Toegangseisen
Inleiding Bestuursrecht.
Beschrijving
Het bestuur, wie of wat is dat eigenlijk? En wat doet het bestuur als het aan het besturen is en wat mag het daarbij wel en niet doen? Er zijn vele manieren waarop je in Nederland geconfronteerd kan worden met ‘het bestuur’ en bestuurlijke besluitvorming. De journalist die probeert om via de Wet open overheid inzicht te verkrijgen in de achtergronden bij het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden om een nieuw poppodium te bouwen, de vreemdeling die een verblijfsvergunning aanvraagt om in Leiden een masteropleiding te kunnen volgen, de huiseigenaar die zijn woning graag grondig wil verbouwen en de kokkelvisser die te horen krijgt dat hij in de nabije toekomst geen kokkels meer mag vangen, allemaal worden zij geconfronteerd met een bestuursorgaan dat een besluit neemt dat gevolgen heeft voor hen als belanghebbende, en mogelijk voor derde-belanghebbenden (de buurman van de huiseigenaar bijvoorbeeld).
In dit vak maakt u kennis met het bestuur in zijn belangrijkste verschijningsvormen. U leert daarbij dat het bestuur niet alleen kan besturen door middel van het bestuursrecht, maar ook gebruik kan maken van het privaatrecht. Ook wordt stilgestaan bij optreden van het bestuur dat schade veroorzaakt en, uiteraard, bij de grenzen aan het optreden van het bestuur. Hierbij is steeds aandacht voor de verwevenheid tussen de Nederlandse en de internationale en Europese rechtsorde. Deze verwevenheid is van grote invloed op de verhouding tussen de overheid en de burger, mede doordat zij consequenties heeft voor de normering van bestuursoptreden.
Dit vak bouwt voort op het eerstejaarsvak Inleiding bestuursrecht. Onder andere de basisbegrippen van het bestuursrecht waarmee u in dat vak heeft kennisgemaakt (bestuursorgaan, belanghebbende, besluitbegrip en de a.b.b.b.) worden dus bekend verondersteld. Deze kennis wordt de eerste onderwijsweek getoetst via een zogenaamde voorkennistoets. Na het maken van deze toets krijgt u zo nodig een (gericht) advies om de vereiste kennis verder op te halen. Daarnaast wordt u gedurende de onderwijsweken door studiewijzers in het werkboek en door middel van zelftoetsvragen door de stof heen geleid. Aan de hand van de studieboeken en enkele readers vindt tijdens de hoor- en werkcolleges een thematische verdieping plaats, waarbij het bestuur in zijn verschillende verschijningsvormen de revue passeert en steeds wordt ingegaan op de (on)mogelijkheden van bestuurlijk optreden.
Leerdoelen
Doel van het vak:
Verdieping van het inzicht in de werking en het systeem van het Nederlandse bestuursrecht en het bieden van een eerste kennismaking met enkele materiële terreinen van het bestuursrecht. Het verdiepen van de kennis van de verschillende verschijningsvormen van het bestuur, alsook de rechten en plichten van twee van de belangrijkste actoren in het bestuursrecht (bestuursorganen en belanghebbenden) en de grenzen aan bestuursoptreden. Het vergroten van het inzicht in de manier waarop het internationale en Europese recht consequenties heeft voor het nationale (bestuurs)recht.
Na afronding van het vak heeft u de volgende kwalificaties verworven:
U heeft een grondige kennis van en inzicht in de structuur en samenhang van kernelementen van het Nederlandse bestuursrecht. U kunt in het bijzonder verbanden leggen tussen bestuurlijke rechtsbetrekkingen en u kunt verschillen toelichten tussen transparant bestuur, dwingend en handhavend bestuur, presterend bestuur, schadeveroorzakend bestuur en besturen door middel van privaatrecht. U bent daarbij in staat om de relevante (inter)nationale en Europeesrechtelijke kaders toe te passen en nader te doordenken.
U kunt een bestuursrechtelijke casus oplossen door de opgedane kennis toe te passen en juridisch gefundeerde oplossingen aan te dragen. Als er meerdere oplossingen mogelijk zijn, kunt u deze onderling beoordelen op hun juridische kwaliteit.
U kunt uw kennis, oplossing van een casus of een (kritische) reflectie op een heldere en overtuigende wijze overbrengen aan een geïnformeerd publiek van medestudenten of professionals: u kunt positie innemen in het juridische debat.
U bent in staat om een extern perspectief te ontwikkelen op het bestuursrecht in het algemeen en de Algemene wet bestuursrecht in het bijzonder
Rooster
Zie MyTimetable.
