Toegangseisen
Voorgaande jaren grotendeels afgerond.
Beschrijving
De scriptie is een wetenschappelijk betoog van ca. 40 pagina’s over een door de student uitgevoerd kleinschalig onderzoek. Dit kan een literatuuronderzoek zijn, maar kan ook uit een uitwerking van archeologische gegevens bestaan. De scriptie heeft echter altijd een wetenschappelijke vraagstelling (het kader).
Je wordt inhoudelijk begeleid door je scriptiebegeleider, een staflid van de Faculteit der Archeologie.
De module kent een aantal strikte deadlines, die je helpen om je scriptie op tijd af te ronden. Door de opdrachten in te leveren ontvang je tijdig feedback en kun je op tijd aanpassingen doorvoeren.
Per specialisatie zijn er scriptieklassen, geleid door de scriptieklasdocent, waarin inhoudelijk over de scriptie kan worden overlegd met zowel de docent als met medestudenten.
Dit vak bestaat uit verschillende onderdelen:
Blok 1
Enkele algemene inleidende colleges door een staflid en een korte introductie van de specialisatie door de scriptieklasbegeleider.
In de colleges worden de opzet van de scriptie, de richtlijnen en de kenmerken van een goede vraagstelling behandeld.
Aan het eind van blok 1 heb je een onderwerp, een vraagstelling, en een begeleider die de scriptie inhoudelijk kan beoordelen.
Blok 2
Bibliotheekinstructies, verzorgd door de UB, waarin je onder begeleiding zoekt naar relevante literatuur en daarnaast tweewekelijkse scriptieklassen per specialisatie waarin je problemen en oplossingen in de groep bespreekt.
In blok 2 verzorgt iedere specialisatie zijn eigen scriptieklas en geef je een presentatie over je scriptieonderwerp, waarin het kader van de scriptie wordt geschetst: vraagstelling en methodiek zijn helder. Je krijgt voor deze presentatie feedback en een cijfer zodat je je in de tweede ronde kunt verbeteren.
Op 1 december lever je je definitieve vraagstelling in (in Turnitin), voorzien van een wetenschappelijk kader en plan van aanpak en literatuurlijst. Je krijgt feedback van je begeleider.
In januari start je met je onderzoek: je werkt je plan van aanpak uit in een lopende tekst. Deze inleiding lever je uiterlijk 1 februari in (Turnitin). Ook hier krijg je feedback op.
Blok 3
Vanaf blok 3 wordt de begeleiding op individuele basis voortgezet met regelmatige voortgangsgesprekken (ca. 4), op basis van ingeleverde stukken. Er volgt een tweede ronde presentaties waarin de eerste resultaten worden getoond en bediscussieerd. Nu krijg je je definitieve cijfer voor je presentatie. Hierna wordt de scriptie afgerond.
Op 1 mei lever je je eerste versie in. Deze is in grote lijnen af, zodat er goede feedback gegeven kan worden en je nog 3 weken hebt om kleine omissies aan te passen.
Het scriptietraject bestaat dus uit de volgende tussentijdse trajecten:
Opdracht 1: twee presentaties (eind november en maart);
Opdracht 2: onderzoeksplan (1 december);
Opdracht 3: eerste hoofdstukken (1 februari);
Opdracht 4: eerste versie (1 mei);
Opdracht 5: definitieve versie (15 juni) (90%)
Alle opdrachten worden geüpload in BlackBoard en worden geaccordeerd en voorzien van feedback door de begeleider.
De aangepaste, definitieve versie dient te worden ingeleverd bij de Onderwijsadministratie, uiterlijk op 15 juni 2017, én geüpload in Turnitin.
Leerdoelen
Een kleinschalig onderzoek leren opzetten en plannen, en hierover op academisch niveau kunnen rapporteren;
Eigen onderzoek kunnen plaatsen in een breder theoretisch kader;
Het onder begeleiding kunnen schrijven van een logisch en helder wetenschappelijk betoog dat voldoet aan de geldende facultaire richtlijnen;
Zelfstandig relevante literatuur kunnen opzoeken en kritisch beschouwen, en deze vervolgens kunnen integreren in eigen betoog;
Eigen onderzoek mondeling kunnen presenteren en bediscussiëren.
Rooster
Roostergegevens zijn te vinden in het bachelor 3 rooster.
Onderwijsvorm
Hoorcollleges;
Twee practica bibliotheekinstructie en Endnote;
Per specialisatie werkcolleges met verplichte opdrachten.
Toetsing
Aan alle opdrachten moet voldaan zijn.
Presentatie (10%);
Werkstuk (scriptie) (90%).
Deadlines:
1 december: inleveren onderwerp, vraagstelling en uitgewerkt plan van aanpak;
1 februari: inleveren eerste hoofdstuk(ken) (kader, onderzoeksvraag, methodiek);
1 mei: inleveren eerste versie;
15 juni: inleveren definitieve versie.
Literatuur
Afhankelijk van je onderwerp.
Contact
Neem voor meer informatie over de scriptie contact op met mw. dr. J.A. Mol.
Opmerkingen
Naast Nederlands kan de voertaal ook Engels zijn.