Toegangseisen
Deze colleges zijn toegankelijk voor studenten die de cursus “Latijn voor niet-classici (eerste helft)” met succes hebben afgerond, alsmede voor studenten met een vergelijkbaar taalniveau.
Beschrijving
In het eerste semester maakt de student kennis met de beginselen van het klassiek Latijn. Enerzijds wordt hij/zij ingewijd in de Latijnse grammatica (morfologie en syntaxis), anderzijds oefent hij/zij zich in het vertalen van (eenvoudige) Latijnse teksten. Daarnaast verwerft de student zich een basis-vocabulaire van frequent voorkomende Latijnse woorden.
In het tweede semester – zie de cursus “Latijn voor niet-classici (tweede helft)” – vergroot de student zijn/haar kennis van de Latijnse grammatica en zijn/haar woordenschat. Maar het accent ligt in het tweede semester op het vertalen van originele Latijnse teksten (bijv. Ovidius en Seneca), waarbij de student ook het woordenboek leert gebruiken.
Leerdoelen
Aan het eind van het tweede semester kan de student zelfstandig omgaan met (eenvoudige) originele Latijnse teksten. Hij/zij is in staat om morfologische en syntactische aspecten van zinnen in hun context te analyseren en om deze, eventueel met behulp van een woordenboek, correct in het Nederlands weer te geven.
Rooster
Zie roosters Griekse en Latijnse taal en cultuur
Onderwijsvorm
Hoorcollege, werkcollege en zelfstudie.
Studielast
De studielast bedraagt per blok 5 EC × 28 uur = 140 uur:
colleges: 14 × 2 uur = 28 uur;
collegevoorbereiding: 13 × 4 = 52 uur;
zelfstudie: 40 uur;
voorbereiding tussen- en eindtoets: 20 uur.
Toetsing
Ieder blok wordt afgesloten met een schriftelijk tentamen (120 minuten tijdens tentamenweek; weging 80%): grammatica, vocabulaire, alle op college besproken teksten, plus een ongeziene vertaling.
Daarnaast is er halverwege ieder blok een schriftelijke tussentoets (45 minuten tijdens college; weging 20%): alleen vocabulaire en grammatica.
Zowel het eindcijfer van het derde blok als het eindcijfer van het vierde blok moet voldoende zijn; het is dus niet mogelijk een onvoldoende in blok 3 te compenseren met een goed cijfer in blok 4 (of andersom).
Herkansing
wie de tussentoets door ziekte of omstandigheden niet kan maken, moet de tussentoets samen met het tentamen aan het einde van het blok inhalen;
de tussentoets kan niet worden herkanst. Wie voor de tussentoets onvoldoende scoort, moet dus proberen dit met een goed cijfer voor het tentamen te compenseren;
indien het gewogen eindcijfer van het blok onvoldoende is, dan maakt men het hertentamen. Daarbij vervalt het cijfer van de tussentoets. Het cijfer voor de herkansing is dan tevens het eindcijfer. Het is niet toegestaan om, indien het eindcijfer voldoende is, het hertentamen te maken in de hoop op een (nog) beter resultaat.
Blackboard
Via Blackboard worden extra oefeningen, hand-outs en oefen-toetsen beschikbaar gemaakt.
Literatuur
H. Oranje (1993 of later), Latinitas. Cursus Latijn, Hans Oranje, Amsterdam: VU Uitgeverij; ISBN 90-5383-230-0;
H. Pinkster (ed.) (1998 of later), Woordenboek Latijn-Nederlands, Amsterdam University Press, Amsterdam. [ook online beschikbaar via netwerk of proxy van de Universiteit Leiden: www.latijnnederlands.nl]
Aanmelden
Via uSis
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Aanmelden voor Studeren à la carte
Aanmelden voor Contractonderwijs