Beschrijving
Dit vak is een inleiding tot de methoden en technieken van archeologisch veldonderzoek, dateringsmethoden en databases. Het vak richt zich op drie vragen:
Wat? Welke zaken zijn er overgeleverd? Hoe ontstaan archeologische gegevens en hoe kunnen we ze onderzoeken?
Waar? Waar bevinden de archeologische resten zich? Prospectie, survey en opgraving;
Wanneer? Dateringsmethoden; zeer belangrijk in de archeologie.
Ook zal een opgraving worden bezocht, waar de geleerde technieken in de praktijk worden getoond. Daarnaast vindt in januari een kort practicum plaats, waarin het gebruik van een database wordt geoefend.
Leerdoelen
Het college heeft een oriënterend karakter en het verwerven van basiskennis tot doel. Studenten moeten na afloop kennis van prospectiemethoden, opgravingstechnieken en dateringsmethoden en databases hebben.
Specifieke leerdoelen:
Kennis van de verschillende soorten archeologische data;
Kennis van de wijze waarop deze archeologische data verzameld worden en kunnen worden geanalyseerd;
Kennis van de diverse opgravingstechnieken en hoe deze worden toegepast in de archeologie;
Kennis van de in de archeologie meest gebruikte dateringstechnieken, en tevens de beperkingen hiervan (type materiaal, onzekerheden, dateringsbereik);
Algemene kennis van de basisbegrippen van een relationeel database systeem en de toepassing van gestructureerde gegevensverzamelingen in de archeologie;
In staat zijn een database met archeologische gegevens te ontwerpen, vullen en bevragen met behulp van het programma MS-Access;
Dit geldt zowel bij opgravingen, als voor onderzoek in het kader van een eigen scriptie;
In staat zijn om op heldere wijze conform richtlijnen verslag te leggen van de toegepaste veldtechnieken op een tijdens een excursie bezochte archeologische opgraving;
In staat zijn om op heldere wijze conform richtlijnen de toepassing van een archeologische methode of techniek in een case study kritisch en helder te evalueren in een kort werkstuk.
Rooster
Roostergegevens voor deze collegereeks zijn te vinden in het propedeuserooster.
Onderwijsvorm
Hoorcollege;
Practicum;
Excursie.
Studielast
De studielast zal als volgt verdeeld worden:
9×2 uur hoorcollege;
180 pagina’s literatuur;
Werkstuk van ca. 1.000 woorden;
Dagexcursie + excursieverslag;
12 uur databases practicum.
Toetsing
Alle onderdelen dienen te zijn afgerond. Blok 1 wordt getoetst door middel van een schriftelijk tentamen, blok 2 door middel van het excursieverslag en het werkstuk.
Het eindcijfer bestaat uit de volgende delen:
Schriftelijk tentamen (50%);
Werkstuk (25%);
Excursieverslag (25%);
De onderdelen mogen gecompenseerd worden (mits niet lager dan een 5,0). Het eindcijfer wordt alleen toegekend na het afronden van het practicum in januari.
De toetsdata (tentamen-, hertentamendata en deadlines voor werkstukken etc.) zijn te vinden in het tentamenrooster.
Literatuur
C. Renfrew & P. Bahn, Archaeology: Methods, Theories and Practice. 6th edition (2012), part 1, pag. 1-166.
Aanmelden
Aanmelden voor de colleges is niet nodig, aanmelden voor het examen is verplicht. Zie de pagina Inschrijven in uSis voor instructies.
Contact
Neem voor meer informatie over dit college contact op met drs. J. de Bruin.
Opmerkingen
Voor de hoorcolleges is geen aanwezigheidsplicht, voor de practica en de excursie wel.
Er wordt van deze cursus een Nederlandstalige en een Engelstalige versie gegeven.