Beschrijving
Er wordt basiskennis van eiwitten, membranen, enzymen en metabolisme verkregen. Spierwerking wordt aan het eind van het vak als voorbeeld behandeld. De volgende begrippen komen aan de orde: aminozuren, peptides, eiwitten, (primaire – quaternaire structuur), enzymen, enzymkinetiek, enzymregulatie, lipiden, membranen, membraaneiwitten, spiereiwitten, algemene principes van het metabolisme en belangrijke metabole routes.
Leerdoelen
Aan het einde van ket vak kan de student :
De structuur en specifieke eigenschappen van 20 algemene aminozuren herkennen, identificeren, opnoemen en toepassen in de context van eiwitten
De primaire, secundaire, vouwingsmotieven, tertiaire en quartaire eiwitstructuur benoemen en classificeren
De eigenschappen van en verschillen tussen vet, lipiden, membranen en membraaneiwitten benoemen en die kennis toepassen
Het algemene principe van enzymen, enzymkinetiek en regulatore enzymen toepassen
De moleculaire aspecten van spierwerking beschrijven
De belangrijke metabole routes, hun samenhang en regulatie beschrijven en de principes generaliseren en toepassen
De werking van mitochondrien, metabole routes en hun samenhang met fysiologische toestanden als honger en gevoed, regulatie door insuline, glucagon, Cori cyclus generaliseren en toepassen
Omgaan met grote hoeveelheden Engelse informatie over metabolisme en hoofdzaken van bijzaken scheiden.
Literatuur
Lehninger, Principles of Biochemistry van Nelson en Cox, 7e editie (2017) van Macmillan Learning / W.H. Freeman (ISBN-10: 1-4641-2611-9; ISBN-13: 978-1-4641-2611-6)
handleiding wordt verstrekt
Coordinator
Prof. dr. M. Ubbink
Doelgroep
BFW1-LST1
Onderwijsvorm
Hoor- en werkcolleges
Toetsing
Schriftelijk tentamen (90% van eindcijfer): Het deel over Eiwitten wordt als ‘gesloten boek’ tentamen afgenomen en het deel over Metabolisme wordt als ‘open boek’ tentamen afgenomen. Beide onderdelen bepalen 50% van het eindcijfer van het schriftelijk tentamen.
Ook worden er voor beide onderdelen kleine tussentijdse toetsen afgenomen via Blackboard waarvan het gemiddelde elk 5% van het eindcijfer van het vak bepaalt.
Ingangseisen
Niet van toepassing