Studiegids

nl en

Vorm en betekenis 1

Vak
2016-2017

Toegangseisen

Geen.

Beschrijving

Bij de bijzondere eigenschappen van onze moedertaal staan we in het algemeen niet lang stil. Hoe slagen taalgebruikers erin verband te leggen tussen combinaties van een beperkte hoeveelheid waarneembare klanken of letters (vormen) en een eindeloze hoeveelheid onwaarneembare boodschappen (betekenissen)? In dat verband zit systeem, en het is de kennis van dit systeem die Nederlanders in staat stelt hun taal zo schijnbaar moeiteloos te gebruiken als gewoonlijk het geval is. In dit eerste semester introduceren we belangrijke basisinzichten om op een systematische en wetenschappelijk verantwoorde manier over het Nederlandse taalsysteem en Nederlandse taaluitingen te kunnen spreken. We frissen allereerst kennis van de traditionele grammatica op – die levert nog steeds het begrippenapparaat waarvan de taalkunde zich bedient. Vervolgens behandelen we moderne benaderingen van systematiek in de relatie tussen de vorm en de betekenis van zinnen, met name de generatieve en de functionele of constructionele grammatica. We vergelijken deze twee verschillende visies op hoe zinnen in elkaar zitten door ze beide toe te passen op een aantal specifieke verschijnselen van het Nederlands.

Leerdoelen

  • Kennis van termen en begrippen van de traditionele grammatica (taalkundige en redekundige ontleding) en de vaardigheid deze toe te passen

  • Inzicht in de uitgangspunten van verschillende hedendaagse benaderingen van zinsstructuur.

  • Aan het einde van deze collegereeks heb je een goed basisbegrip opgebouwd van de twee belangrijke wetenschappelijke perspectieven op zinsbouw, nl. de Generatieve Grammatica en de Functionele en Constructionele benadering. Je kan:

    1. beschrijven wat de manier is waarop beide benaderingen de bouw van een zin opvatten en welke begrippen en concepten ze daarvoor gebruiken;
    2. vertellen wat de wetenschappelijke en cognitieve motivatie voor beide perspectieven is;
    3. de verschillen in zinsanalyse en wetenschappelijke en cognitieve uitgangspunten tussen beide benaderingen noemen;
    4. Aan de hand van beide benaderingen Nederlandse zinnen analyseren.

Rooster

Zie het rooster van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur.

Onderwijsvorm

Hoor- en werkcollege.

Studielast

De totale studielast voor 5 ects is 140 uur:

  • 3 uur p.w. x 13 weken = 39 uur college

  • 210 p. verplichte literatuur; uitgaande van ca. 7 pagina’s per uur komt dat neer op 210/7= 30 uur tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur

  • 13× 3 uur= 39 uur tijd voor het maken van opdrachten, ter voorbereiding op het college

  • studeren voor tentamen (2x) = 28 uur

  • tentamens: 2 × 2 uur = 4 uur

Toetsing

Twee schriftelijke tentamens; in de eerste tentamenperiode afsluiting van de stof van de eerste 7 weken, aan het eind van het semester de stof van de laatste 7 weken. Beide cijfers tellen even zwaar. Het cijfer voor elk van beide tentamens mag niet lager zijn dan een 5.5 Als het eindcijfer na de herkansing nog altijd onvoldoende is, moet het college in het daaropvolgende jaar opnieuw worden gevolgd en beide tentamens opnieuw afgelegd.

Herkansing vindt eveneens plaats via twee schiftelijke tentamens.

Blackboard

Er is een blackboardcursus aanwezig. Via Blackboard worden studenten op de hoogte gehouden van lopende zaken en ontvangen ze specifieke informatie over onderdelen van de cursus.
Zie Blackboard.

Literatuur

Syllabus en artikelen, beide op Blackboard.

Aanmelden

Eerstejaars studenten Nederlands worden aan het begin van het jaar in werkgroepen ingedeeld.

Voor reguliere hogerejaars bachelor- en masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via uSis voor de hoorcolleges en de werkgroepen.
Algemene informatie over uSis is te vinden op Nederlands en English

Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator: de heer B.P.M. Dongelmans

Aanmelding voor A la carte en contractonderwijs

Aanmelden Contractonderwijs.

Dit college is niet beschikbaar voor A la carte onderwijs.

Contact

Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Dr. R. Boogaart, Nederlandse Taal en Cultuur, P.N. van Eyckhof 1 (WSD-complex, gebouw 1167, kamer 104b) – 071-5272158.

Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse taal en cultuur/neerlandistiek.
Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071-5272 2604.
mail: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.