Toegangseisen
—
Beschrijving
In deze collegereeks staan de bronnen die specifiek zijn voor de oude geschiedenis, te weten de inscripties, de papyri en archeologische artefacten, inclusief de munten, centraal. Griekse en Latijnse literaire teksten komen zijdelings aan bod. De grondbeginselen van de wetenschappen die zich met de ontsluiting van deze bronnen bezighouden, met name epigrafiek, papyrologie, archeologie en numismatiek, komen aan de orde voorzover historici hier inzicht in moeten hebben teneinde zelfstandig de vereiste bronnenkritiek te kunnen uitoefenen.
Het gaat in dit college om vaardigheden waar elke oud-historicus over dient te beschikken. Wie zijn of haar weg in de bronnen wil kunnen vinden en deze met vrucht zelfstandig wil kunnen toepassen, dient over enig inzicht in de genoemde wetenschappen (vanuit de optiek van de oud-historicus: hulpwetenschappen) te beschikken.
Leerdoelen
Na het volgen van deze collegereeks heeft men voldoende kennis van de grondbeginselen van epigrafiek, papyrologie, archeologie en numismatiek om kritisch met de voor de oude geschiedenis fundamentele bronnenpublicaties op genoemde gebieden om te kunnen gaan.
Rooster
Semester 2, zie hier.
Onderwijsvorm
Hoorcollege
Toetsing
Door middel van een paper op basis van een individueel literatuuronderzoek.
Blackboard
Geen blackboard-ondersteuning; een eigen website op www.oudegeschiedenis.info
Literatuur
Literatuuropgaven worden tijdens het college verstrekt.
Aanmelden
Zie aanmeldingsprocedure.
Contact
Opmerkingen
—