Toegangseisen
Bachelor Rechtsgeleerdheid.
Beschrijving
Kan de Nederlandse Staat aansprakelijk worden gehouden voor de schade die ontstaat in het kader van een internationale vredesmissie, zoals de missie van de blauwhelmen in Srebrenica? Kan de overheid aansprakelijk zijn voor schade die ontstaat wanneer een appellabel besluit wegens een motiveringsgebrek wordt vernietigd? En waarom is de wetgever overgegaan tot een verhoging van de drempel van aansprakelijkheid van de overheid voor falend financieel toezicht? Dit zijn slechts enkele vragen die recentelijk aan de orde waren in de omvangrijke en veel besproken jurisprudentie en wetgeving op het gebied van de overheidsaansprakelijkheid.
In dit vak worden de belangrijkste deelgebieden behandeld, waaronder de aansprakelijkheid voor vernietigde besluiten, falend toezicht, onrechtmatige rechtspraak en schadevergoeding bij rechtmatig overheidshandelen (nadeelcompensatie). Zo verwerft u grondige kennis van de bijzondere regels die gelden in de verhouding burger-overheid en van de op die verhouding toegesneden regels als de leer van de formele rechtskracht. Die regels zijn primair nationaalrechtelijk van aard, maar krijgen soms een bijzondere inkleuring omdat de overheid partij is. Dat leidt dan tot niet altijd eenvoudig te begrijpen of te voorspellen rechtspraak over causaliteit en relativiteit. Naast de nationaalrechtelijke regels speelt de invloed van Europeesrechtelijke ontwikkelingen een belangrijke rol. De EVRM-rechten (denk alleen al aan artikel 1 EP EVRM (eigendom)) worden steeds vaker ingeroepen, terwijl op EU-gebied vooral de Köbler- en Kühne & Heitz-rechtspraak veel aandacht heeft getrokken. Dat de aansprakelijkheid van de overheid mede wordt beïnvloed door rechtspolitieke overwegingen wordt ondertussen niet uit het oog verloren. Tot slot komt ook de Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding bij onrechtmatige besluiten aan bod. Deze wet heeft vooral belangrijke procedurele consequenties voor de overheidsaansprakelijkheid.
U krijgt les van docenten die werkzaam zijn in de praktijk, als rechter of advocaat. Hun ervaring komt in het onderwijs naar voren. De deelopdrachten hebben de vorm van stukken die u ook in de beroepspraktijk moet kunnen schrijven. Aan het eind van het vak woont u een zitting bij van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, vooraf gegaan door een toelichting op de zaak door een staatsraad. Daarbij komt ook aan bod wat de rol is van verschillende betrokkenen in de zaak (de procesvertegenwoordigers, de juristen bij de Raad van State, de staatsraden en de vertegenwoordigers van de overheid).
Leerdoelen
Doel van het vak:
Het vak stelt zich primair ten doel studenten intensief te trainen in het oplossen van complexe aansprakelijkheidsvragen op het grensgebied van het bestuursrecht en het burgerlijk recht.
Na afronding van het vak hebben studenten de volgende vaardigheden verworven:
Inhoudelijk:
1. Diepgaande juridische kennis van en kritische reflectie op het recht inzake overheidsaansprakelijkheid.
2. De student kan de belangrijkste regels van het overheidsaansprakelijkheidsrecht toepassen op een complexe onbekende casus.
3. De student is in staat vanuit verschillende perspectieven (overheid, burger, wetgever, rechter) op een stelling te reageren.
4. De student kan duiden wat de toegevoegde waarde is van Europees recht (zowel EVRM- als EU-recht) voor het overheidsaansprakelijkheidsrecht.
Vaardigheden:
1. De student is in staat in een korte opdracht tot de kern van de stof te komen, hoofd- van bijzaken te onderscheiden.
2. De student kan een juridische casus op het terrein van het overheidsaansprakelijkheidsrecht snel analyseren en de verworven theoretische kennis op deze casus toepassen.
