Toegangseisen
De cursus is open als keuzevak voor studenten BA Religiewetenschappen en studenten in de Minor Religion in a Changing World.
Andere BA-studenten met een interesse in levensbeschouwelijk onderwijs kunnen in veel gevallen worden toegelaten om het vak te volgen als keuzevak of extracurriculair vak.
Beschrijving
Onderwijs over religie, levensbeschouwing en burgerschap (RLB) is een delicate kwestie. In dit vak krijgen studenten inzicht in de inrichting van het onderwijs over RLB in Nederland. De geschiedenis van het onderwijs over RLB wordt geschetst (van catechese via ‘levensbeschouwing’ naar de opkomst van seculier religieonderwijs, burgerschapsvorming en ethiek/filosofie als alternatieve vakken). Daarnaast krijgen studenten een beeld van de functies van de belangrijkste betrokken partijen (o.a. het ministerie van OC&W, de onderwijskoepels Verus en VOS/ABB, de docentenopleidingen op universitair, hbo- en pabo-niveau, het Expertisecentrum LERVO en de docentenvereniging VDLG). Ze maken ook kennis met onderzoek naar de wensen en verwachtingen van leerlingen en ouders. Verder worden studenten geïntroduceerd in de religiewetenschappelijke visie op onderwijs over RLB en vergelijken zij deze met godsdienstpedagogische en levensbeschouwelijke vakvisies. Omdat het onderwijsveld in Nederland sterk is beïnvloed door de verzuiling en in Europees opzicht daardoor uniek is, wordt de Nederlandse context en inrichting van het RLB-onderwijs vergeleken met de situatie over de grens. In het laatste deel van de cursus maken studenten kennis met de belangrijkste lesmethodes over religie en levensbeschouwing op de Nederlandse markt. Ze voeren een klein onderzoek uit naar de kwaliteit en adequaatheid van één van de besproken lesmethodes.
Als onderdeel van de cursus is het mogelijk een dag mee te lopen met een docent Godsdienst/Levensbeschouwing op een middelbare school.
Deze cursus bestaat uit een BA- en MA-variant. Bachelor- en masterstudenten volgen hetzelfde onderwijs, maar worden gedifferentieerd getentamineerd. Zo wordt van masterstudenten meer zelfstandigheid en onderzoeksvaardigheid verwacht en kunnen de opdrachten in deze cursus voor hen op punten wat uitgebreider zijn dan voor bachelorstudenten. Nadere specificaties volgen tijdens de cursus bij het opgeven van de opdrachten.
Nota bene
Let op dat je bij de cursusinschrijving de juiste code gebruikt:
BA-studenten: 5072KRL3;
MA-studenten: 5074KRL5.
Leerdoelen
Na afronding van het vak
hebben de studenten kennis van de geschiedenis en organisatie van het onderwijs over religie, levensbeschouwing en burgerschap in Nederland en kunnen ze deze kennis relateren aan de algemene inrichting van het Nederlandse onderwijsbestel;
hebben de studenten inzicht in de belangrijkste Nederlandse en internationale pedagogisch-didactische vakvisies op het onderwijsgebied religie, levensbeschouwing en burgerschap;
kunnen de studenten de inhoudelijke kwaliteit van bestaande lesmethodes over religie, levensbeschouwing en burgerschap kritisch en systematisch onderzoeken en evalueren.
Transferable skills
Na afronding van het vak hebben de studenten hun vaardigheden verbeterd wat betreft
kritische analyse van beleidsdocumenten (van de nationale overheid, NGOs, en IGOs);
kritische analyse van onderwijsmateriaal;
het formuleren van een beargumenteerde, wetenschappelijk gefundeerde eigen positie in een maatschappelijk debat.
Rooster
De roosters zijn beschikbaar via My Timetable
Onderwijsvorm
Werkcolleges
Toetsing en weging
Toetsing
De toetsing in dit vak bestaat uit vier componenten:
Wekelijkse opdrachten (studenten maken minstens 6 van de 9 opdrachten). De wekelijkse opdrachten worden beoordeeld als ‘voldaan’/‘niet voldaan’.
Mondelinge bijdragen in de klas. Deze deelopdracht wordt becijferd en bepaalt 20% van het eindcijfer.
Paper 1: Synopsis over de vakvisies van het onderwijsveld. Deze schriftelijke deelopdracht wordt becijferd en bepaalt 40% van het eindcijfer.
Paper 2: Lesmateriaalonderzoek. Deze schriftelijke deelopdracht wordt becijferd en bepaalt 40% van het eindcijfer.
Weging
Het eindcijfer voor de cursus komt tot stand door de bepaling van het gewogen gemiddelde van de drie deelcijfers voor de mondelinge bijdragen (20%), paper 1 (40%) en paper 2 (40%). Om het vak te halen, dienen studenten een voldoende (5,50 = 6) te halen als gewogen gemiddelde EN een ‘voldaan’ te halen voor de wekelijkse opdrachten.
Herkansing
Er is geen herkansing mogelijk voor de wekelijkse opdrachten.
Een 5,49 of lager voor actieve deelname (deeltoets 2) kan niet worden herkanst.
Studenten die een onvoldoende hebben behaald voor het hele vak en ook een onvoldoende hebben behaald voor de synopsis (deeltoets 3), kunnen de synopsis herkansen door een nieuwe versie in te leveren van dezelfde opdracht bij de herkansingsdeadline.
Studenten die een onvoldoende hebben behaald voor het hele vak en ook een onvoldoende hebben behaald voor het lesmateriaalonderzoek (deeltoets 4), kunnen het lesmateriaalonderzoek herkansen door een nieuwe versie in te leveren van dezelfde opdracht bij de herkansingsdeadline.
Inzage en nabespreking
Feedback op de papers (incl. de becijfering) wordt de studenten individueel meegedeeld via Brightspace. Ook het cijfer voor de mondelinge bijdragen wordt bekendgemaakt in Brightspace.
Literatuurlijst
Een nadere specificatie van de literatuur die tijdens de cursus wordt gebruikt, volgt in de uiterlijk anderhalve week voorafgaand aan het eerste college in de cursusmodule in Brightspace ter beschikking gestelde syllabus.
Inschrijven
Inschrijven via MYStudyMapis verplicht.
Contact
Voor inhoudelijke vragen, neem contact op met de docent (rechts in informatiebalk).
Voor informatie over inschrijvingen, toelating, etc: Onderwijsadministratie Vrieshof
Opmerkingen
Ben je van plan na je BA de educatieve MA Religie en Levensbeschouwing te gaan volgen? De MA-variant van dit vak is een verplicht onderdeel van de educatieve MA Religie en Levensbeschouwing. Studenten die de BA-variant van dit vak tijdens hun BA hebben afgerond en daarna aan de MA Religie en Levensbeschouwing beginnen, volgen het vak niet opnieuw. In plaats hiervan kunnen zij kiezen tussen een religiewetenschappelijke of vakdidactische zelfstudie.