Toegangseisen
N.v.t.
Beschrijving
Het literair bedrijf zoals we dat nu kennen met grote uitgevers als Querido, De Bezige Bij en De Arbeiderspers ontstond in zijn vroegste vorm in de Gouden Eeuw met de vestiging van een ontelbaar groot aantal drukkers in steden als Amsterdam, Antwerpen, Delft en Leiden. In dit zich ontwikkelende literaire veld speelden verschillende actoren een belangrijke rol en zo werd literatuur ingezet om zowel artistieke als economische en politieke doelen na te streven.
In deze cursus onderzoeken we hoe auteurs zoals Constantijn Huygens en Jan Vos solliciteren met hun poëzie en hoe zij zichzelf positioneren door middel van self-fashioning. We beoordelen hoe succesvol Vondel is geweest in zijn pogingen om een mecenas te vinden, maar ook kijken we naar de rol die funeraire poëzie en de vele (politieke) hekeldichten in zijn oeuvre hebben. Tegelijkertijd bestuderen we de manier waarop Katharina Lescaille de verschillende taken als jonge dichteres, toneelschrijfster en later als erfgenaam van haar vaders drukkerij combineert. Ook onderzoeken we hoe Catharina Questiers en de zussen Roemers Visscher hun auteurschap vormgeven.
We analyseren de creative industry rondom de Amsterdamse Schouwburg waar een verzameling van vertalers, drukkers, acteurs en auteurs samenwerkten om de onderneming zo winstgevend mogelijk te maken. We vergelijken dit met dezelfde creatieve industrie in Antwerpen en Brussel. Daarbij hebben we oog voor het internationale theater en wat het gebruik van de namen van Lope de Vega, Pedro de Calderón of Pierre Corneille marketingtechnisch teweeg konden brengen.
We richten ons op de kansen, mogelijkheden en het ondernemerschap van deze auteurs en bekijken hoe onder andere het reizend toneelgezelschap van Willem Godschalck van Focquenbroch handig gebruik maakte van de internationale literaire connecties om deze kansen ten volle te benutten. In de laatste colleges richten we ons op de ontwikkelingen in de achttiende eeuw.
In de individuele presentaties en werkstukken stellen de deelnemers zelf actuele vragen aan het vroegmoderne materiaal, waarbij ze zich richten op een brede academische doelgroep en aantrekkelijk leren presenteren en schrijven voor lezers van nu.
Leerdoelen
Na afloop van deze cursus kun je:
De termen self-fashioning, creative industry en auteurschap functioneel toepassen op vroegmoderne teksten.
Uitleggen hoe literatuur tot stand komt in een protokapitalistisch literair veld.
Kritisch reflecteren op de publicatie- en (marketing)strategieën van auteurs in de Gouden Eeuw en Verlichting en het verschil aangeven tussen literatuur om de literatuur en literatuur die in dienst staat van iemands auteurschap, carrière, enz.
Kritisch reflecteren op het hoe en het waarom van de literaire canon.
Een actuele vakdiscussie analyseren en daarover zowel mondeling als schriftelijk rapporteren.
Rooster
De roosters zijn beschikbaar via My Timetable.
Onderwijsvorm
- Werkcollege
Toetsing en weging
Toetsing
Actieve deelname aan het college (25%) – Studenten bereiden (lees)vragen voor, waarbij ze de bestudeerde theorie toepassen op de literaire teksten. Er kan gevraagd worden om de antwoorden in te leveren bij aanvang van het college. Tijdens college discussiëren ze hierover met elkaar en met de docent.
Presentatie (15%)
Werkstuk (60%)
Weging
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde op basis van de drie deelcijfers, waarbij een deelcijfer niet lager mag zijn dan een 5,5.
Herkansing
Wie voor het werkstuk een onvoldoende haalt, krijgt een eenmalige mogelijkheid tot herschrijven. Aan het eventueel herschrijven gaat een gesprek met de docent vooraf.
Als het eindcijfer na de herkansing nog altijd onvoldoende is, moet het hele college in het daaropvolgende jaar opnieuw worden gevolgd en beide tentamens opnieuw afgelegd.
Nabespreking
Nadat het werkstuk is beoordeeld kan het worden ingezien bij de docent. Hiervoor zal een tijdstip worden afgesproken.
Literatuurlijst
Henry Sullivan, Calderón in the German Lands and the Low Countries: His Reception and Influence, 1654-1980. Cambridge: Cambridge University Press, 1983.
Stephen Greenblatt, Renaissance Self-fashioning. From More to Shakespeare. Chicago/Londen: The University of Chicago Press, 2005.
Els Kloek, Frans Blom en Ad Leerintveld (red.), Vrouwen rondom Huygens. Hilversum: Verloren, 2010.
Rick Honings, Olga van Marion en Tim Vergeer (red.), Van Constantijntje tot Tonio. Het dode kind in de Nederlandse literatuur. Hilversum: Verloren, 2018.
Genoemde literatuur hoeft niet van tevoren te worden bestudeerd.
De overige literatuur wordt opgegeven aan het begin van het college.
Inschrijven
Inschrijven via uSis is verplicht.
Algemene informatie over uSis vind je op de website
Aanmelden Studeren à la carte en Contractonderwijs
Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Studeren à la carte willen volgen (zonder tentamen), o.a. over kosten, inschrijving en voorwaarden.
Informatie voor belangstellenden die deze cursus in het kader van Contractonderwijs willen volgen (met tentamen), o.a. over kosten, inschrijving en voorwaarden.
Contact
Voor inhoudelijke vragen omtrent deze cursus kun je contact opnemen met Tim Vergeer MA, Opleiding Nederlandse taal en cultuur (Eyckhof 4, kamer 2.06b), tel. 071-5272161.
Voor praktische vragen kun je je wenden tot het secretariaat van de Opleiding Neerlandistiek. Dit valt onder de Onderwijsadministratie P.N. van Eyckhof 4, kamer 102C. Tel. 071-5272 2144. Het e-mail adres is osz-oa-eyckhof@hum.leidenuniv.nl.
Opmerkingen
Deze cursus kan gevolgd worden als keuzeonderdeel van de minor Europa in de Middeleeuwen en Vroegmoderne Tijd.