Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
Bijna alle genres in de Nederlandse literatuurgeschiedenis zijn wel eens systematisch bestudeerd, op één na: spreuken en spreekwoorden. In het buitenland gebeurt op dit terrein veel meer. In voorgaande eeuwen zijn er wel spreekwoordenboeken verschenen (compleet met bewijsplaatsen ontleend aan de voorafgaande literaire traditie), maar dat is nog iets anders dan publicaties waarin het rijke Nederlandse materiaal wordt bestudeerd vanuit een wetenschappelijke vraagstelling. De vroegste verzamelingen in de Nederlanden dateren al uit de late dertiende eeuw, onze regio loopt daarmee voorop in Europa. In de veertiende en vijftiende eeuw groeit dit didactische bronnenmateriaal exponentieel, de uitvinding van de boekdrukkunst doet daar nog eens een schepje bovenop. Spreuken en spreekwoorden worden aangetroffen in de vorm van collecties, als bladvulling, maar ook (in uitgebeelde zin) op schilderijen en prenten of als opschrift op muren en gebruiksvoorwerpen. In literaire teksten kunnen ze eveneens worden aangetroffen, soms in groten getale, vaak zonder dat onderzoekers er erg in hebben. Het gaat daarbij niet alleen om teksten uit de Middeleeuwen maar ook om literatuur uit de Vroegmoderne Tijd. In dit college zullen we de overlevering in handschrift, druk en anderszins gaan verkennen – met een open oog voor de internationale context – om vanuit die kennis vragen te stellen aangaande de definitie en het (oraal en schriftelijk) functioneren van het genre (waarbij vooral de lengte een interessante rol zal blijken te spelen), ook in de sfeer van het onderwijs en in tal van literaire genres.
Leerdoelen
Kennis: Studenten doen kennis op over de uiteenlopende manieren waarop middeleeuwse en vroegmoderne (Nederlandstalige) spreuken en spreekwoorden zijn overgeleverd (in collecties, als bladvulling, als opschrift etc.) en al dan niet voortleven en doorwerken in literaire bronnen uit die periodes, met een open oog voor de internatioonale context. Die kennis behelst ook de geschiedenis van de (gebrekkige) wetenschappelijke bestudering van dit type teksten vanaf ca. 1800.
Inzicht: Studenten zijn in staat spreuken en spreekworden te herkennen en er – in de context van modern mediëvistisch onderzoek – relevante onderzoeksvragen over op te stellen.
Vaardigheden: Studenten zijn in staat afzonderlijke of in collecties of teksten overgeleverde/ voorkomende spreuken en spreekwoorden te herkennen, op te zoeken, te interpreteren en te analyseren in relatie tot de literaire en historische context waarin ze voorkomen. Ze kunnen daarover zowel mondeling als schrifteljk rapporteren.
Rooster
Onderwijsvorm
Werkcollege
Studielast
Totale studielast: 140 uur;
Uren die aan het volgen van de colleges worden besteed: 2 uur wc p.w. x 13 = 26 uur;
Tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur, het maken van leesverslagen, het voorbereiden van de mondelinge presentatie: 60 uur;
Studentensymposium: 4 uur;
Tijd voor het schrijven van een werkstuk (inclusief inlezen / onderzoek): 50 uur.
Toetsing
Deelname discussie, kwaliteit opdrachten, algehele inzet (15%)
Mondelinge presentatie (15%)
Werkstuk (70%)
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de drie deelcijfers, waarbij het werkstuk niet lager mag zijn dan een 5,5.
Herkansing: Wie voor het werkstuk minder dan een 5,5 haalt, krijgt een eenmalige mogelijkheid tot herschrijven. Aan het herschrijven gaat een gesprek met de docent vooraf.
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt voor:
het verstrekken van een uitgebreide collegebeschrijving;
het op de hoogte houden van studenten van lopende zaken;
het verstrekken van studiemateriaal;
het inleveren van huiswerk.
Literatuur
Ter eerste oriëntatie:
Annette Hemmes-Hoogstadt en Greet Kuulkers-Jungman, ‘Siet van wien ghi sprect ende wat. Venstertjes naar vroeger in Middelnederlandse rijmspreuken’, in: Madoc 27 (2013), p. 104-114.
Herman Mulder, ‘Middelnederlandse rijmspreuken: iets over vloertegels, doodkisten en Latijnse voorbeelden’, in: Queeste. Tijdschrift over middeleeuwse letterkunde in de Nederlanden 11 (2004), p. 44-55.
‘Nederlandse spreekwoorden’ [over een schilderij uit 1559 door Pieter Bruegel de Oude waarop ruim honderd Nederlandse spreekwoorden en gezegdes worden ugebeeld], https://nl.wikipedia.org/wiki/Nederlandse_Spreekwoorden <geraadpleegd: maart=""></geraadpleegd:>
De rest van de literatuur wordt opgegeven bij het begin van het college.
Aanmelden
Inschrijven via uSis is verplicht. Algemene informatie over uSis is te vinden op Nederlands en English
Let op: studenten die geen Nederlands studeren dienen eerst contact op te nemen met de studiecoördinator voor goedkeuring.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Studeren à la carte willen volgen (zonder tentamen), oa. over kosten, inschrijving en voorwaarden.
Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), oa. over kosten, inschrijving en voorwaarden.
Contact
Voor inhoudelijk vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Prof.dr. W. van Anrooij, P.N. van Eyckhof 1, kamer 101A. Tel. 071-5272121.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur/Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 5272 2604. Het e-mail adres is: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.