Toegangseisen
Alleen toegankelijk voor studenten van de lerarenopleiding scheikunde.
Leerdoelen
De leraar in VMBO-TL en onderbouw en bovenbouw HAVO/VWO moet de leerlingen helpen zich de basiskennis en principes van het schoolvak eigen te maken en vertrouwd te raken met de manier waarop deze kennis in het dagelijkse leven en in de wereld van het werken gebruikt wordt. Bovendien moet hij zijn leerlingen introduceren in de kennis, principes, onderzoekswijzen en toepassingen van de wetenschappelijke discipline(s) waaraan het schoolvak gerelateerd is. Daartoe dient de leraar over de volgende kwalificaties te beschikken: – heeft zelf een grondige kennis en beheersing van de leerinhouden waarvoor hij verantwoordelijk is en kent het belang van die leerinhouden voor toekomstig beroep en en/of dagelijks leven van de leerlingen. – Kan gevarieerde lessen ontwerpen en geven waarbij leerlingen de geplande doelen bereiken en daarbij gemotiveerd en actief voortbouwen op reeds verworven kennis en vaardigheden – Evalueert de leeractiviteiten en de effecten hiervan en stelt op basis hiervan zo nodig zijn handelen bij. – Formuleert en onderbouwt een bij de eigen persoon en situatie passende praktijktheorie op vakonderwijs, op basis van reflectie op eigen leservaringen en relevante algemene en domeinspecifieke onderwijsleertheorieën.
Beschrijving
Vakdidactiek Scheikunde gaat in op de inhoud van het vak en de manier(en) waarop deze kan worden overgebracht op leerlingen. VDI zal vooral de meest elementaire vakdidactiek aan de orde stellen. De nadruk ligt hierbij op het voorbereiden en uitvoeren van lessen waarbij leeractiviteiten worden ontwikkeld die aansluiten bij de geformuleerde lesdoelen en de beginsituatie van leerlingen. Er wordt veel aandacht besteed aan het aantrekkelijk maken van het scheikunde onderwijs en het aansluiten op de belevingswereld van leerlingen. Belangrijk instrument hierbij is het vakdidactisch model waarbij verschillende vakperspectieven een rol spelen als het gaat om de keuzes die gemaakt worden voor de invulling van het onderwijsleerproces.
Aandachtspunten zijn:
Schoolboeken en examens
Zelfstandig opzetten van een les
Misconcepties van leerlingen
Leerproces van leerlingen vertaald naar scheikundeonderwijs
Evaluatievormen voor het scheikundeonderwijs
Practicum
Ondersteuning door vakbladen en organisaties
Werkwijze (relatie met de praktijk) en in te leveren opdrachten
Vakdidactiek 1 bestaat uit werkcolleges van 3 uur. Tijdens deze werkcolleges staat de eigen lespraktijk centraal. Deze wordt in de bijeenkomsten systematisch in relatie gebracht met theoretische inzichten.
De opdrachten voor vakdidactiek 1 zijn erop gericht om wat in de bijeenkomsten aan bod is gekomen te vertalen naar de eigen lespraktijk in concrete lessen.
Toetsing:
Aan het eind van vakdidactiek 1 leveren DIO’s een vakdidactisch dossier in. Hierin beschrijft de DIO zijn eigen ontwikkeling t.a.v. de rol van (vak)didacticus. Het doel van dit dossier is het onderbouwen van de inschatting van het niveau en het laten zien van de ontwikkeling en groeiende vakdidactisch competentie van de DIO.
De kern van het dossier bestaat uit de analyse van een aantal lesfragmenten vanuit (vak)didactisch perspectief.
Het dossier bestaat verder uit aanvullend materiaal voor zover dit relevant is in relatie tot de analyse van de lesfragmenten. Dit kunnen producten zijn gemaakt op basis van de
bijeenkomsten op het instituut, opdrachten, leservaringen en theorie.
Het cijfer voor vakdidactiek 1 wordt bepaald door een mondeling gesprek n.a.v. het vakdidactisch dossier.
Belangrijk instrument bij de beoordeling is de vakdidactische rubric.
Studiemateriaal:
Verplicht studiemateriaal:
Lowyck, J. & Verloop, N (2003). Onderwijskunde. Wolters-Noordhoff. (zelf aanschaffen)
Ebbens e.a. Effectief leren, basisboek. Wolters-Noordhoff. (zelf aanschaffen)
NVOX, het maandblad van de Nederlandse Vereniging voor het Onderwijs in de Natuurwetenschappen
Lesmethoden voor het schoolvak scheikunde
Diverse (inter)nationale chemiedidactische tijdschriften
Aanbevolen studiemateriaal
Hoogeveen, P. & Winkels , J (2003). Het didaktische werkvormen boek, variatie en differentiatie in de praktijk. Koninklijke van Gorcum
Bijzonderheden:
Voor docenten biologie, scheikunde en natuurkunde is het geven van practica vanzelfsprekend een belangrijke taak. In het kader van de opleiding tot docent besteden we aandacht aan een aantal vakoverstijgende, specifieke aspecten van natuurwetenschappelijke practica. Dit gebeurt in een bijenkomst vakdidactiek gezamenlijk met de DIO’s natuurkunde en biologie .
Digitale leeromgeving
Blackboard