Studiegids

nl en

Inleiding Burgerlijk Recht

Vak
2015-2016

Toegangseisen

Geen.

NB: Dit vak is geen keuzevak. Bijvakstudenten of gaststudenten mogen niet aan dit vak deelnemen.

Beschrijving

Iedereen heeft dagelijks met burgerlijk recht te maken. Of u nu een krop sla koopt of een boek, een kamer huurt of een huis koopt, muziek downloadt of een cd ript, of besluit te gaan trouwen of juist te gaan scheiden: het burgerlijk recht is van belang. Bij het vak Inleiding Burgerlijk Recht maakt u kennis met de regels die voor deze en andere handelingen gelden. Het vak behandelt kernleerstukken van vermogensrecht, zoals de rechtshandeling en de overeenkomst, de onrechtmatige daad en schadevergoeding, toebehoren en overdracht. Ook wordt aandacht besteed aan het personen-, familie-, huwelijksgoederenrecht en erfrecht en de intellectuele eigendom. Daarbij wordt u getraind in verschillende (elementaire) juridische vaardigheden, zoals zorgvuldig lezen en casus oplossen. Inleiding burgerlijk recht legt hiermee een stevige basis voor de civielrechtelijke vakken later in uw studie.

Leerdoelen

Doel van het vak

  • Het verkrijgen van basiskennis van het vermogensrecht en (kritisch) inzicht in een aantal kernleerstukken van vermogensrecht, zoals de rechtshandeling en de overeenkomst, de onrechtmatige daad en schadevergoeding, toebehoren en overdracht.

  • Het verkrijgen van overzicht en elementaire kennis van het overig burgerlijk recht (personen-, familie-, huwelijksgoederenrecht en erfrecht en intellectuele eigendom).

  • Het ontwikkelen van de vaardigheid, vraagstukken van vermogensrecht, personen-, familie-, huwelijksgoederenrecht en erfrecht en intellectuele eigendom te analyseren en (goed beargumenteerd) op te lossen, dit mede aan de hand van (eenvoudige) casus en opdrachten.

Eindkwalificaties (eindtermen van het vak)

Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:

  • U heeft basiskennis van en (kritisch) inzicht in een aantal kernleerstukken van vermogensrecht.

  • U bent in staat vraagstukken van burgerlijk recht

    • goed te lezen en te analyseren
    • de onderliggende rechtsvraag te formuleren
    • een en ander in het juiste juridische kader te plaatsen
    • dit toe te passen op een concrete casus en
    • een (beargumenteerde) oplossing te geven c.q. te concluderen.

Rooster

Kies voor propedeuse of bachelor en master.

Onderwijsvorm

Hoorcolleges

  • Aantal à 2 uur: 12

  • Namen docenten: Prof.mr. A.G. Castermans, prof.mr. J. Hijma, prof.mr. T.J. Mellema-Kranenburg, prof.mr. D.J.G. Visser e.a.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de in het Werkboek Inleiding Burgerlijk Recht 2015-2016 opgegeven literatuur en jurisprudentie en het voorbereiden van de in het Werkboek opgenomen casus.

Gedurende twaalf weken worden colleges van twee uren gegeven. Deze colleges worden op dinsdag gegeven. Tijdens deze colleges behandelt een hoogleraar een aantal van de die week op het programma staande onderwerpen. De deelnemers dienen de studiestof – die in dit Werkboek wordt gespecificeerd – vóór het college te hebben bestudeerd. Hetgeen tijdens de colleges wordt behandeld, behoort tot de tentamenstof.

Werkgroepen

  • Aantal à 2 uur: 12

  • Namen docenten: worden nader bekendgemaakt.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de in het Werkboek Inleiding Burgerlijk Recht 2015-2016 opgegeven literatuur en jurisprudentie en het (schriftelijk) voorbereiden van de in het Werkboek opgenomen casus.

Gedurende de eerste acht onderwijsweken worden werkgroepen van twee uren gegeven, waarin aan de hand van casusposities en meerkeuzevragen (mc-vragen) belangrijke thema’s van het vermogensrecht aan de orde worden gesteld. De werkgroepen worden gegeven op woensdagmiddag, donderdag en vrijdag. Indeling in werkgroepen geschiedt volgens het tutorgroepensysteem.
Deelneming aan de werkgroepen is verplicht. Deze verplichting houdt mede in een gedegen (schriftelijke) voorbereiding van de voorgeschreven studiestof en een actieve inzet tijdens de werkgroepen (zie voor verdere informatie hierna, onder nrs. 2.1-2.4).

Bovenstaande verplichting geldt niet voor herkansers.

In de onderwijsweken IX, X, XI en XII wordt op vrijdag een onlinewerkgroep aangeboden. De onlinewerkgroepen kunnen van huis uit worden gevolgd. Voor een beperkt aantal studenten is het mogelijk de werkgroepen persoonlijk bij te wonen. Deelneming aan deze werkgroepen is op vrijwillige basis en zal geschieden door middel van aanmelding (vol is vol). Over de wijze van aanmelden zult u tijdig worden geïnformeerd. De onlinewerkgroepen zullen worden opgenomen en op Blackboard worden geplaatst.

Responsiecolleges

  • Aantal à 2 uur: 2

  • Namen docenten: worden nader bekend gemaakt.

  • Vereiste voorbereiding door studenten: bestudering van de in het Werkboek Inleiding Burgerlijk Recht 2015-2016 opgegeven literatuur en jurisprudentie en het voorbereiden van de in het Werkboek opgenomen (responsie)casus.

