Toegangseisen
Studenten GLTC: basiskennis van klassieke archeologie, volgens de BA2 introductie cursus Antieke bronnen en materiële cultuur van de Grieks-Romeinse wereld.
Studenten Kunstgeschiedens: basiskennis van Griekse en Romeinse kunst uit de mediterrane wereld.
Beschrijving
Deze cursus bouwt verder op de basiskennis van de Klassieke Archeologie doormiddel van verdieping aan de hand van verschillende case studies per college. De focus is tweevoudig: (1) op archeologische objecten en/of sites en de documentatie daarvan (incl. architectuur, sculptuur, schilderkunst, antieke urbanisatie en epigrafische bronnen), en (2) op de interpretatie van deze objecten in historische en theoretische context. Studenten verkrijgen zo een verdiepende kennis van specifieke archeologische sites en objecten, en tegelijkertijd wordt een overzicht verworven van de theoretische ontwikkelingen van de Klassieke archeologie sinds de 19e eeuw tot heden. Per onderwerp worden ook tekstuele bronnen behandeld als integraal deel van de historische context.
De case studies omvatten het oude Griekenland en Rome in de Mediterrane regio, maar ook de wijdere (Oostelijke) Hellenistische wereld, Ptolemeïsch en Romeins Egypte, en Grieks en Romeinse vondsten langs de antieke Zijderoutes (Petra, Palmyra) en Griekse nederzettingen in India (Gandhara), zodat studenten een vollediger en dynamischer overzicht verwerven van Mediterrane materiële cultuur wereldwijd.
Leerdoelen
Studenten leren hun in BA2 verworven vaardigheden verdiepen (archeologisch analytische vaardigheden, kritische evaluatie van secundaire literatuur, toetsing van verschillende soorten bronnen, het uitwerken van een onderzoeksvraag). (onderzoeksvaardigheden):
archeologische beschrijvingen geven van objecten en/of sites en vervolgens het analyseren en interpreteren van deze data in historische context (archeologische/analytische vaardigheden);
kennis over en toepassing van verschillende theoretische benaderingen in archeologische context, inclusief koppeling van tekstuele en materiële bronnen (theoretische verdieping, interdisciplinair onderzoek);
uiteenzetting van een concrete afgebakende vraag m.b.t. klassiek archeologische case studies te presenteren in diverse essay opdrachten (schriftelijke vaardigheden);
constructief deelnemen aan theoretische en analytische discussies tijdens werkcolleges, met aandacht voor academische kritiek en goede opbouw van argumenten (mondelinge en samenwerkingsvaardigheden).
kennisverwerving en -verbreding met als doel een dynamisch geografisch overzicht van de Mediterrane archeologie, van Rome tot India (kennisverwerving).
Rooster
Zie Rooster
Onderwijsvorm
Hoorcollege
Werkcollege
Ieder onderwerp wordt behandeld aan de hand van een hoorcollege gevolgd door een werkcollege waar overleg en debat plaatsvinden over de case studies. Tijdens de werkcollege uren worden ook de opdrachten klassikaal gehandeld.
Studielast
Totale studielast 5 ec x 28 uur = 140 uur
Bijwonen college: 28 uur;
Assignments: 28 uur;
Bestuderen Literatuur: 28 uur
Essay: 56 uur.
Toetsing
Toetsing
4x opdracht tijdens colleges (toegespitst op klassikaal behandelde case studies)
1x essay (1500/2000 woorden)
Weging
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de deelcijfers.
Herkansing
Herschrijven van essay en/ofwel revisie van assignments (in individueel overleg)
Nabespreking tentamen
In afspraak en overleg met individuele studenten.
Blackboard
Blackboard wordt gebruikt.
Literatuur
Algemene syllabus (referentie voor basisinformatie over onderwerpen), handboek:
Susan E. Alcock & Robin Osborne, Classical Archaeology (second edition), Wiley-Blackwell: Oxford, 2012.
Aanvullende literatuur (artikelen) over theorie en specifieke case studies, 1 artikel per college, geselecteerd door docent.
Aanmelden
Inschrijven via uSis is verplicht.
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Niet van toepassing