3 Academische vaardigheden
De bachelor heeft de volgende academische vaardigheden ontwikkeld:
3.1 Het verzamelen van wetenschappelijke literatuur, kritisch bezien ervan, vaststellen van de relevantie en samenvatten van de kern.
3.2 Het wetenschappelijk en ethisch kunnen analyseren en beschrijven van praktische en theoretische pedagogische vraagstukken.
3.3 Het formuleren van een consistente visie of betoog met passend afgewogen wetenschappelijke argumenten.
3.4 Correct schriftelijk rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.
3.5 Correct mondeling rapporteren over pedagogische vraagstukken, zowel in een academische als in een andere professionele context.
4 Professioneel gedrag
De bachelor heeft de vaardigheid ontwikkeld zich op professionele wijze te gedragen en daarop te reflecteren overeenkomstig normen en regels die van toepassing zijn op toekomstige werkzaamheden als pedagoog en de beroepscode van de Nederlandse Vereniging van Pedagogen en Onderwijskundigen (NVO):
4.1 Kan wetenschappelijke kennis en inzichten toepassen op opvoedings- en onderwijsvraagstukken.
4.2 Is in staat om met kennis van het vakgebied te verdiepen en verbreden.
4.3 Is in staat om het eigen leerproces te sturen.
4.4 Kan reflecteren op ethisch verantwoord wetenschappelijk en pedagogisch handelen van zichzelf en anderen.
4.5 Toont in de samenwerking met anderen (respondenten, collega’s, cliënten) verantwoordelijkheid, betrouwbaarheid, respect en communicatieve vaardigheid.
4.6 Kan anderen feedback geven en omgaan met feedback van anderen.
Onderwijsvorm
De student doet een individueel onderzoek in een groepsgewijze begeleidingsstructuur, waarbij een aanwezigheidsplicht geldt. De student maakt een individueel projectvoorstel, schrijft een individueel onderzoeksverslag en verzorgt een presentatie over het project.
Toetsing
De student schrijft een individueel onderzoeksverslag waaruit moet blijken dat hij in staat is tot het systematisch uitwerken van een probleemstelling en tot het geven van een kritische reflectie op grond van theoretische inzichten. Ook moet de student in staat zijn verantwoorde keuzes te maken uit de diverse sociaal-wetenschappelijke onderzoeks- en dataverwerkingsmethoden. De beoordeling is, behalve op het onderzoeksverslag, gebaseerd op aanwezigheid tijdens begeleidingsbijeenkomsten, functioneren, individueel projectvoorstel, individueel onderzoeksverslag, eventuele geleverde tussentijdse producten en de eindpresentatie. Als het projectvoorstel onvoldoende is kan het onderzoek geen doorgang vinden.
Het definitieve verslag van het Bachelorproject dient zowel digitaal als in geprinte vorm ingeleverd te worden. De digitale versie moet via de Turnitin ingeleverd worden, zodat plagiaatcontrole kan plaatsvinden.
Voor dit vak bestaat geen mogelijkheid tot vrijstelling en er kan geen beroep worden gedaan op Elders Verworven Competenties.
Literatuur
Blackboard
Afhankelijk van het project.
Aanmelden
Onderwijs
Informatie over aanmelden voor het vak wordt gegeven op Blackboard en via U-mail.
Tentamen
NB Dit vak wordt afgesloten met een paper. Voor vakken die afgesloten worden met een paper i.p.v. een tentamen hoef je je niet aan te melden via uSis.