In onderwijsweek XIII zal, bij wijze van tentamentraining, een responsiecollege van twee uren worden gegeven, waarin aan de hand van casusposities thema’s van vermogensrecht (nog eens) aan de orde worden gesteld.

In onderwijsweek XIV zal een tweede responsiecollege worden gegeven, waarin een proeftentamen zal worden afgenomen.

Beide colleges zullen op dinsdag worden gegeven, op dezelfde tijdstippen als de overige colleges.

Virtueel inloopspreekuur

  • Aantal à 2 uur: 9 (na afloop van het onderwijs)

  • Namen docenten: werkgroepdocenten

  • Vereiste voorbereiding: geen, het betreft een mogelijkheid om, ter voorbereiding op het eindtentamen, op individuele basis via Blackboard vragen voor te leggen aan de docenten over onderdelen van de stof die de student niet goed begrijpt.

Toetsing
Tussentoets: 2 uur (20%)
Nabespreking tussentoets: 2 uur
Eindtentamen: 3 uur (80%)
Nabespreking eindtentamen: 2 uur

E-toetsen
Naast de colleges en de werkgroepen zal u gedurende de (eerste) twaalf onderwijsweken de mogelijkheid worden geboden te controleren of u de stof van de voorbije week in voldoende mate heeft begrepen. Daartoe wordt van woensdagmiddag tot en met zondagavond een vijftal meerkeuzevragen via elektronische weg (op Blackboard) aangeboden. De vragen dienen binnen een half uur te worden beantwoord op een door uzelf te kiezen tijdstip. Na een half uur sluit de site vanzelf en krijgt u automatisch feedback op de door u beantwoorde vragen. Na zondagavond is het niet meer mogelijk om aan de e-toetsing van de voorafgaande week deel te nemen.

Toetsing

Toetsvorm(en)
Het tentamen bestaat uit twee onderdelen (afgenomen op twee afzonderlijke dagen): een tussentoets van twee uur (bestaande uit open vragen, vergelijkbaar met de casus die wekelijks in de werkgroepen worden behandeld) en een eindtoets van drie uur (bestaande uit meerkeuzevragen); beide worden schriftelijk afgenomen. Zie voor meer informatie over de tussentoets art. 4.1.6.2 van de OER.

Voor tussentoets en eindtoets tezamen krijgt u één cijfer; daarbij geldt dat u voor de tussentoets maximaal 20 punten kunt behalen (op een schaal van 100), en voor de eindtoets maximaal 80 punten (op een schaal van honderd); de puntenaantallen zullen bij elkaar worden opgeteld en gedeeld met een factor 10. Het cijfer dat hier uit volgt wordt afgerond overeenkomstig de regels Regels en Richtlijnen Tentamens en Examens bacheloropleidingen FdR (zie art. 18.4 Regels en Richtlijnen).

Bij het herkansingstentamen zullen de meerkeuzevragen en de open vragen niet afzonderlijk worden getentamineerd, maar in één tentamen van drie uur worden afgenomen. Ook voor dit tentamen geldt dat u voor de open vragen maximaal 20 punten kunt behalen en voor de meerkeuzevragen maximaal 80 punten; de berekeening van het cijfer is overeenkomstig hetgeen hierboven is vermeld.

Bij de tentamens zal het taalgebruik bij de beoordeling worden meegewogen.

Examenstof
De tentamenstof voor de tussentoets bestaat uit de literatuur en de jurisprudentie die tijdens de onderwijsweken I tot en met VII bestudeerd dienen te worden, alsmede uit de collegestof.
De tentamenstof voor de eindtoets en voor het herkansingstentamen bestaat uit de literatuur en de jurisprudentie die tijdens de onderwijsweken I tot en met XIV bestudeerd dienen te worden, alsmede uit de collegestof.

Blackboard

Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.

Literatuur

Verplicht studiemateriaal

Literatuur:

  • J.H. Nieuwenhuis, Hoofdstukken vermogensrecht, nieuwste druk.

  • Jac. Hijma & M.M. Olthof, Compendium vermogensrecht, nieuwste druk.

  • D.J.G. Visser, Hoofdstukken Intellectuele Eigendom, Amsterdam: deLex 2013.

  • Nader bekend te maken literatuur met betrekking tot het personen-, familie- huwelijksgoederen- en erfrecht.

  • Jurisprudentie en aanvullende literatuur.

  • Meest recente (niet-becommentarieerde) tekst van het Burgerlijk Wetboek.

Werkboek:
Werkboek Inleiding Burgerlijk Recht 2015. Het werkboek bevat ook eventuele aanvullende literatuur.

Aanmelden

De aanmelding verloopt via uSis. Voltijd eerstejaars studenten die zijn ingedeeld in een tutorgroep door het Onderwijs Informatie Centrum (OIC), worden door het OIC aangemeld.

Contact

  • Vakcoördinator: Mw. Mr. M.C.I.M. Duynstee

  • Werkadres: Steenschuur 25, kamer C2.10

  • Bereikbaarheid: na afspraak met het secretariaat

  • Telefoon: 071 527 7400

  • E-mail: burgerlijkrecht@law.leidenuniv.nl

Instituut/afdeling

  • Instituut: Instituut voor Privaatrecht

  • Afdeling: Civiel recht

  • Sectie: Burgerlijk recht

  • Kamernummer secretariaat: C2.02

  • Openingstijden: balie maandag t/m vrijdag van 9.00-13.30 uur

  • Telefoon secretariaat: 071 527 7400

  • E-mail: burgerlijkrecht@law.leidenuniv.nl