Toegangseisen
Bachelor rechtsgeleerdheid (zie ook OER).
Beschrijving
In het kader van het practicum straf- en strafprocesrecht maakt u opdrachten die aansluiten op de realiteit van de strafrechtspleging. Bij de vorm van deze opdrachten ligt het accent op het aanleren van voor de rechtspraktijk noodzakelijke schriftelijke vaardigheden en onderzoeksvaardigheden, toegespitst op de functie van een dergelijk stuk (zoals een pleidooi van een raadsman, een appelmemorie van de officier van justitie, een conclusie van een AG bij de Hoge Raad, een verzoekschrift aan het EHRM). De inhoud van de opdrachten vergt dat de student zich verdiept in diverse thema’s van het materiële en formele strafrecht, mede bezien vanuit de optiek van een specifieke rol (die door de vorm wordt bepaald). Vanuit die specifieke rol kunnen ook meer beroepsethische vraagstukken/perspectieven van belang zijn en aldus betrokken worden in de opdracht.
Leerdoelen
Doel van het vak: Het doel van het vak is tweeledig. Enerzijds beoogt het vak u vertrouwd te maken met en te trainen in een aantal voor de rechtspraktijk noodzakelijke ambachtelijke vaardigheden, het verwerven van de daarvoor benodigde kennis van het vakgebied en de daarvoor benodigde documentatie, alsmede het strategisch doch juridisch juist gebruiken van de opgedane kennis en het maken van eventuele beroepsethische afwegingen. Anderzijds beoogt het vak de bij u in de bachelorfase opgedane kennis van en inzicht in het straf(proces)recht verder te verdiepen door een aantal specifieke strafrechtelijke leerstukken en thema’s aan de orde te stellen aan de hand van een concrete casus.
Leerdoelen
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:
U kunt uw kennis van het straf- en strafprocesrecht toepassen op een concrete ((zeer) complexe) casus;
U kunt in het strafproces verschillende procesrollen identificeren en vanuit die verschillende procesrollen afwegingen maken vanuit normatieve en beroepsethische perspectieven alsook vanuit doelmatigheidsoverwegingen en op basis daarvan een standpunt innemen ten aanzien van een concrete ((zeer) complexe) casus;
U kunt de door u ingenomen standpunten onderbouwen met verwijzingen naar relevante en gezaghebbende bronnen conform de Leidraad voor juridische auteurs;
U bent in staat een coherent processtuk op te stellen in correct en leesbaar (juridisch) Nederlands.
Rooster
Zie de opleidingspagina op de website.
Onderwijsvorm
Introductiecollege
Voorafgaand aan het vak wordt één instructiecollege verzorgd waarin aard en opzet van het vak worden toegelicht en wordt uitgelegd wat van de studenten wordt verlangd. Het introductiecollege vindt plaats op een nader te bepalen tijd en locatie. Het introductiecollege wordt (onder voorbehoud) gecombineerd met het eerste gastcollege. De aanwezigheid bij dit gehele college is verplicht.
Gastcolleges
Gedurende het vak zijn er (onder voorbehoud) vijf (eventueel vier) gastcolleges (de eerste direct aansluitend aan het introductiecollege). Bedoeling van de gastcolleges is om studenten nader kennis te laten maken met de processuele rol die zij in de opdracht van die week worden geacht aan te nemen, alsmede met de beroepsethische vraagstukken die met deze rol kunnen samenhangen.
Werkgroepen
LET OP: Alle werkgroepen zijn verplicht (status: praktische oefening)
Aantal à 2 uur: 5
Namen docenten: prof.mr. J.H. Crijns e.a.
Vereiste voorbereiding door studenten: studenten dienen uiterlijk een week voor de werkgroep (op een nader te bepalen tijdstip) een schriftelijke opdracht in hard copy en digitaal te hebben ingeleverd. Tijdens de werkgroep is actieve participatie van studenten een basisvereiste.
De opbouw en inhoud van de werkgroepen is mede afhankelijk van de inhoud en kwaliteit van de schriftelijke opdrachten die de studenten inleveren en de richting waarin de studenten in de uitwerking van hun schriftelijke opdracht de oplossing van de voorliggende problematiek hebben gezocht. Mede daarom wordt van studenten verwacht dat zij elke opdracht serieus voorbereiden en een zo goed mogelijke schriftelijke opdracht maken.
Toetsing
Toetsvorm(en)
Vijf (eventueel vier) (tussentijdse) schriftelijke opdrachten die gezamenlijk (en gelijkelijk gewogen) het eindcijfer vormen.
De opdrachten die een onvoldoende (deel)cijfer opleveren kunnen niet worden herkanst, maar wel gecompenseerd met voldoende deelcijfers tot een voldoende eindcijfer.
Inleverprocedures
Via e-mail en in hard copy (één exemplaar) die op het secretariaat van de afdeling strafrecht en strafprocesrecht (kamer B 3.11) moet worden ingeleverd.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
- de literatuur en jurisprudentie die door studenten bij het maken van het schriftelijk werk wordt gevonden en verwerkt.
Werkboek: alle informatie t.b.v. een goed verloop van het vak wordt voorafgaand en tijdens de onderwijsperiode via Brightspace verschaft.
Aanmelden
De aanmelding verloopt via uSis.
Contact
Vakcoördinator: mr. M.E. van den Bergh
Werkadres: Steenschuur 25
Kamer: B 3.36 (secretariaat)
Bereikbaarheid: Tijdens spreekuur (zie Brightspace)
Instituut/afdeling
Instituut: Strafrecht en Criminologie
Afdeling: Strafrecht en Strafprocesrecht
Kamernummer secretariaat: B 3.11
Openingstijden: maandag t/m vrijdag van 9.00-17.00 uur
Telefoon secretariaat: 071 527 7518
E-mail: w.bonis@law.leidenuniv.nl