Toegangseisen
Geen specifieke toegangseisen.
Beschrijving
Wat is het verschil tussen een minister die zegt dat iets ‘mogelijk’ is of ‘niet onmogelijk’? En wat is het retorisch effect wanneer iemand zegt ‘ik wil je niet beschuldigen, maar…’, waarmee juist wél een beschuldiging geuit wordt (een stijlfiguur genaamd praeteritio)? In deze collegereeks onderzoeken we retorische effecten van formuleringskeuzes. Taalgebruikers hebben vrijwel altijd formuleringsalternatieven tot hun beschikking: een verschijnsel uit de werkelijkheid kan doorgaans op verschillende manieren worden omschreven (is een glas dat voor 50% gevuld is ‘halfvol’ of ‘halfleeg’?). De keuze voor een bepaald formuleringsalternatief heeft retorische consequenties: het maakt uit of politici de Europese Unie metaforisch omschrijven als ‘één grote familie’ of als ‘een bodemloze put’, of journalisten het Nederlandse FARC-lid Tanja Nijmeijer typeren als een ‘vrijheidsstrijder’ of als ‘terrorist’, of de NS spreekt van ‘stoptreinen’ of van ‘sprinters’, etc.
We onderzoeken retorische effecten van (bewuste of onbewuste) formuleringskeuzes door inzichten te bestuderen uit de stilistiek, retorica, cognitieve taalkunde en discourse analyse. We bestuderen onder meer hoe taalgebruikers strategisch gebruik kunnen maken van metaforen, persoonlijke voornaamwoorden, taalintensiverende middelen, lijdende vormen, perspectief, transitiviteit en praeteritio. We passen de inzichten toe op verschillende casussen, en analyseren daarbij hoe bijvoorbeeld politici formuleringskeuzes strategisch inzetten voor het bereiken van hun retorische doelen.
Leerdoelen
Na afronding van de cursus kunnen studenten:
beschrijven wat voor effecten een aantal belangrijke stijlmiddelen kunnen sorteren;
deze stijlmiddelen in teksten identificeren en analyseren;
een beargumenteerd oordeel vellen over de effecten van deze stilistische verschijnselen in relatie tot context, genre en medium;
een constructieve en beargumenteerde bijdrage leveren aan discussies op college over de werking van formuleringskeuzes.
Rooster
Onderwijsvorm
Werkcollege.
Studielast
De totale studielast voor deze cursus is 140 uur.
Uren die aan het volgen van college worden besteed: 26 (2 uur per week x 13 weken)
Tijd voor het bestuderen van de verplichte literatuur en voorbereiden colleges: 65 uur (5 uur per week).
Tijd voor het voorbereiden van de groepspresentatie: 15 uur.
Tijd voor het voorbereiden van het tentamen: 34 uur.
Toetsing
Toetsing
Participatie (o.a. wekelijkse webpostings en bijdrage aan de discussies tijdens de colleges):10%
Groepspresentatie tijdens de collegereeks: 20%
Schriftelijk tentamen (70%)
Het minimale cijfer voor het tentamen is een 5,5.
Weging
Zie hierboven.
Herkansing
Alleen het tentamen kan worden herkanst. Wie na een eventuele herkansing gemiddeld onvoldoende staat, moet het hele vak opnieuw doen.
Nabespreking werkstuk
Uiterlijk bij het bekendmaken van de uitslag van het tentamen wordt aangegeven op welke wijze en op welk tijdstip de nabespreking van het werkstuk plaatsvindt. Er wordt in ieder geval een nabespreking georganiseerd indien een student hiertoe verzoekt binnen 30 dagen na bekendmaking van de uitslag.
Blackboard
In de cursus wordt gebruikgemaakt van Blackboard.
Literatuur
In dit college bestuderen we artikelen en hoofdstukken uit boeken. Een selectie van de te bestuderen literatuur wordt hieronder weergegeven; een volledig overzicht is te vinden op Blackboard.
Charteris-Black, J. (2011): Politicians and rhetoric, the persuasive power of metaphor. Second edition. Palgrave Macmillan, 1-51 en 195-222.
Holleman, B., N. Kamoen en C. de Vreese (2013): Stemadvies via internet: antwoorden, attitudes en stemintenties. Tijdschrift voor Taalbeheersing 35(1), 25-46.
Joris, W., L. d’Haenens, B. Van Gorp & T. Vercruysse (2013): De eurocrisis in het nieuws, Een framinganalyse van de verslaggeving in Vlaamse kranten. Tijdschrift voor Communicatiewetenschap 2013 (2), 162-183.
Krieken, K. van, J. Sanders & H. Hoeken (2015). Viewpoint representation in journalistic crime narratives: An analysis of grammatical roles and referential expressions. Journal of Pragmatics 88, 220-230.
Leeuwen, M. van (2015): Taalkundig-stilistische analyse: de casus Wilders / Pechtold. Tijdschrift voor Taalbeheersing 37 (1), 33-78.
Leeuwen, M. van (2016): ‘Man van het volk.’ Stijl en imago van Geert Wilders. Tekstblad 22 (2), 6-11.
Onrust, M., A. Verhagen & R. Doeve (1993): Formuleren. Houten [etc.]: Bohn Stafleu Van Loghum, 111-137.
Onrust, M. (2005). Vermijd de naamwoordstijl! Over stijladviezen en retorica. Tijdschrift voor Taalbeheersing 27 (3), 198-213.
Sluiter, I. (2005): Maken en breken, Over taal, identiteit en minderheden. Rede (verkort) uitgesproken in de Pieterskerk, ter gelegenheid van de 430e Dies Natalis van de Universiteit Leiden, 8 februari 2005.
Aanmelden
Voor reguliere hogerejaars bachelor- en masterstudenten geldt dat zij verplicht zijn zich tijdig in te schrijven via uSis voor de hoorcolleges en de werkgroepen.
Voor alle andere studenten geldt dat de inschrijving verloopt via de studiecoördinator
Algemene informatie over uSis vind je op de website
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), o.a. over kosten, inschrijving en voorwaarden.
Contact
Neem voor inhoudelijke vragen contact op met Dr. L. van Poppel.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Nederlandse Taal en Cultuur/Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 101A. Tel. 071 5272 2604. Het e-mail adres is: osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.