Onderwijsvorm
Hoorcolleges
Aantal: 6 (voor de grote lijnen)
Namen docenten: prof. mr. T. Barkhuysen en mr. dr. M.L. van Emmerik
Vereiste voorbereiding door studenten: bestuderen van de in het werkboek en op Brightspace per week aangegeven verplichte studiestof en kennisclips.
Kennisclips (online) en/of werkgroepen
Aantal: 6
Naam docenten: n.n.b.
Vereiste voorbereiding door studenten: Het zich door middel van zelfstudie eigen maken van de in het werkboek en op Brightspace per week aangegeven verplichte studiestof (inclusief kennisclips met toetsvragen) en het voorbereiden van opgaven daarover.
Andere onderwijsvorm(en)
Omschrijving: online Q&A-sessies
Aantal: 6
Naam docent: : n.n.b.
Vereiste voorbereiding door studenten: het betreft een mogelijkheid om vragen voor te leggen aan de docent over onderdelen van de werkgroepstof. Vragen dienen vooraf te worden ingediend via Brightspace.
Naast de hiervoor genoemde onderwijsvormen, vormt gestructureerde zelfstudie een essentieel onderdeel van het vak Bestuursrecht. Dat houdt in dat een deel van de verplichte studiestof zelfstandig dient te worden bestudeerd, zonder dat tijdens de hoor- of werkcolleges uitdrukkelijk op die stof wordt ingegaan. Daarbij zullen iedere week zelftoetsvragen ter beschikking worden gesteld waarvan de antwoorden daarna op Brightspace zullen worden geplaatst.
Dit jaar wordt gewerkt met een zogenaamde voorkennistoets die studenten in de eerste week van het onderwijs moeten maken. Deze meerkeuzetoets vraagt met name naar kennis uit Inleiding bestuursrecht teneinde te bezien in hoeverre de basiskennis uit BAI nog (voldoende) aanwezig is. Voor zover nodig, wordt gericht advies gegeven over de vraag welke kennis moet worden opgehaald en daar kunnen studenten hun voordeel mee doen.
Toetsing
Toetsvorm(en)
- Een schriftelijke eindtoets (100% van het eindcijfer).
Regeling herkansen voldoendes
Op dit vak is de regeling herkansen voldoendes van toepassing (artikel 4.1.8.1 e.v. OER). Studenten die bij de eerste kans een voldoende eindcijfer hebben behaald, kunnen onder bepaalde voorwaarden het schriftelijke (eind)tentamen opnieuw afleggen op het reguliere herkansingsmoment. Om een voldoende te kunnen herkansen, dienen studenten eerst om toestemming te vragen bij het OIC. Kijk voor meer informatie op de studentensite onder ‘Inschrijven voor vakken en tentamens’ > ‘Toestemming voldoende herkansen’.
Literatuur
Verplicht studiemateriaal
Literatuur:
T. Barkhuysen, J.E. van den Brink, C. de Kruif, W. den Ouden, Y.E. Schuurmans & M.K.G. Tiepkema, , Bestuursrecht in het Awb-tijdperk, Deventer: Kluwer, 9e druk, 2022.
T. Barkhuysen, J.E.M. Polak, B.J. Schueler & R.J.G.M. Widdershoven (red.), AB Klassiek, Deventer: Kluwer, 8e druk, 2022.
Actuele wetteneditie: Kluwer Collegebundel 2021-2022 of Sdu Wettenbundel 2022-2023
Nader bekend te maken literatuur en/of jurisprudentie. Zie hiervoor Brightspace.
Werkboek:
- Werkboek Bestuursrecht (studiejaar 2022-2023). Te raadplegen via Brightspace.
Overige literatuur en jurisprudentie
Zie Brightspace.
Aanmelden
Zie voor informatie over aanmelding de website onder het kopje “aanmelding onderwijs en tentamens”.
Contact
Vakcoördinator: mr.dr. A. Drahmann
Werkadres: KOG, Steenschuur 25, 2311 ES Leiden, kamer C1.06
E-mail: a.drahmann@law.leidenuniv.nl
Instituut/afdeling
Instituut: Publiekrecht
Afdeling: Staats-en bestuursrecht
Kamernummer secretariaat: B1.11
Telefoon secretariaat: 071-527 8917
Opmerkingen
Indien er van overheidswege (corona-)beperkingen worden opgelegd, is deze vakbeschrijving onderhevig aan wijzigingen.