Studiegids

nl en

Boek- en tekstcultuur

Vak
2015-2016

Toegangseisen

Beschrijving

We hebben onze mond vol over ‘nieuwe media’, maar we vergeten weleens dat het handschrift ooit ook een nieuw medium was. En het gedrukte boek ook. Voor die media geldt hetzelde als nu voor de I-pad: ze hadden invloed op de vorm en distributie van teksten, maar ook op de inhoud en receptie. In de cursus Boek- en tekstcultuur maken studenten kennis met verschillende facetten van de boekwetenschap, mede in samenhang met begrippen en verschijnselen uit de literatuurgeschiedenis en mediatheorie. Uitgangspunt vormt de boek- en tekstcultuur in de Nederlanden gedurende ongeveer duizend jaar, vanaf de periode van het handgeschreven boek (twaalfde eeuw) tot aan het tijdperk van de nieuwe media (eenentwintigste eeuw). Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan mediale ‘scharnierpunten’: handschriften worden in de vijftiende eeuw overvleugeld door het gedrukte boek, dat in onze tijd wordt ingehaald door de digitale tekstcultuur. In deze cursus worden de materiële kant van literatuur en mediarevoluties verduidelijkt en de functionaliteit van boeken en teksten inzichtelijk gemaakt. Naast het hoorcollege zijn er (niet-wekelijkse) werkcolleges, waarin studenten in de Bijzondere Collecties van de Leidse Universiteitsbibliotheek kennismaken met handschriften en oude drukken; ook is er een werkcollege waarin de materialiteit van digitale bronnen centraal staat. Bij het college hoort een excursie naar de in de zeventiende eeuw gestichte Bibliotheca Thysiana.

Leerdoelen

Aan het eind van het college zijn de studenten globaal op de hoogte van de geschiedenis van het Nederlandse boek vanaf de twaalfde eeuw tot en met de huidige tijd. Ze hebben kennis gemaakt met materiële aspecten van primaire bronnen – handschriften, (oude) drukken en digitale bronnen – en oog gekregen voor aspecten van productie, distributie en receptie van boeken en teksten. Ze zijn in staat verbanden te leggen tussen boekwetenschap en literatuurgeschiedenis.

Rooster

Zie het rooster van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur.

Onderwijsvorm

  • Hoorcollege (1 uur per week, gedurende 13 weken), inclusief excursie

  • Werkcollege (3 × 2 uur, verspreid over de cursus)

Studielast

De totale studielast voor deze cursus bedraagt 140 uur;

  • 1 uur hc per week x 12 weken = 12 uur; 2 uur wc x 3 weken = 6 uur; 1 uur excursie = 19 uur totaal;

  • 71 uur voor het bestuderen van primaire en secundaire literatuur, waarvan 51 uur ná week 13;

  • 3 × 16 uur = 48 uur voor drie schriftelijke opdrachten gekoppeld aan de werkcolleges;

  • Tentamen 2 uur.

Toetsing

  • De stof van het hoorcollege en de opgegeven literatuur wordt getoetst met een schriftelijk tentamen met open vragen (70%).

  • De werkcolleges monden elk uit in een schriftelijke opdracht (30%).

  • Het eindcijfer komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van beide deelcijfers, waarbij het cijfer voor het schriftelijke tentamen niet lager mag zijn dan een 5,5.

Herkansing

  • Het schriftelijke tentamen moet worden herkanst als het cijfer lager is dan een 5,5.

  • De drie schriftelijke opdrachten kunnen niet worden overgemaakt.

Als het eindcijfer van de cursus na de herkansing nog altijd onvoldoende is, moet het college in het daaropvolgende jaar opnieuw worden gevolgd.

Blackboard

Via Blackboard worden studenten op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontvangen ze specifieke informatie over onderdelen van de cursus. Zie Blackboard

Literatuur

  • Yra van Dijk, ‘Medium’, in: Jan Rock, Gaston Franssen en Femke Essink (red.), Literatuur in de wereld. Handboek moderne letterkunde. Vantilt, 2013, p. 195-223.

  • Anthony Grafton, _Codex in Crisis. 2nd ed. New York 2008.

  • Kopij en druk revisited. Speciaal nummer van het Jaarboek voor Nederlandse Boekgeschiedenis 17 (2000).

  • De overige literatuur wordt opgegeven aan het begin van het college.

Aanmelden

Voor reguliere hogerejaars bachelor- en masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via uSis voor de hoorcolleges en de werkgroepen. Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator: de heer B.P.M. Dongelmans.

Aanmelding voor A la carte en contractonderwijs

Aanmelden A la Carte.
Aanmelden Contractonderwijs.

Contact

Voor inhoudelijk vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Prof.dr. W. van Anrooij, Nederlandse Taal en Cultuur, P.N. van Eyckhof 1, kamer 101A. Tel. 071-5272121. Zijn e-mailadres is w.van.anrooij@hum.leidenuniv.nl.

Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur/Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 5272 2604. Het e-mail adres is: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.

Opmerkingen

Deze cursus kan gevolgd worden als onderdeel van de minor Europa in de Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd.