Studiegids

nl en

Modern imperialisme en dekolonisatie: een militair perspectief

Vak
2016-2017

Toegangseisen

De BSA-norm is behaald en beide Themacolleges zijn met een voldoende afgerond.

Beschrijving

Koloniale legers veroverden vanaf 1870 in enkele decennia met schijnbaar gemak grote delen van Azië en Afrika. Maar na een korte consolidatiefase onttakelden diezelfde westerse imperia vanaf 1945 in een verbazingwekkend hoog tempo. In dit college gaan wij op zoek naar verklaringen voor dit succes en falen door ons te concentreren op de militaire aspecten van zowel het koortsachtige expansieproces als de snelle teloorgang van de Europese koloniën. Daarbij vormt de Nederlandse ervaring het uitgangspunt. We zullen die vergelijken met Franse en Britse ervaringen, en gaan ook uitgebreid in op het perspectief van de overheerste volkeren en opstandelingenbewegingen.

Bij de behandeling van het moderne imperialisme (1870-1914) staan we stil bij de expansionistische drijfveren, die lange tijd centraal hebben gestaan in imperialisme-debat onder Nederlandse historici, om ons vervolgens te richten op de middelen (‘_the tools of empire_’) en de gehanteerde strategieën en tactieken. Was bij de veroveringsgolf superieure westerse technologie van doorslaggevende betekenis, zoals sommige historici beweren, waren het vooral de inheems gerekruteerde koloniale troepenmachten die het verschil maakten, of was uiteindelijk toch de collaboratie van inheemse elites de sleutel tot succes? Intimiderend militair geweld speelde hoe dan ook een belangrijke rol, maar was er rond 1900 desondanks al sprake van enigszins ‘verlichte’, bevolkingsgerichte methoden bij het bestrijden van guerrilla’s? En kon koloniale oorlogvoering beschouwd worden als een unieke militaire ‘tak van sport’, zoals koloniale officieren als Hubert Lyautey en Joannes van Heutsz beweerden? Door de bestudering van verschillende koloniale ‘doctrines’ zoeken we een antwoord op de vraag of er naast de Franse en Britse koloniaal-militaire school ook sprake was van een unieke Nederlandse methode die Van Heutsz’ succes in rond 1900 kan verklaren.

Als brug tussen de twee te bestuderen tijdvakken gaan we op zoek naar een verklaring voor de politieke en militaire kwetsbaarheid van veel niet-westerse gemeenschappen aan het einde van de negentiende eeuw en de verrassende weerbaarheid van bijvoorbeeld de Atjeeërs na 1873. Welke organisatievorm en strijdwijze waren kenmerkend voor Aziatische en Afrikaanse volkeren en wat is de waarde van de door sommige militair historici omhelsde culturele verklaringen? Vervolgens maken we de sprong naar de dekolonisatiegolf van na de Tweede Wereldoorlog en onderzoeken we, wederom met de Nederlandse ervaring in Azië als startpunt, zowel de toegenomen effectiviteit van guerrillabewegingen als de westerse zoektocht naar een passend antwoord. Welke rol speelde de mondiale proliferatie van zowel politieke ideologieën als guerrilla-doctrines hierbij en wat was de werkelijke invloed en betekenis van het breed omhelsde hearts and minds-paradigma in westerse counter-insurgency?

Dit werkcollege sluit aan bij het Kerncollege ‘Global Connections’ (sem. II).

Leerdoelen

Algemene Leerdoelen <n.b.: aan="" afstudeerrichting.="" algemene="" de="" en="" leerdoelen="" niets="" s.v.p.="" specifiek="" voor="" wijzig=""></n.b.:>

De student kan:

  1. een gezamenlijke opdracht succesvol uitvoeren;
  2. een onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, en daarbij:
    a. vakliteratuur zoeken, selecteren en ordenen;
    b. relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
    c. een wetenschappelijk debat analyseren;
    d. het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen.
  3. reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
  4. een probleemgestuurd werkstuk schrijven en een referaat houden naar het format van syllabus Themacolleges, en daarbij;
    a. een realistische planning hanteren;
    b. een probleemstelling en deelvragen formuleren;
    c. een beargumenteerde conclusie formuleren;
    d. feedback geven en ontvangen;
    e. aanwijzingen van de docent verwerken.
  5. participeren in de discussies tijdens colleges.

Leerdoelen, specifiek voor de afstudeerrichting

  1. De student heeft kennis opgedaan van de afstudeerrichting(en) waartoe het BA-Werkcollege behoort;
    • bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis: voor staatsvorming, identiteit, en politieke cultuur van Nederland en de Nederlandse overzeese gebieden vanaf de zestiende eeuw.
  2. De student heeft kennis van en inzicht in de kernbegrippen, de onderzoeksmethoden en –technieken van de afstudeerrichting, met speciale aandacht;
    • bij de afstudeerrichting Vaderlandse Geschiedenis: voor primaire bronnen en diachrone nationale geschiedenis.

Leerdoelen, specifiek voor dit college

De student:

  1. heeft kennis van de recente historiografie met betrekking tot de (militaire) aspecten van modern imperalisme en dekolonisatie.
  2. heeft kennis van de kernthema’s rond koloniale oorlogvoering en inzicht in de basisprincipes van insurgency en counter-insurgency.
  3. verkrijgt mede door het lezen van eigentijdse doctrinepublicaties en vergelijkbare primaire bronnen inzicht in het spanningsveld tussen theorie en praktijk rond irreguliere oorlogvoering.

Rooster

Zie Rooster Geschiedenis

Onderwijsvorm

  • Werkcollege

Studielast

Totale studielast 10 EC x 28 uur = 280 uur

  • Bijwonen college: 26 uur

  • Voorbereiden college: 26 uur

  • Maken opdracht(en): 26 uur

  • Voorbereiding voor toetsing: 42 uur

  • Schrijven werkstuk (inclusief bestuderen literatuur): 160 uur

Toetsing

  • Werkstuk (6000 woorden, gebaseerd op literatuur, inclusief noten en bibliografie)
    Getoetste leerdoelen: 2-4, 6-9

  • Mondelinge presentatie (Groepspresentatie, in groepjes van max. 3 studenten)
    Getoetste leerdoelen: 3-4, 6-10

  • Participatie en opdrachten
    Getoetste leerdoelen: 1, 5, 6, 8, 9

Weging

Werkstuk: 70%
Mondelinge presentatie: 10%
Participatie en opdrachten: 20%

Het eindcijfer komt tot stand op basis van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers, met daarbij als aanvullende eis dat het werkstuk voldoende moet zijn.

Deadlines

Voor de deadline voor het inleveren van de werkstukken zie overzicht deadlines

Herkansing

Het werkstuk kan worden herkanst. Voor de deadline zie overzicht deadlines

Blackboard

Blackboard wordt gebruikt voor:

  • Communicatie tussen docent en student

  • Beschikbaar stellen van literatuur

Literatuur

  • De inleidende literatuur nader bekendgemaakt via Blackboard

  • De literatuur voor het werkstuk wordt door studenten zelf gezocht.

Aanmelden

Inschrijven via uSis is verplicht.

Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs

Niet van toepassing.

Contact

Dr. T.W. Brocades Zaalberg

Opmerkingen

Geen