Toegangseisen
- Materiële cultuur van het Oude Nabije Oosten
Beschrijving
In dit college worden specifieke onderwerpen en/of problemen uit de Egyptische en de Mesopotamische kunstgeschiedenis betreffende schilder-, beeldhouw-, en bouwkunst behandeld. Hierbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan iconografie en iconologie en aan de fundamentele verschillen tussen de Westerse en de Oudegyptische/Mesopotamische kunst.
Leerdoelen
Dit college is een vervolg op de kunsthistorische literatuur die is behandeld in het eerstejaarscollege Materiële cultuur van het Oude Nabije Oosten. Het doel is de kennis van en het inzicht in specifieke complexe aspecten en problemen van kunsthistorische fenomenen te vergroten, en het kritisch kijk- en analysevermogen verder te ontwikkelen.
Rooster
Zie roosterpagina “Oude culturen van de mediterrane wereld”:http://www.hum.leidenuniv.nl/ocmw/roosters/
Onderwijsvorm
Werkcollege
Studielast
5 EC
Totale studielast 5 EC x 28 uur = 140 uur.
Bijwonen college 6x Egypte, 4x Mesopotamië: 10×2 = 20 uur
Het verzorgen van een mondelinge presentatie van schriftelijk samengevat deel van te bestuderen vakliteratuur: 10 uur
Het bestuderen van vakliteratuur en collegestof t.b.v. het schriftelijk eindtentamen: 110 uur
Toetsing
Kritische samenvattingen en mondelinge presentatie van geselecteerde delen van de te bestuderen literatuur, gevolgd door een schriftelijk tentamen van essayvragen aan het eind van de cursus. Presentatie: 20% (van het eindcijfer) Tentamen: 80% (van het eindcijfer)
Voor het tentamen moet een voldoende zijn behaald.
Weging
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van deelcijfers.
Herkansing
Schriftelijk tentamen (100%)
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt voor:
inleveren van opdrachten
verstrekken van studiemateriaal
communicatie
Literatuur
Egypte:
F. Junge, Vom Sinn der ägyptischen Kunst, in: J. Assmann e.a. (ed.), 5000 Jahre Ägypten. Genese und Permanenz pharaonischer Kunst (Heidelberg 1983), 43-60.
Idem, Versuch zu einer Ästhetik der ägyptischen Kunst, in: M. Eaton-Krauss e.a. (ed.) Studien zur ägyptischen Kunstgeschichte (Hildesheim 1990), 1-38.
E. Panofsky, Iconography, in: idem, Meaning in the visual arts (Harmondsworth 1983), 51-67.
H. Schäfer, Principles of Egyptian Art (Oxford 1974 of later). Verkrijgbaar/ te bestellen bij Kooijker en /of Atleest.
Mesopotamië:
1. de Standaard van Ur
Sarah Collins, The Standard of Ur. [nino 0/106.03.131]
Irene J. Winter, “Surpassing work”: mastery of materials and the value of skilled production in Ancient Sumer. In: T. Potts, M. Roaf, D. Stein (eds.), Studies P.R.S. Moorey (2003), 403-421.
Allison Karmel Thomason, The impact of the “portable”: integrating “minor arts” into the Ancient Near Eastern canon. In: B.A. Brown & M.H. Feldman (eds.), Critical Approaches to Ancient Near Eastern Art (2014), 133-157.
- De standbeelden van Gudea van Lagash
Irene J. Winter, The body of the able ruler; toward an understanding of the statues of Gudea. In: H. Behrens et al. (eds.), Studies in Honor of A.W. Sjöberg (1989), 573-583. Herdrukt in: I.J. Winter, On Art in the Ancient Near East. Volume 2 (2010), 151-165.
Irene J. Winter, ‘Idols of the king’: royal images as recipients of ritual action in Ancient Mesopotamia. In: Journal of Ritual Studies 6 (1992), 13-42. Herdrukt in: I.J. Winter, On Art in the Ancient Near East. Volume 2 (2010), 167-195.
- Het koninklijk verhaal
Irene J. Winter, Royal rhetoric and the development of historical narrative in Neo-Assyrian reliefs. Studies in Visual Communication 7 (1981), 2-38. Herdrukt in: I.J. Winter, On Art in the Ancient Near East. Volume 1 (2010), 3-70.
Paul Collins, Gods, heroes, rituals, and violence: warfare in Neo-Assyrian art. In: B.A. Brown & M.H. Feldman (eds.), Critical Approaches to Ancient Near Eastern Art (2014), 619-644.
- Mythologische scènes in de kunst
- Karen Sonik, Pictorial mythology and narrative in the Ancient Near East. In: B.A. Brown & M.H. Feldman (eds.), Critical Approaches to Ancient Near Eastern Art (2014), 265-293.
Kopieën (met uitzondering van Arnold en Schäfer) van de te bestuderen hoofdstukken zijn via de balie van de NINO-bibliotheek te consulteren.
N.B. Het is van belang dat men naast het gebruik van fotokopieën ook de oorspronkelijke publicaties raadpleegt i.v.m. de kwaliteit van (kleuren)foto’s!
Aanmelden
Inschrijven via uSis is verplicht.
Contact
Dhr Dr. R. van Walsem
Dhr Dr. J.G. Dercksen