3. De student is in staat verantwoord gebruik te maken van relevante bronnen.
Rooster
Beschikbaar via de website.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Dit vak bestaat uit hoor- en werkcolleges. Tijdens het hoorcollege raakt u vertrouwd met de theorie. In het tweede, interactieve deel bespreekt u verschillende onderdelen van de theorie aan de hand van een casus. Deze casus kan fictief zijn, maar kan ook worden ontleend aan de jurisprudentie.
Aantal à 3 uur: 5
Docent(en): Prof. mr. J.E.M. Polak, Prof. mr. T. Barkhuysen, Mr. drs. J.H.A. van der Grinten, Mr. dr. M.K.G. Tjepkema, Mr. dr. L. Di Bella
Vereiste voorbereiding door studenten: u maakt zich door middel van zelfstudie de op Blackboard per week aangegeven verplichte studiestof eigen. Gedurende de cursus schrijft u drie keer een reactie (maximaal 900 woorden incl. noten) op een stelling over het onderwerp van de betreffende week. Dit doet u door toepassing van en kritische reflectie op de voorgeschreven studiestof, aangevuld met zelfstandig gevonden literatuur en rechtspraak. De opdrachten levert u voorafgaand aan het college via Blackboard in.
Werkgroepen
Aantal à 2 uur: 3
Docenten: mr. J.H.M Huijts, mr.dr. M.K.G. Tjepkema, mr.dr. L. Di Bella
Vereiste voorbereiding door studenten: u bereidt de antwoorden voor op opgaven die tevoren op Blackboard ter beschikking zijn gesteld. De antwoorden worden tijdens de werkgroep besproken.
Tijdens de werkcolleges worden de schriftelijke opdrachten bediscussieerd en wordt op de ingeleverde stukken (anoniem) gereflecteerd. Voor alle werkgroepen is actieve participatie en literatuurstudie vereist.
Andere onderwijsvorm(en)
Geen.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Praktische oefening: drie schriftelijke deelopdrachten (25% van het eindcijfer);
Schriftelijk tentamen (75% van het eindcijfer).
Deelname aan het schriftelijk (eind)tentamen en de eventuele herkansing (daarvan) is alleen mogelijk, wanneer de student de schriftelijke deelopdrachten tijdig en op correcte wijze heeft ingeleverd.
Alleen het schriftelijk tentamen kan worden herkanst. Bij het hertentamen blijft het cijfer voor de schriftelijke opdrachten staan. Het hertentamen kan mondeling worden afgenomen.
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER) voor zover dit vak onderdeel uitmaakt van het verplicht curriculum van de opleiding (d.w.z. geen vrije keuzevak). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen. Raadpleeg hiervoor het OIC.
Examenstof
Tot de examenstof behoort de verplichte literatuur, zoals nader aangegeven op Blackboard, en hetgeen is behandeld tijdens de hoorcolleges.
Blackboard
Bij dit vak wordt gebruik gemaakt van Blackboard.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
Geselecteerde hoofdstukken uit T. Barkhuysen, J.E.M. Polak, B.J. Schueler, R.J.G.M. Widdershoven (red.), AB Klassiek, Deventer: Kluwer 2016.
Per week voorgeschreven literatuur, voor aanvang van het vak via Blackboard bekend te maken
Het voor de werkcollege opdrachtenzelfstandig te verzamelen materiaal
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis.
Contact
Vakcoördinator: Mr. J. Huijts
Werkadres: Kamer B1.13
Telefoon: 071 527 5338
E-mail: j.h.m.huijts@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Publiekrecht
Afdeling: Staats- en bestuursrecht
Kamernummer secretariaat: B1.21
Openingstijden: 9.00 – 17.00 uur
Telefoon secretariaat: 071 – 527 7760
Opmerkingen
Studenten die het vak als conversievak gaan volgen, dienen zich voorafgaand aan het onderwijs te melden bij de coördinator van het vak.