Toegangseisen
n.v.t.
Contact
Coördinator: Prof.dr. P.G.L. Klinkhamer
Email: p.g.l.klinkhamer@biology.leidenuniv.nl
Beschrijving
Ecologie bestudeert de interacties van organismen (ook van de mens) die bepalend zijn voor de veranderingen van hun aantallen, voor hun ruimtelijke verspreiding, voor de verandering van hun eigenschappen via natuurlijke selectie en evolutie en ook voor biodiversiteit. De interactieprocessen zijn onder meer eten en gegeten worden (ziekten, planteneters, rovers en aanpassingen daartegen zoals immuunsystemen), concurreren met soortgenoten en niet-soortgenoten (en specifieke aanpassingen). Inzicht in deze processen vormt de basis voor duurzaam oogsten van populaties (visserij, jacht), maar ook voor biologische alternatieven voor chemische bestrijding van plagen en voor de onderbouwing van natuurbeheer. Ook de invloed van abiotische factoren op organismen behoren tot het domein van de ecologie en spelen een zeer belangrijke rol bij de b.v. de verspreiding van soorten en hun populatiedichtheid. Basale kennis over het klimaat op verschillende schalen is dan ook een essentieel onderdeel van de ecologie. Aansluitend op de hoor-colleges zijn er een aantal werk-colleges waarin wiskundige modellen over populatie dynamica centraal staan.
Leerdoelen
Doelstellingen:
Het verschaffen van een overzicht over en inzicht in basisconcepten en ecologische/evolutionaire theorieën (de invloed van het klimaat op biodiversiteit en het voorkomen van soorten, kosten en baten en mechanismen van aanpassingen (optimalisatie); mechanismen intra- en interspecifieke concurrentie; mechanismen van populatiefluctuaties en draagvermogen milieu; de betekenis en werking van dichtheidsafhankelijkheid; eilandtheorie/biodiversiteit; evolutie van resistentie). De maatschappelijke context van de wetenschap ecologie.
Eindtermen:
1. In staat zijn de globale klimaatzones te beschrijven
2. In staat zijn te omschrijven wat bedoeld wordt met ecologische begrippen zoals: habitat, niche, bioom, levensgemeenschap
2. In staat zijn met populatie- en concurrentiemodellen te werken.
3. Onderscheid kunnen maken tussen proximate en ultimate mechanismen.
4. In staat zijn hypotheses op te stellen over verwachte evolutionaire uitkomsten onder specifieke milieuomstandigheden voor wat betreft b.v.. de optimale zaadgrootte, verspreiding en zaadaantal5. In staat zijn om op basis van de behandelde theorieën experimenten te ontwerpen om hypotheses te toetsen.
Rooster
Zie rooster BLOK 6
Onderwijsvorm
Colleges, zelfstudie
Toetsing
Multiple choice tentamen zonder deelcijfers
Blackboard
Blackboard zal gebruikt worden voor cursusinformatie en collegesamenvattingen
Literatuur
Relevante hoofdstukken uit het boek 'Biology' Campbell and Reece, 11e editie (zoals aangegeven door de docent), eventueel aangevuld met extra literatuur via Blackboard.
Aanmelden
Via Usis en enrollen in Blackboard