Toegangseisen
Om af te studeren in een van de afstudeerrichtingen moet de student minstens de volgende onderdelen hebben afgelegd op het desbetreffende vakgebied:
één tweedejaars werkcollege van 10 EC;
één (sectiespecifiek) hoorcollege van 5 EC;
één derdejaars seminar van 10 EC;
één door de betreffende afstudeerrichting erkend hulpvak van 5 EC (dit geldt alleen voor studenten die in september 2013 of later met hun propedeuse zijn begonnen).
Het BA-eindwerkstuk wordt ofwel in het kader van een BA-scriptieseminar, ofwel in het kader van een extra bachelorseminar geschreven. In beide gevallen heeft de student ook regelmatig overleg met een docent uit de betreffende afstudeerrichting die als begeleider optreedt.
Beschrijving
Het BA werkstuk is een zelfstandig te schrijven werkstuk op basis van een probleemgestuurd primair bronnenonderzoek. Begeleiding is deels individueel en deels collectief, via een scriptieseminar. De begeleidende docent helpt bij de identificatie en voorselectie van het mogelijke bronnenmateriaal, en geeft in elk geval enkele aanwijzingen over literatuur om de student op weg te helpen. De docent leest en becommentarieert één versie van de verschillende hoofdstukken. Het scriptieseminar is bedoeld om de studenten gezamenlijk te laten brainstormen over de stappen die ze moeten zetten, en te begeleiden in algemene kwesties en vaardigheden die nodig zijn bij het schrijven van een Eindwerkstuk.
Scriptieseminars komen in negen weken zes keer bijeen en duren 2 uur, steeds te beginnen aan de start van een nieuw semester. Studenten die aan het scriptieseminar beginnen committeren zich in overleg met hun afstudeerdocent meteen ook aan een tijdpad voor het voltooien van hun scriptie. Het principe is daarbij dat het opzetten, schrijven en beoordelen van het eindwerkstuk in maximaal 20 weken is afgerond. Zie voor de deadlines van de eindwerkstukken de website opleiding (onder: roosters – overzicht deadlines).
Studenten die hun scriptie schrijven in het kader van een BA Seminar worden vrijgesteld van deelname aan het scriptieseminar, maar blijven aan het tijdpad gecommitteerd.
Tijdpad:
Voorafgaand aan week 1 van het scriptieseminar
- Gesprek 1: Student meldt zich bij docent met verzoek tot begeleiding van het BA-Eindwerkstuk (per mail of mondeling). Je benadert je scriptiebegeleider per mail. Indien het lastig is in contact te komen met een docent, mail je na twee weken normaals met de studiecoordinator in cc. Deze docent bespreekt mogelijke vraagstellingen en beschikbaar bronnenmateriaal en geeft student aanwijzingen voor verkenning van het onderwerp. Docent en student leggen een tijdpad vast.
De student dient na het eerste gesprek een afstudeerplan in. Studiecoördinaat stuurt dat naar Examencommissie, die begeleider goedkeurt en een tweede lezer aanwijst; tweede lezers komen niet uit de eigen sectie maar hebben wel enige affiniteit met periode of regio of thematiek. De Examencommissie stuurt daarvan bericht aan studiecoördinaat, betrokken docenten en student.
Week 1
- Scriptieseminar I: Hoe schrijf ik een Eindwerkstuk? Wat is een EWS, hoe werkt de begeleiding, wat zijn de beoordelingscriteria; wat kun je ambiëren en wat niet?
Week 3
- Scriptieseminar II: Wat weten we al, en wat nog niet? Literatuuronderzoek, theoretische inkadering en historiografie
Week 4
Scriptieseminar III: Onderzoeksmethodes. Wat kan ik met welk type bronnen, en wat niet?
