Studiegids

nl en

Materiële cultuur van het oude Egypte

Vak
2017-2018

Toegangseisen

De oudste geschiedenis. Egypte en het Nabije Oosten tot ca. 1000 voor Christus, of: Gilgamesh, Mozes, Echnaton: godsdienst in het oude Nabije Oosten.

Beschrijving

D.m.v. bezoeken aan het RMO (Rijksmuseum van Oudheden) wordt aan de hand van concrete objecten de kennis van de materiële cultuur uitgebreid en verdiept, waarbij diverse aspecten (archeologische, kunsthistorische, etc.) uitvoerig aan bod komen.

Leerdoelen

Het vergroten van de in het college ‘Materiële cultuur van het Oude Nabije Oosten’ opgedane basiskennis met verdere feitenkennis, maar ook inzicht in hoe men artefacten kan benaderen. Het verkrijgen van een veelzijdig, gedetailleerd, analyserend en kritisch observatievermogen is een hiermee samenhangend evenwaardig doel. Een verder doel is het ontwikkelen van het vermogen de essentialia van een stuk opgegeven literatuur schriftelijk in goed Nederlands (!!) samen te vatten en mondeling voor aanvang van het college te presenteren.
Egyptische archeologie I-II (5532 KEA1 resp. 5532 KEA2) en Egyptische Kunstgeschiedenis (5533 KEGK) volgen hierna en bouwen hierop voort.

Rooster

Rooster

Onderwijsvorm

  • Hoor- en responsiecollege

Studielast

5.0 EC (=140 u);
26 uur college
2 uur tentamen
111 uur besturen vakliteratuur + referaten 1 uar nabespreking toetsing

Toetsing

Schriftelijk tentamen aan het einde van het tweede blok met (invul)vragen over een reeks afbeeldingen en essayvragen over de bestudeerde literatuur en de collegestof. Vóór de eindtoets 2- wekelijks schriftelijke samenvatting van een deel van de te bestuderen literatuur die mondeling op het college wordt gepresenteerd. Presentatie weegt voor 30%, het tentamen voor 70%. N.B. Deze weging van beide cijfers vindt alleen plaats met een voldoende voor het tentamen. Herkansing : schriftelijk tentamen (100%).

Blackboard

Blackboard

Literatuur

T.B.A.

Aanmelden

uSis.

Contact

M. Müller MPhil

Opmerkingen

Omwille van een goede toegankelijkheid voor alle deelnemers tot de behandelde objecten is de groepsgrootte op 15 personen gesteld, waarbij hoofdvakstudenten OCMW (=Egyptologie, Assyriologie en HATC) voorrang krijgen boven andere categorieën belangstellenden.