Gesprek 2: Bespreking, ideeën over mogelijke vraagstellingen, eerste bevindingen over het potentieel van de bronnen, en een eerste literatuurlijst met docent
Week 5
- Scriptieseminar IV: Een zinnige vraagstelling maken en inkaderen
Week 6
- Scriptieseminar V: Van bron tot tekst: het structureren van je bevindingen
Week 7
- Gesprek 3: Bespreking definitieve vraagstelling, voorlopige inleiding en plan van aanpak
Week 9
Scriptieseminar VI: Van interpunctie tot appendix. De verzorging van een Eindwerkstuk
Gesprek 4: Bespreking inleiding en hoofdstuk 1
Week 10-13
- Gesprek 5: Bespreking overige hoofdstukken
Week 14-15
Gesprek 6: Bespreking conclusie
Student dient het BA-eindwerkstuk in via het Brightspace-inleverpunt
Student legt twee papieren exemplaren in het postvakje van scriptiebegeleider als begeleider dit heeft aangegeven.
Week 19 of 20
Docent en tweede lezer bepalen een cijfer, vullen het onlinebeoordelingsformulier in. Zonder het formulier kan het cijfer niet worden ingevoerd. Voor onvoldoende werkstukken maken de lezers een lijst verbeterpunten, die samen met het formulier aan de studenten worden gestuurd door lezer 1, na ruggenspraak met lezer 2 (en 3 waar dat relevant is).
Als docent en tweede lezer op hun beoordelingsformulier aangeven dat zij de scriptie een 6-6,5 waard vinden, vragen ze de Examencommissie om een derde lezer aan te wijzen. Zodra ze diens naam hebben sturen ze deze het werkstuk en hun beoordelingsformulier. De derde lezer legt de scriptie nogmaals naast de zg. ‘knock out’ criteria. Als deze de scriptie onvoldoende vindt, moet de student herkansen. De onderwijsadministratie registreert geen cijfer van 6 of 6,5 zonder handtekening van een derde lezer.
- Gesprek 7: Beoordelingsgesprek (1/2 uur). Studenten die na afloop van dit traject een onvoldoende werkstuk hebben ingeleverd, worden doorverwezen naar het studiecoördinaat om de mogelijkheden van de herkansing te bespreken.
Algemeen:
Studenten leveren hun teksten steeds ruim tevoren en schriftelijk in. Er is aanwezigheidsplicht bij de scriptieseminars.
Leerdoelen
De student kan:
een wetenschappelijk onderzoek met een beperkte omvang opzetten en uitvoeren, daarbij:
-relatief grote hoeveelheden informatie organiseren en verwerken;
-vakliteratuur zoeken, beredeneerd selecteren en ordenen;
-een wetenschappelijk debat analyseren;
-reflecteren op de primaire bronnen waarop de literatuur is gebaseerd;
-de relatie tussen de bruikbaarheid, materialiteit, ontstaans- en bewaargeschiedenis van primaire bronnen onderkennen;
-bronnen selecteren, interpreteren en gebruiken voor een eigen onderzoek;
-bronnen analyseren, in een historische context plaatsen en interpreteren;
-het eigen onderzoek in het wetenschappelijk debat plaatsen;een probleemgestuurd werkstuk in correct Nederlands of Engels schrijven naar het format van syllabus Themacolleges, daarbij:
-een realistische planning hanteren;
-een probleemstelling en deelvragen formuleren;
-een beargumenteerde conclusie formuleren;
-aanwijzingen van de docent verwerken.
De student heeft:
kennis van en inzicht in historische onderzoeksmethoden en –technieken.
kennis van de mogelijkheden en het gebruik van digitale onderzoeksmethoden en kan reflecteren op het nut van Digital Humanities.
Rooster
De roosters zijn beschikbaar via My Timetable.
Onderwijsvorm
- Scriptieseminar
Toetsing en weging
De actieve deelname aan alle sessies van het scriptieseminar is verplicht. Alle leerdoelen van het BA-Scriptieseminar worden getoetst met het BA-Eindwerkstuk.
Literatuurlijst
Voor opzet en vormgeving.
Inschrijven
De inschrijving verloopt via een invulformulier dat alle Geschiedenisstudenten op de dag dat de inschrijvingen opengaan, toegestuurd krijgen.
Contact
Niet van toepassing.
Opmerkingen
Niet van toepassing.